Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2059

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 april 2011

aan de minister van Justitie

Partnergeweld bij seniorenkoppels - Onderzoek - Maatregelen - Overleg

huiselijk geweld
bejaarde

Chronologie

8/4/2011Verzending vraag
4/10/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2059 d.d. 8 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Diverse signalen uit het welzijnswerk geven aan dat partnergeweld bij senioren een ernstig probleem is. Het Vlaams Meldpunt Oudermishandeling meldde negenenzeventig oproepen hierover bij mensen ouder dan zestig, zijnde 15 % van alle oproepen. Ook het Steunpunt Algemeen Welzijn berichtte over achtennegentig gevallen. Beide cijfers dateren uit 2009, recentere cijfers zijn nog niet bekend.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beoordeelt de geachte minister partnergeweld bij senioren (mensen ouder dan zestig) als een belangrijk en relevant fenomeen? Beschikt hij hieromtrent over cijfers, feiten en onderzoeksmateriaal?

2) Deelt hij de mening dat deze specifieke vorm van geweld als een relevant aandachtspunt voor Justitie?

3) Welke maatregelen, plannen of initiatieven nam of overweegt hij hieromtrent? Werkt hij aan een actieplan of een campagne? Gaf hij hierover opdracht tot onderzoek? Besprak hij dit fenomeen op het College van procureurs-generaal?

4) Pleegde de geachte minister hieromtrent overleg met zijn collega, de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen? Zo ja, met welke afspraken als gevolg? Zo niet, waarom vindt hij dit overleg niet belangrijk?

Antwoord ontvangen op 4 oktober 2011 :

Voorafgaande opmerkingen - afbakening van het gevoerde onderzoek

Op grond van de informatie uit de gegevensbank van het College van procureurs-generaal, kunnen de statistisch analisten elementen van antwoord verstrekken op de eerste vraag.

De statistisch analisten van het College van procureurs-generaal hebben informatie kunnen distilleren inzake het aantal zaken van partnergeweld bij bejaarde koppels ingeleid bij de correctionele parketten in 2010.

Alvorens de geëxtraheerde kwantitatieve gegevens van de statistisch analisten van het College van procureurs-generaal te onderzoeken, is het nuttig de volgende opmerkingen te formuleren om het onderzoeksveld af te bakenen:

1. De cijfers in onderstaande tabellen zijn geëxtraheerd uit de gegevensbank van het College van procureurs-generaal, waarin de registraties van de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg worden ingevoerd (REA/TPI-systeem). Onderstaande gegevens komen overeen met de staat van de gegevensbank op 10 juli 2011.

2. Van de 28 "eersterangsparketten” in ons land (27 parketten van eerste aanleg + het federaal parket) zijn er 27 die de correctionele zaken invoeren in het REA/TPI-computersysteem. Enkel het parket te Eupen registreert zijn dossiers niet in het computersysteem omdat er geen Duitstalige versie bestaat.

3. De gegevens die verwerkt zijn om op deze vraag te kunnen antwoorden, hebben enkel betrekking op misdrijven gepleegd door meerderjarige personen. De procedures aangespannen tegen minderjarigen worden behandeld door de jeugdsecties van de parketten, waarvoor de statistisch analisten nog niet over bruikbare gegevens beschikken.

4. Het REA/TPI-computersysteem biedt niet de mogelijkheid om een specifieke tenlasteleggingscode in te voeren voor partnergeweldmisdrijven. Het is niettemin mogelijk om in een contextveld 'IFG/koppel - intrafamiliaal geweld binnen het koppel' te vermelden wanneer het parket over deze informatie beschikt. De omzendbrieven COL 3/2006 en COL 4/2006 van het College van procureurs-generaal, in werking getreden op 3 april 2006, hebben deze vermelding verplicht gemaakt.

Bovendien beperken wij ons niet tot een specifieke lijst met tenlasteleggingscodes aangezien deze agressie fysiek, verbaal of psychisch kan zijn. De codering van dit contextveld hangt evenwel grotendeels af van de vermelding "IFG" door de politiediensten op het proces-verbaal. Indien deze vermelding niet wordt gedaan op het proces-verbaal, zal de zaak zeer vaak worden gecodeerd in het REA/TPI-computersysteem zonder dat het contextveld "IFG/koppel - intrafamiliaal geweld binnen het koppel" wordt gebruikt. De magistraat is tevens verantwoordelijk voor de codering van de vermelding "IFG" in het REA/TPI-systeem. Het kan dan ook gebeuren dat de vermelding "IFG" niet wordt geregistreerd hoewel deze op het proces-verbaal voorkomt indien de magistraat van oordeel is dat de feiten zich niet hebben voorgedaan in een context van intrafamiliaal geweld. De geëxtraheerde gegevens liggen waarschijnlijk dan ook onder het aantal samengestelde dossiers zodat de meegedeelde gegevens niet kunnen worden gekwalificeerd als wetenschappelijk nauwkeurig.

