Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2991

van Inge Faes (N-VA) d.d. 24 augustus 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Politie - Sociale media - Communicatie met de burger - Richtlijnen

politie
communicatiemiddel
virtuele gemeenschap
sociale media

Chronologie

24/8/2011Verzending vraag
23/9/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2991 d.d. 24 augustus 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Verschillende politiezones gebruiken tegenwoordig sociale media om met de burger te communiceren. Zo gebruikte de lokale politiezone Rupel tijdens Tomorrowland Facebook en Twitter om de festivalgangers en buurtbewoners te informeren. De politie beantwoordde vragen over bereikbaarheid, verkeersdrukte, foutparkeerders en druggebruik en gaf tips om er een veilig festival van te maken. De lezers stuurden op hun beurt informatie door over dealers of foto's van gevaarlijke verkeerssituaties. Ook de politiezone Mechelen gebruikt Twitter om sommige snelheidscontroles aan te kondigen. Door deze aanpak kan de politie kort op de bal spelen. Dit met succes, zo blijkt.

Hoewel ik deze ontwikkeling toejuich heb ik er volgende vragen bij:

1) Hoeveel en welke politiezones gebruiken sociale media, over welke media gaat het?

2) Welke activiteiten en informatie worden via deze media bekend gemaakt?

3) Bestaan er richtlijnen binnen de politie over het gebruik van sociale media door de politiezones? Zo ja wat zijn deze richtlijnen?

Antwoord ontvangen op 23 september 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

Net zoals u stel ik vast dat het belang van de sociale media van dag tot dag toeneemt. De geïntegreerde politiedienst heeft dit ook vastgesteld en heeft een ad hoc werkgroep in het leven geroepen.

Men stelde immers vast dat verschillende diensten, zonder raamwerk en/of strategie, hun eerste stappen op het internet zetten.

De werkgroep werd dan ook in het leven geroepen om dergelijk raamwerk aan te bieden.

De voorlopige versie van de basistekst dient op een aantal punten nog te worden aangevuld; bijlagen betreffende bestuurlijke politie, gerechtelijke politie, interne bedrijfsvoering, externe communicatie, etc. moeten nog worden ontwikkeld.

De basistekst creëert een stimulerend kader maar verwijst onverminderd naar de bestaande regelgeving en deontologische code en geeft aan dat misbruiken volgens de gekende kanalen moeten aangepakt worden.

In de basistekst wordt gesuggereerd dat de werkgroep een vaste plaats moet krijgen binnen de geïntegreerde politie en dat de VCLP, samen met het Directiecomité van de federale politie, zou moeten bekijken waar en hoe dat best kan georganiseerd worden.

Wat de inventarisatie van lokale politiekorpsen en diensten van de federale politie die actief zijn op sociale media betreft, zijn er nog geen initiatieven genomen.