Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3143

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 september 2011

aan de minister van Justitie

Psychiatrische patiënten - Mishandeling - Klachten - Statistieken - Gegevens

opname in psychiatrische kliniek
psychiatrische inrichting
verzamelen van gegevens
wrede en onterende behandeling
rechten van de zieke

Chronologie

29/9/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4692

Vraag nr. 5-3143 d.d. 29 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag 5-987 van 27 januari 2011 dat mij in augustus 2011 bereikte, stelt de minister dat er nergens op systematische wijze cijfers worden verzameld laat staan verwerkt met betrekking tot misdrijven ten opzichte van psychiatrische patiënten, met inbegrip van geïnterneerden. De minister stelt dat er geen aanwijzingen zijn van onder andere mishandeling of verdachte mortaliteit en dat dergelijke gevallen - moesten ze voorkomen - worden behandeld volgens de routine van de gerechtelijke autoriteiten. De minister antwoordt herhaaldelijk "Deze categorie wordt niet apart geregistreerd in de criminaliteitsstatistieken van de Federale Politie". Hij verwijst in zijn antwoord ook naar de in 2003 opgericht Toezichtcommissie en de bestaande beklagprocedure.

Wellicht herinnert de minister zich de essentie van de cultfilm van Milos Forman "One flew over the cuckoo's nest", waarin de probleemstelling waarmee mijn vraag hem confronteert op een weliswaar filmische, geromantiseerde maar toch beklijvende wijze wordt geïllustreerd.

Bij dit antwoord de volgende vragen:

1) Vindt de geachte minister het normaal en aanvaardbaar dat er met betrekking tot de mogelijke mishandeling van of misdrijven tegenover psychiatrische patiënten in psychiatrische klinieken, interneringscentra en gevangenissen geen systematische gegevens worden verzameld en geen statistieken beschikbaar zijn?

2) Beaamt hij dat psychiatrische patiënten, juist door de essentie van hun ziekte, bijzonder kwetsbaar zijn ten opzichte van hun hulpverleners, verzorgers of toezichters of bewakers? Dat hun geloofwaardigheid bij klachten erg kwetsbaar is en dat de behandeling van klachten daarom juist extra en systematische aandacht vergt?

3) Gaat hij akkoord dat met betrekking tot de behandeling van klachten vanwege psychiatrische patiënten en geïnterneerden, bijzondere maar vooral ook structurele en systematische strategieën van opvolging en onderzoek noodzakelijk zijn? Is hij bereid om hieromtrent prioriteit in zijn beleidsvoering te leggen of dit met kracht aan zijn opvolger, maar ook aan de diverse betrokkenen binnen justitie te suggereren?