Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2656

van Liesbeth Homans (N-VA) d.d. 1 juli 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

De uitwisseling van kadastergegevens

fraude
sociale woning
toewijzing van een woning
kadaster
onroerend eigendom
uitwisseling van informatie

Chronologie

1/7/2011Verzending vraag
8/7/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-621

Vraag nr. 5-2656 d.d. 1 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het Vlaams Gewest moet een kandidaat huurder zich aanbieden bij een sociale huisvestigingsmaatschappij (SHM) om huurder te kunnen worden van een sociale woning. De SHM stelt hiervoor enkele voorwaarden, waaronder de zogeheten eigendomsvoorwaarde. Die houdt in dat de kandidaat huurder of een ander lid van zijn gezin geen woning of een perceel bestemd voor woningbouw in volle eigendom of in volledig vruchtgebruik mag bezitten. Die bepaling geldt voor eigendommen of percelen in zowel het binnen als het buitenland. Om te controleren of de kandidaat huurder inderdaad geen eigendommen in het buitenland bezit, moet hij een verklaring op eer ondertekenen en kijkt de sociale verhuurder het aanslagbiljet van de belastingen na op vermeldingen in verband met eigendom. De informatie op het aanslagbiljet komt in de eerste plaats van de belastingplichtige zelf, waarnaast de administratie zelf informatie kan toevoegen op basis van instrumenten van internationaal recht.

Vooralsnog beschikt België echter niet over samenwerkingsakkoorden inzake kadastergegevens met de landen van origine van belangrijke allochtone bevolkingsgroepen in ons land, zoals Marokko, Turkije of Polen. Het is erg waarschijnlijk dat sommige van die personen een buitenlandse eigendom niet aangeven, aangezien volgens het recentste jaarverslag van de Koning Boudewijnstichting 60 % van de Belgische Marokkanen een eigendom zou hebben in het buitenland. Op dit moment staan in Vlaanderen meer dan 70 000 Vlamingen op de wachtlijst voor een sociale woning, terwijl er waarschijnlijk sociale woningen worden verhuurd aan mensen die reeds over een eigendom beschikken.

Graag stelde ik u hierover de volgende vragen:

1. Op welke manier controleert de administratie van de belastingen op dit moment het bezit van buitenlandse eigendommen?

2. Hoe ondersteunt de administratie van de belastingen op dit moment de controle op eigendomsvoorwaarden door de SHM's?

3. Met welke landen zijn er op dit moment gesprekken of onderhandelingen over een overeenkomst inzake de uitwisseling van kadastergegevens? Met welke landen is er op dit moment reeds een overeenkomst?

4. Welke andere initiatieven bestaan er reeds om deze problematiek aan te pakken? Werd de oprichting van een speciale dienst ter bestrijding van de hierboven beschreven fraude overwogen? Worden de Belgische ambassades in landen zoals Marokko, Polen, Turkije,… actief mee ingeschakeld om ter plaatse onderzoek te verrichten?

Antwoord ontvangen op 8 juli 2011 :

1. Indien de bevoegde autoriteiten voor de uitwisseling van inlichtingen van de algemene administratie van de Fiscaliteit inlichtingen ontvangen van buitenlandse partnerstaten over het bezit van onroerende goederen gelegen in het buitenland door inwoners van België worden deze inlichtingen doorgestuurd naar de bevoegde taxatiedienst van elke betrokken belastingplichtige. De taxatiedienst dient bij ontvangst van de inlichtingen te verifiëren of de belastingplichtige in zijn aangifte van de personenbelasting melding gemaakt heeft van deze onroerende goederen. In elk geval moeten de inlichtingen in het fiscaal dossier van de belastingplichtige bewaard worden.

2. De aandacht van het geachte lid wordt gevestigd op het feit dat de inlichtingen die worden ontvangen bij toepassing van de overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting (al dan niet aangevuld door administratieve regelingen inzake de uitwisseling van inlichtingen) over het algemeen niet mogen medegedeeld worden aan personen of autoriteiten die niet betrokken zijn bij de vestiging of de invordering van de belastingen of bij de beroepszaken, de tenuitvoerlegging of de vervolgingen die betrekking hebben op die belastingen.

Niettemin kunnen de sociale huisvestings-maatschappijen via de Mechanografische dienst te Brussel een inkomstengetuigschrift opvragen door middel van het formulier 276 C1 (Aanvraag). Dit inkomstengetuigschrift vermeldt eventuele onroerende inkomsten verkregen uit onroerende goederen gelegen in het buitenland indien de betrokken belastingplichtige in het bezit is van een onroerend goed gelegen in het buitenland en dit heeft aangegeven op zijn aangifte in de personenbelasting. Indien het inkomsten-getuigschrift de vermelding bevat “niet belastbaar” mogen de instellingen aan wie door de Mechanografische dienst getuigschriften 276 C1 AUT met de vermelding “niet belastbaar” werden afgeleverd, deze desgevallend doorsturen naar de bevoegde taxatiedienst van de betrokken belastingplichtige.

De bevoegde taxatiedienst zal dit inkomstengetuigschrift op grond van de gegevens in het fiscale dossier van de betrokken belastingplichtige manueel aanvullen.

3. Op de Raad ECOFIN van 7 december 2010 is een beslissing genomen betreffende een voorstel voor een richtlijn inzake de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen. Artikel 8 van die richtlijn voorziet, vanaf 2014, in een verplichte automatische informatieuitwisseling betreffende onder andere eigendom van onroerend goed. Maar het betreft hier een administratieve samenwerking op het gebied van belastingen. Door de installatie van een uitwisselingsplatform STIRint is in elk geval mijn administratie klaar voor het automatisch ontvangen (en afleveren) van inlichtingen. In het kader van voormelde ECOFIN beslissing is er dit jaar een project gestart om op businessvlak na te gaan hoe de informatieuitwisseling over onroerend goed moet gebeuren.

4. Zoals gesteld in het antwoord op vraag 3 kan de internationale uitwisseling van gegevens inzake belastingen uitsluitend worden gebruikt binnen het kader van de fiscaliteit; ik veronderstel dan ook dat de Vlaamse regering met het oog op het toekennen van een sociale huur zelf initiatieven zal moeten nemen om te kunnen controleren of kandidaat-huurders van allochtone origine al dan niet onroerend bezit hebben in het buitenland.