Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2164

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 21 april 2011

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Asielbeleid - Ontradingscampagnes - Doelgroepen - samenwerking met landen van herkomst

illegale migratie
politiek asiel
bewustmaking van de burgers
Servië
Kosovo
Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
Dienst Vreemdelingenzaken
Noord-Macedonië
asielzoeker

Chronologie

21/4/2011Verzending vraag
6/7/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2164 d.d. 21 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik stelde hierover eerder een vraag aan de Staatssecretaris (vraag nr. 5-573), waarop ik een ernstig antwoord ontving. Toch wil ik op enkele aspecten dieper ingaan. De staatssecretaris gaf me een beperkt overzicht van elke ontradingscampagne. Hiermee kom ik echter weinig te weten over de inhoud en de concrete aanpak van zulke campagne. Aan de hand van een voorbeeld van één van de ontradingscampagnes kreeg ik graag meer details. Gezien de persoonlijke en fysieke participatie van de Premier en de Staatssecretaris valt mijn keuze op de campagnes in Servië-Macedonië-Kosovo in 2010.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen.

1. Kan de Staatssecretaris mij gedetailleerd informeren over de inhoud van de campagnes in deze landen in 2010? Welke boodschappen werden er op welke wijze verspreid? Welke methoden worden daarbij concreet aangewend? Op welke strategieën en theorieën zijn deze methodes gestoeld?

2. Welke doelgroep beogen deze methodes en hoe en in welke mate wordt deze bereikt?

3. Welke omvang heeft een dergelijke campagne: landelijk, regionaal, lokaal, …?

4. Hoelang duurden deze campagnes? Wordt er gezorgd voor een follow-up?

5. Op welke wijze werkte men samen met de landen van herkomst? Worden er van de Belgische overheid daarbij tegenprestaties verwacht en welke?

6. Kan de staatssecretaris mij gedetailleerd informeren over de doeltreffendheid van deze campagnes? Is er een zichtbare afname van het aantal (onterechte) asielzoekers uit deze landen? Kan hij mij deze cijfers bezorgen?

7. Wat was het budget van deze ontradingscampagnes? Aan welke posten werd dit geld besteed?

8. Hoeveel mensen werkte mee (in VTE) aan deze campagne? Bij welke diensten en organisaties zijn deze mensen tewerkgesteld? Werden er vanuit België ook mensen ter plaatste gestuurd? Op welke wijze worden de ambassades betrokken bij deze campagnes? Worden er mensen aangenomen en ingeschakeld in het land van herkomst?

Antwoord ontvangen op 6 juli 2011 :

Voor de Balkanlanden Servië en Macedonië werd een actieplan opgesteld met het oog op een preventieve en ontradende boodschap naar de doelgroepen in die landen toe. Dit actieplan houdt volgende activiteiten in :

a. Permanente monitoring van de instromen, behandelingstermijnen en terugkeer van de twee nationaliteiten en profilering (via steekproeven, mapping en informatie van partners zoals het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS);

b. Constant overleg tussen de Dienst vreemdelinge zaken (DVZ) en CGVS inzake behandeling van asielaanvragen; installeren van verkorte procedures;

c. Constant intern overleg tussen de diensten zoals de dienst regularisaties, intercepties en terugkeer, grensinspectie teneinde prioritaire behandeling te krijgen van verzoeken van deze nationaliteiten;

d. Constante dialoog met ambassades van deze landen, overleg tussen de ambassadeurs en de Directeur generaal;

e. Overleg met Buitenlandse Zaken, de Permanente vertegenwoordiging, de cellen internationale relaties van de Dienst Vreemdelingenzaken en van Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken inzake coördinatie van Belgisch standpunt op Europese unie Fora;

f. Punctuele missies van mijzelf en de Directeur generaal naar deze landen i.s.m. de Belgische ambassades ter plaatse en naar de voornaamste steden van herkomst zoals Skopje, Kumanova, Presevo met de boodschap dat asielaanvragen in België niet lonen omdat de kans op succes nihil is; en met de boodschap aan de lokale autoriteiten om een correct beeld mee te geven aan hun bevolking, hun te informeren over de binnenkomstvoorwaarden en misbruik aan te pakken, en vooral het aansporen om de situatie van de minderheden te verbeteren;

g. Het in stand houden van een hotline (02 793 82 82) en het dagelijks informeren van de asielzoekers over de mogelijkheid van een direct vrijwillig vertrek en het individueel organiseren van deze vertrekken;

h. Het organiseren van twee bussen naar Servië en Macedonië met personen die direct vrijwillig willen vertrekken, van special flights met daaraan gekoppeld een persconferentie;

i. Het organiseren van langdurende preventiecampagnes gekoppeld aan activiteiten van stabilisatie;

j. Het meewerken aan het monitoringsmechanisme van Frontex.

De resultaten van de eerste campagne zijn:

Voor de tweede campagne (september 2010) is het effect minder duidelijk :

Gezien vele activiteiten ten laste vallen van de reguliere werkingskosten en personeelsbudgetten kan moeilijk een inschatting gemaakt worden van de kost van het actieplan.