Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2357

van Bart Laeremans (Vlaams Belang) d.d. 18 mei 2011

aan de minister van Justitie

Rijbewijzen - Intrekking en vervallenverklaring - Verschillen tussen de gewesten

rijbewijs
regionale verschillen

Chronologie

18/5/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4460

Vraag nr. 5-2357 d.d. 18 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In antwoord op de schriftelijke vraag nr. 138 die in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd gesteld (Kamer, Vragen en Antwoorden nr. 53-027, p. 196), geeft de geachte minister een tabel met het aantal onmiddellijke intrekkingen en vervallenverklaringen van rijbewijs per arrondissement. Indien men deze resultaten opteltop per gewest komt men tot merkwaardige resultaten, vooral wat het aantal vervallenverklaringen betreft.

Zo blijkt voor 2010 dat het aantal onmiddellijke intrekkingen van rijbewijs zich voor 63,48 % in Vlaanderen voordoet, voor 28,97 % in Wallonië en 7,56 % in Brussel. Gelet op het aandeel in de totale Belgische bevolking van Vlaanderen van circa 59 %, gebeurt de onmiddellijke intrekking van een rijbewijs in verhouding iets meer in Vlaanderen dan in de andere landsgedeelten.

Vooral voor de vervallenverklaringen van rijbewijs zijn de verschillen echter in het oog springend. Deze gebeurden voor 2010 voor 86,08 % in Vlaanderen tegenover voor slechts 2,42 % in Brussel en 11,50 % in Wallonië. Indien men deze cijfers over de jaren heen sinds 2006 vergelijkt, dan blijkt bovendien dat het aandeel van Vlaanderen de laatste jaren bijna voortdurend gestegen is (van circa 75 % in 2006, 2007 en 2008, naar 79,42 % in 2009 tot 86,08 % in 2010).

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister mij een verklaring geven voor deze toch wel opmerkelijke verschillen tussen de gewesten? Zijn daar objectieve verklaringsgronden voor? Zo ja, dewelke?

2) Indien hier niet onmiddellijk objectieve verklaringsgronden voor kunnen gegeven worden, overweegt hij dan maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de rechtsbedeling op dit gebied in het hele land op een gelijke wijze zal gebeuren, bijvoorbeeld via richtlijnen aan het openbaar ministerie?