Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-3013

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 26 augustus 2011

aan de minister van Landsverdediging

Bahrein - Gevechtswapens - Verkoop - Advies

gevechtsvoertuig
Bahrein
uitvoervergunning
wapenhandel

Chronologie

26/8/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-3012
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4920

Vraag nr. 5-3013 d.d. 26 augustus 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit een antwoord op een schriftelijke vraag aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudiging blijkt dat België twee gevechtswagens heeft verkocht aan Bahrein in 2008. De minister vertelde daarbij dat alle aanvragen voor uitvoer naar een niet Westers land voor advies voorgelegd moeten worden aan de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken. Dit advies wordt ook steeds opgevolgd.

De beoordeling van een aan- of verkoopdossier door het Belgische Leger of de federale politie en de procedure voor het afsluiten van de bijhorende contracten behoort tot de bevoegdheden van het Ministerie van Defensie en de FOD Binnenlandse Zaken.

Zoals u wel weet ontsproten de kiemen van de Arabische Lente ook eventjes in Bahrein, maar daar werd die met de harde hand en met de hulp van Saoedi-Arabië vakkundig de kop ingedrukt.

Hierover de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister mij het advies bezorgen dat de FOD Buitenlandse Zaken heeft uitgevaardigd voor de verkoop van deze twee voertuigen aan Bahrein?

2) Over welke type voertuigen gaat het hier? Met welke bewapening werden deze voertuigen geleverd?

3) Heeft hij weet of deze voertuigen zijn ingezet bij het onderdrukken van de betogingen in maart 2011 in Bahrein?

4) Hoe beoordeelt hij het advies van de FOD Buitenlandse Zaken advies in retrospectief? Hoe beoordeelt hij de keuze om over te gaan tot een verkoop? Staat hij nog steeds achter dit advies en de eigenlijke verkoop? Is hij van mening dat er bij de opmaak van het advies fouten zijn gemaakt? Heeft hij dit reeds onderzocht of plant hij hieromtrent nog een onderzoek? Zo neen op basis van welke argumenten motiveert hij deze negatieve keuze?