Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3101

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 19 september 2011

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Import van vlees - Vlees dat niet werd gecontroleerd op boviene spongiforme encefalopathie (BSE) - Controle in de Belgische slachthuizen

EU-systeem voor snelle waarschuwing
vlees
invoer
Keuringsdienst van waren
veterinaire inspectie
vleesindustrie
boviene spongiforme encefalopathie
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Chronologie

19/9/2011Verzending vraag
21/10/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3100

Vraag nr. 5-3101 d.d. 19 september 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Nederland van de zeventien kleine en middelgrote slachterijen die de Nederlandse wareninspectie onder de loep nam, zes slachterijen bij in totaal honderd vijfentwintig runderen geen verplichte test op de gekkenkoeienziekte te hebben gedaan. Het Nederlandse Bureau Risicobeoordeling & Onderzoeksprogrammering (BuRO) van de nVWA constateert dat het niet testen meer risico's met zich meebrengt. In ons land is de controle op het vlees groot en dus ben ik me bewust dat deze situatie niet per se ook in ons land plaatsvindt, maar gezien de gevolgen voor de volksgezondheid groot kunnen zijn had ik hieromtrent dan ook graag volgende schriftelijke vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Hoe reageert u op dit bericht en kan u garanderen dat er geen niet getest vlees uit Nederland in onze voedselketen is beland? Kan dit gedetailleerd worden toegelicht?

2) Heeft u hieromtrent overleg gehad met de Nederlandse autoriteiten om zich ervan te vergewissen dat er geen niet getest vlees in onze voedselketen is beland? Zo ja, kan u uitvoerig toelichten wanneer u hiernaar heeft geïnformeerd en welke informatie u hieromtrent heeft bekomen?

3) Worden in onze slachthuizen de dieren systematisch getest op boviene spongiforme encefalopathie (BSE) en zijn er bij u gevallen bekend waar dit niet het geval was? Kan u uitvoerig toelichten? Is een gelijkaardige situatie in ons land mogelijk?

4) Heeft u weet van eerdere incidenten in het buitenland waarbij er geen controles plaatsvonden naar BSE in de slachthuizen en het vlees in ons land werd geïmporteerd en verwerkt of verkocht? Kan u zeer gedetailleerd uitlichten en dit desgevallend per land van oorsprong en per incident?

Antwoord ontvangen op 21 oktober 2011 :

1. en 2. Naar aanleiding van het onderzoek van de nWVA werden de Belgische autoriteiten (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) op 31 augustus 2011 ingelicht door de Nederlandse autoriteiten dat er ook rundvlees van runderen die niet op BSE getest zijn, terwijl ze die test hadden moeten ondergaan, tweemaal naar België werd uitgevoerd. Het betreft twee gevallen.

In het eerste geval is er een karkas van een rund, ouder dan 72 maanden dat niet op BSE getest is in Nederland, bij een Belgische operator terechtgekomen. Van dit vlees is niets op de Belgische markt terechtgekomen, alles is uitgevoerd naar andere Europese lidstaten. De betrokken lidstaten en de Europese Commissie zijn hiervan door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) ingelicht.

In het tweede geval werden karkassen van een andere Nederlandse operator verkocht aan twee Belgische operatoren. Het betreft karkassen van runderen met een leeftijd tussen 48 en 49 maanden op het moment van de slacht (tussen januari en juli 2011), die niet op BSE werden getest wegens een slechte afstelling van de automatisering in het Nederlandse slachthuis. Eén Belgische operator heeft dit ook zelf aan het FAVV gemeld in het kader van zijn meldingsplicht. Daarop is de nog aanwezige stock geblokkeerd en vernietigd. Aangezien sedert 1 juli 2011 de leeftijd van Nederlandse runderen welke een verplichte BSE-test moeten ondergaan verhoogd is tot 72 maanden, en de betrokken runderen geslacht waren bij een leeftijd lager dan 72 maanden, is er beslist om verder geen actie te ondernemen met betrekking tot dit geval.

3. In België worden de volgende dieren systematisch op boviene spongiforme encefalopathie getest: voor 1 juli 2011 werden alle gezonde runderen van meer dan 48 maanden aangeboden in het slachthuis en geboren in één van de 17 Europese landen vermeld in bijlage VI van het KB van 22/12/2005 (H3). Voor de runderen afkomstig van een andere lidstaat of een derde land moet de test worden uitgevoerd op alle runderen ouder dan 30 maanden.

Vanaf 1 juli 2011 werd de leeftijdsgrens van gezonde runderen geboren in 25 van de 27 Europese landen en geslacht, aangepast van 48 naar 72 maanden. Deze werd niet aangepast voor runderen geboren in andere landen.

In België zijn er enkele sporadische gevallen waarbij runderen niet werden getest hoewel dit had moeten gebeuren:

a. In september 2010 werd in een Oost-Vlaams slachthuis 1 rund niet getest door een fout van het slachthuis. Een recall van het karkas werd georganiseerd zoals het FAVV in een dergelijk geval voorziet.

b. In december 2010 werden in een Luiks slachthuis eveneens acht runderen niet getest door een fout van het slachthuis. De karkassen van deze dieren waren reeds verzonden naar Nederland in een partij van andere karkassen. Het ganse verzonden lot werd in beslag genomen.

In beide gevallen werd door het FAVV een RASFF opgesteld voor de karkassen en voor de bijbehorende dierlijke bijproducten.

4. Op 11 maart 2010 is er via het Europees systeem voor snelle waarschuwingen voor food en feed (RASFF) één geval gemeld. Het betrof een rund, ouder dan 30 maanden, van oorsprong uit Zwitserland, en geslacht in het Verenigd Koninkrijk, dat niet op BSE werd getest en waarbij België als betrokken partij aangeduid werd. Het onderzoek van het FAVV wees uit dat er geen stock meer aanwezig was en dat alles reeds geconsumeerd was, aangezien de uiterste consumptiedatum overschreden was.

Er moet worden gewezen op het feit dat de snelle tests in het slachthuis, maar ook deze uitgevoerd op de kadavers in het vilbeluik voornamelijk als doel hebben de ziekte epidemiologisch op te volgen. Het zijn de maatregelen voor recall en vernietiging van het GRM (gespecificeerd risicomateriaal, zoals zenuwweefsel) die het belangrijkst zijn voor de bescherming van de volksgezondheid. Deze ziekte is overigens op de teruggang. Er is in België al meer dan vijf jaar geen enkele "gekke koe" meer gevonden.