Bovendien worden de gegevens met betrekking tot de leeftijd van de benadeelde persoon op het tijdstip van de feiten niet stelselmatig geregistreerd. In veel zaken is het immers mogelijk dat de benadeelde persoon niet wordt vermeld in het REA/TPI-computersysteem van de correctionele parketten. Wanneer de benadeelde persoon wordt geregistreerd, komt het overigens vaak voor dat zijn geboortedatum niet wordt vermeld, zodat het onmogelijk is zijn leeftijd te berekenen op het tijdstip van de feiten. De leeftijd van de beklaagde kan daarentegen op vrij betrouwbare wijze worden berekend.

De gegevens van de statistisch analisten van het College van procureurs-generaal worden hierna in een tabel weergegeven. Deze tabel geeft, per soort tenlastelegging, het aantal beklaagden weer betrokken bij zaken van partnergeweld gecodeerd in het REA/TPI-computersysteem in 2010 volgens de leeftijdscategorie van de beklaagde op het tijdstip van de feiten. Als rekeneenheid in de tabel geldt de beklaagde. Een beklaagde die betrokken is bij verschillende zaken wordt zoveel keer geteld als er zaken zijn waarbij hij betrokken is.

Specifieke opmerkingen met betrekking tot intrafamiliaal geweld

In COL 3/2006 "Definitie van het intrafamiliaal geweld en de extrafamiliale kindermishandeling, de identificatie en de registratie van de dossiers door de politiediensten en de parketten" en COL 4/2006 "Gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College van procureurs-generaal betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld" worden precieze definities gegeven van het fenomeen.

In COL 3/2006 wordt intrafamiliaal geweld omschreven als "iedere vorm van fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld tussen leden van een zelfde familie, ongeacht hun leeftijd" en extrafamiliale kindermishandeling als "iedere vorm van fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld op de persoon van een kind door iemand die niet tot zijn/haar familie behoort".

De definitie van partnergeweld wordt gegeven in COL 4/2006 waarin het wordt omschreven als "iedere vorm van fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld tussen echtgenoten of personen die samenwonen of samengewoond hebben en tussen wie een duurzame affectieve en seksuele band bestaat of bestaan heeft".

De term geweld wordt nader bepaald in COL 3/2006 waarin het wordt voorgesteld als "alle strafbare gedragingen die door een daad of een verzuim schade berokkenen aan de benadeelde persoon. Dat geweld kan fysiek zijn (bijvoorbeeld opzettelijke slagen en verwondingen), seksueel (bijvoorbeeld aanranding van de eerbaarheid of verkrachting), psychisch ( bijvoorbeeld belaging, laster, eerroof, beledigingen) of zelfs economisch (bijvoorbeeld verlating van familie)". De definitie wordt uitgebreid en omvat "alle gedragingen waarvan, hoewel ze geen misdrijf lijken te zijn, bij de politie of het parket aangifte wordt gedaan en die gewoonlijk omschreven worden als familiaal geschil of kind in gevaar".

Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omzendbrieven COL 3/2006 en COL 4/2006 zijn vier nieuwe contextcodes ingevoerd:

- intrafamiliaal geweld binnen het koppel;

- intrafamiliaal geweld tegen descendenten;

- intrafamiliaal geweld tegen andere leden;

- extrafamiliale kindermishandeling.

Verzamelde gegevens en desbetreffende context

Tabel 1: Aantal beklaagden betrokken bij zaken van partnergeweld bij bejaarde koppels ingeleid bij de correctionele parketten in België, tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010.

Gegevens weergegeven per soort tenlastelegging en volgens de leeftijd van de beklaagde (aantal en percentage in kolom).


minder dan 60 jaar

60 jaar en meer

Onbekend/

error

TOTAAL


n

%

n

%

n

%

n

%

EIGENDOM

2.123

3,95

51

2,89

14

3,13

2.188

3,91

diefstal & afpersing

711

1,32

20

1,13

8

1,79

739

1,32

gewone diefstal

415

0,77

12

0,68

5

1,12

432

0,77

diefstal met geweld

103

0,19

3

0,17

1

0,22

107

0,19

zware diefstal

193

0,36

5

0,28

2

0,45

200

0,36

vernielingen, beschadigingen & brandstichting

1.130

2,10

25

1,41

3

0,67

1.158

2,07

bedrog

282

0,53

6

0,34

3

0,67

291

0,52

heling & witwas

3

0,01

.

.

.

.

3

0,01

informatica

67

0,12

1

0,06

.

.

68

0,12

andere

212

0,39

5

0,28

3

0,67

220

0,39

PERSOON

30.106

56,07

1.128

63,84

277

61,83

31.511

56,36

moord, doodslag & onopzettelijke doding

126

0,23

8

0,45

2

0,45

136

0,24

moord & doodslag

126

0,23

8

0,45

2

0,45

136

0,24

slagen & verwondingen

22.672

42,23

862

48,78

229

51,12

23.763

42,50

met opzet

22.628

42,14

860

48,67

229

51,12

23.717

42,42

zonder opzet

44

0,08

2

0,11

.

.

