Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3236

van Bart Laeremans (Vlaams Belang) d.d. 29 september 2011

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Gezinshereniging - Wet van 8 juli 2011 - Gebreken

familiemigratie

Chronologie

29/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4479

Vraag nr. 5-3236 d.d. 29 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens de heer Freddy Roosemont, directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken, zit de nieuwe wet op de gezinshereniging (wet van 8 juli 2011 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging) vol mankementen. Hij vraagt zich zelfs openlijk af of het wel mogelijk zal zijn die wet te "repareren". Hij suggereert dat het beter zou zijn een volledig nieuwe wet te schrijven. Hij somt een aantal van de belangrijkste mankementen op:

- Het ontbreken van een overgangsperiode, waardoor een aantal oudere dossiers automatisch goedgekeurd zal moeten worden, ook als ze nog onvolledig zijn.

- De korte termijnen voor de uitreiking van visa maken het in praktijk onmogelijk dat het parket de nodige opzoekingen doet. Als de termijn overschreden wordt, volgt er automatisch een erkenning. Dat zet de poort open voor grootschalige misbruiken.

- De familie van de kandidaat-gezinshereniger moet kunnen aantonen dat ze huisvesting voor hem heeft, maar het begrip huisvesting is slechts zeer vaag en zelfs dubbelzinnig omschreven.

- Volgens de heer Roosemont zal aan deze regeling voor volgend jaar een prijskaartje hangen van 1,159 miljoen euro voor de personeelskosten en 396.000 euro voor de werkingskosten.

Mijn vragen :

1) Heeft de geachte minister reeds de nodige maatregelen genomen om deze mankementen weg te werken, of om de wet te laten herschrijven? Zijn er in het bijzonder reeds maatregelen genomen om de problemen inzake de overgangsperiode en de te korte termijnen op te lossen?

2) Worden er aanpassingen onderzocht of voorbereid om het begrip huisvesting nauwkeuriger te omschrijven?

3) Zijn de in de pers geciteerde cijfers over de extra administratieve kosten correct? Acht de Minister deze extra kosten verantwoord?