Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3146

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 september 2011

aan de minister van Justitie

Koelcellen - Lichamen - Vrijgave voor begrafenis - Turkije

dood
gerechtelijk onderzoek
gerechtelijk vooronderzoek
forensische geneeskunde
toestemming tot vervoer
Turkije
doodslag

Chronologie

29/9/2011Verzending vraag
1/12/2011Antwoord

Vraag nr. 5-3146 d.d. 29 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De familie van twee vermoorde mensen van Turkse afkomst krijgen van de onderzoeksrechter van Kortrijk geen toestemming om de lichamen van de slachtoffers in Turkije te begraven. De lichamen verblijven ondertussen al een vol jaar in de koelcellen en de onderzoeksrechter gewaagt dat ze daar nog zullen blijven tot het assisenproces, gepland in 2013. De autopsieprocedures zijn allemaal al lang achter de rug. Er moeten nog conclusies worden opgesteld, maar daarvoor zijn de lichamen niet noodzakelijk. De woordvoerster van het parket argumenteert wel dat indien het onderzoek plots een andere richting uitgaat, dat de lichamen ter beschikking moeten zijn.

Het parket van Kortrijk stelt dat de lichamen al kort na de feiten werden vrijgegeven, maar enkel voor begraving in België, dus niet in Turkije. Dit laatste is wel de wens van een aantal familieleden.

Hoe verklaart de minister dat het parket van Kortrijk deze twee lichamen wel vrijgeeft voor een begrafenis in België, maar niet in Turkije?

Antwoord ontvangen op 1 december 2011 :

In tegenstelling tot wat de vraagsteller poneert, is het niet het parket van Kortrijk dat de twee lichamen heeft vrijgegeven voor een begrafenis in België, maar wel de onderzoeksrechter.

Uit de beschikking van de onderzoeksrechter kunnen de vermoedelijke motieven worden afgeleid om de lichamen vrij te geven voor begrafenis in België doch niet voor begrafenis in Turkije.

1) De wijze van teraardebestelling op een moslimbegraafplaats in België wordt verbonden aan bepaalde voorwaarden (die niet kunnen worden opgelegd / gecontroleerd bij een begrafenis in het buitenland) die moeten waarborgen dat de lichamen niet gemanipuleerd worden derwijze dat later eventueel aanvullend onderzoek onmogelijk wordt (verzegelde lijkzakken, aanwezigheid van politie bij de begrafenis, …)

2) In elk stadium van het onderzoek en de behandeling van de zaak voor de rechter ten gronde, kunnen er door de verdediging aanvullende onderzoeksdaden gevraagd worden op de lichamen, eventueel met bijkomende lijkschouwing tot gevolg. Het niet meer ter beschikking zijn van de lijken in België op dat ogenblik zou het onderzoek onherroepelijk kunnen hypothekeren.