46

0,08

persoonlijke vrijheid

7.308

13,61

258

14,60

46

10,27

7.612

13,62

FAMILIE & PUBLIEKE MORAAL

14.889

27,73

332

18,79

87

19,42

15.308

27,38

aanranding & verkrachting

296

0,55

6

0,34

8

1,79

310

0,55

ontucht en seksuele uitbuiting

27

0,05

1

0,06

.

.

28

0,05

familiale sfeer

14.566

27,13

325

18,39

79

17,63

14.970

26,78

OPENBARE VEILIGHEID & OPENBARE ORDE

5.833

10,86

212

12,00

61

13,62

6.106

10,92

OPENBARE TROUW

141

0,26

4

0,23

5

1,12

150

0,27

VOLKSGEZONDHEID

2

0,00

.

.

.

.

2

0,00

DRUGS & DOPING

4

0,01

.

.

.

.

4

0,01

ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN

1

0,00

.

.

.

.

1

0,00

LANDBOUW, JACHT, VISVANGST & DIERENBESCHERMING

2

0,00

.

.

.

.

2

0,00

VERKEER

1

0,00

.

.

.

.

1

0,00

ANDERE

590

1,10

40

2,26

4

0,89

634

1,13

TOTAAL

53.692

100,00

1.767

100,00

448

100,00

55.907

100,00

Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten

Tabel 1 geeft het aantal beklaagden weer die betrokken zijn bij zaken van partnergeweld ingeleid bij de correctionele parketten in 2010 volgens hun leeftijd onderverdeeld in verschillende categorieën (-60 jaar; 60 jaar en meer; onbekend/error).

In totaal zijn er van de 55 907 verdachten die bij dit soort zaken betrokken zijn 1 767 verdachten 60 jaar en meer. Van 448 verdachten is de geboortedatum evenwel niet vermeld, zodat de leeftijd niet kan worden berekend. Deze 448 verdachten zijn dan ook opgenomen in de categorie onbekend/error. Bovendien kunnen andere kenmerken eigen aan het dossier het aantal verdachten licht beïnvloeden, wat impliceert dat het totaal weergegeven in tabel 1 licht kan verschillen van het werkelijke aantal verdachten.

Van de 1 767 verdachten zijn er 42 van wie de leeftijd lager was dan 60 jaar bij het begin van de periode waarin de misdrijven zijn gepleegd. Aangezien deze periode langer duurde dan het tijdstip waarop de verdachten 60 jaar werden, zijn deze verdachten evenwel opgenomen in de categorie 60 jaar en meer. Er moet worden opgemerkt dat 12 verdachten jonger waren dan 50 jaar bij het begin van de periode waarin de misdrijven zijn gepleegd.

De dossiers met betrekking tot de geregistreerde verdachten betreffen een grote verscheidenheid aan tenlasteleggingen. De tenlasteleggingen die het vaakst terugkeren zijn de tenlasteleggingen 43A – opzettelijke slagen en verwondingen (849 verdachten), 53D – belaging/stalking (218 verdachten) en 45C – bedreigingen (172 verdachten).

Van de verdachten van 60 jaar en meer die betrokken zijn bij zaken van partnergeweld tussen senioren zijn er 130 verdachten die niet in verband kunnen worden gebracht met een benadeelde persoon. In totaal zijn er 2 095 benadeelde personen in de dossiers waarbij 1 637 verdachten betrokken zijn. Als het slachtoffer betrokken is bij meerdere zaken, wordt het meermaals geteld op grond van het aantal zaken waarbij het betrokken is. Het is ook mogelijk dat dezelfde verdachte betrokken is bij verschillende dossiers met verschillende slachtoffers. Dat verklaart waarom het aantal slachtoffers hoger is dan het aantal verdachten.

Wanneer we de leeftijd van de slachtoffers op het tijdstip van de feiten trachten te bepalen, krijgen we de volgende informatie: van 1 349 benadeelden zijn er 543 die 60 jaar en meer waren op het tijdstip van de feiten en 806 die jonger dan 60 jaar waren. Jammer genoeg is voor 746 personen de geboortedatum niet geregistreerd in het REA/TPI-computersysteem.

Daaruit blijkt dat in het kader van partnergeweld gepleegd door verdachten van 60 jaar en meer:

- 543 slachtoffers 60 jaar en meer waren;

- 806 slachtoffers jonger dan 60 jaar waren;

- wij de leeftijd van 746 slachtoffers op het stuk van informatica niet kennen.

Uit de extractie van deze cijfers, rekening houdend met de afbakening van het gevoerde onderzoek zoals nader omschreven in punt 2 supra, blijkt dat partnergeweld bij "senioren" van 60 jaar en meer voor 2010 kan worden geschat op minimaal 543 op elektronische wijze geïnventariseerde slachtoffers. Het is onmogelijk het maximale aantal slachtoffers te schatten gelet op de afbakening van het gevoerde onderzoek en op de onzekerheid met betrekking tot de leeftijd van 746 slachtoffers van feiten gepleegd door verdachten van 60 jaar en meer.