Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2335

van Liesbeth Homans (N-VA) d.d. 18 mei 2011

aan de minister van Klimaat en Energie

De anomalie in de federale bijdrage

energieprijs
elektrische energie

Chronologie

18/5/2011Verzending vraag
9/6/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-512

Vraag nr. 5-2335 d.d. 18 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onze elektriciteitsprijs bestaat vandaag uit heel wat componenten. Zo betalen we mee voor groene stroom, openbare dienst verplichtingen,… Tevens wordt er een 'federale bijdrage' geheven bij de eindafnemers De federale bijdrage elektriciteit bestaat uit volgende componenten: werking CREG, kosten ombudsdienst, nucleair passief, Kyotofonds, sociaal fonds (OCMW), beschermde klanten en overheidsstudies.

Om de kost van deze bijdrage voor grootverbruikers te temperen, kent deze degressiviteit en plafonnering. Hierdoor betaalt wie meer dan 250.000 MWh verbruikt maximaal 250.000 euro. Wie echter iets minder verbruikt, betaalt een pak meer wat aanzet tot stijgend energieverbruik om alsnog het plafond te behalen en minder te moeten betalen.

Graag stelde ik hierover de volgende vragen:

1. Waarom werd deze lacune niet eerder weggewerkt, terwijl het probleem nu toch reeds enige tijd gekend is?

2. Hoeveel bedrijven moeten momenteel een bijdrage betalen die hoger ligt dan 250 000 euro?

3. Zijn er maatregelen genomen om de bedrijven in de toekomst te compenseren voor hun te hoge bijdrage?

4. Welke invloed heeft deze lacune op de bedrijven die het Vlaamse benchmarkingconvenant hebben ondertekend? Ben u het eens met de stelling dat dit het Vlaamse beleid potentieel ondergraaft?

5. Zal u overleg plegen met de Vlaamse minister voor energie over deze materie? Welk standpunt zal u daarbij innemen?

Antwoord ontvangen op 9 juni 2011 :

Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden:

Toen de plafonneringmaatregel van de federale bijdrage werd opgevat bedroeg de federale bijdrage iets minder dan 1 euro per MWh. De anomalie die door het dubbel criterium (verbruik en financieel) bleek pas met de stijging van de federale bijdrage, inzonderheid in 2010 door het feit van een verminderd energieverbruik in crisistijd.

Zodoende heb ik eind 2010 ter gelegenheid van de wet “diverse bepalingen” voorgesteld het verbruikscriterium op te heffen om aan de anomalie een einde te stellen. Ik werd op deze weg niet gevolgd door de regeringspartners inzonderheid wegens de begrotingsweerslag van het voorstel.

Volgens ramingen van de CREG die in 2010 werden verwezenlijkt, indien men de bovengrens behoudt op 250 000 euro mits opheffing van het verbruikscriterium, dan zouden er 32 bedrijven minder federale bijdrage dienen te betalen.

Met betrekking tot de compensaties lijkt het me dringender de weerslag van de drempel te wijzigen.

Voor wat betreft de band met de gewestelijke takafspraken, blijft de verbintenis in dergelijke akkoorden steeds de voorwaarde zonder dewelke men geen degressiviteit (voor de eerste verbruiksschijven van alle ondernemingen) of plafonnering voor de grootste energieverbruikers zal kunnen genieten.

Op het vlak van energie heeft er op bestendige wijze een geïnstitutionaliseerd overleg plaats via ENOVER. De opheffing van de verbruiksvoorwaarde zou een antwoord moeten bieden op de bekommernis van de Vlaamse regering ter zake.