Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1995

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 6 april 2011

aan de minister van Justitie

Leden van de strijdkrachten - Gerechtelijke onderzoeken - Aantallen - Conclusies

krijgsmacht
militair personeel
geweld
criminaliteit
gerechtelijk vooronderzoek
officiële statistiek
gerechtelijke vervolging

Chronologie

6/4/2011Verzending vraag
26/9/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1995 d.d. 6 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De minister van Landsverdediging verwees mij naar aanleiding van mijn vraag om uitleg nr. 5-677 (Commissiehandelingen nr. 5-58 van 30 maart 2011) naar de geachte minister van Justitie met de vraag om gegevens te verkrijgen over gewelddaden, pestgedrag en andere strafrechtelijke vergrijpen door leden van onze strijdkrachten binnen en buiten de activiteiten van het Belgische leger.

In dit verband kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel klachten werden er jaarlijks neergelegd tegen leden van onze strijdkrachten wegens criminele feiten in de periode van 2006 tot 2010?

2) Hoeveel gerechtelijke onderzoeken werden er jaarlijks en voor dezelfde periode gevoerd tegen leden van onze strijdkrachten?

3) Hoeveel veroordelingen werden er jaarlijks uitgesproken door onze rechtbanken tegen leden van onze strijdkrachten tijdens dezelfde periode?

4) Over welke strafrechtelijke feiten gaat dit alles, per jaar voor dezelfde periode?

5) Hoeveel van deze feiten werden gepleegd tijdens de activiteiten binnen het leger? Hoeveel feiten werden gepleegd buiten het leger, dit alles jaarlijks voor dezelfde periode?

6) Hoe evalueert en duidt de geachte minister de antwoorden op de bovenstaande vragen en de evolutie van de cijfers en feiten? Is er een hoger percentage aan criminele feiten merkbaar bij leden van onze strijdkrachten ten opzichte van de globale bevolking binnen dezelfde leeftijdsgroep?

7) Hoeveel strafrechtelijke onderzoeken en processen zijn er vandaag (april 2011) lopend tegen leden van onze strijdkrachten?

Antwoord ontvangen op 26 september 2011 :

1) De cijfers in onderstaande tabellen komen uit de gegevensbanken waarin de registraties van de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg worden ingevoerd (REA/TPI-computersysteem). De laatste gegevensextractie dateert van 10 januari 2011.

2) Van de 28 parketten die ons land telt, het Federaal Parket inbegrepen, zijn er 27 die de correctionele zaken invoeren in het REA/TPI-computersysteem. Het parket te Eupen registreert zijn dossiers niet in het computersysteem omdat er geen Duitstalige versie bestaat. Het komt dus niet voor in onderstaande cijfers.

3) De gegevensbank statistieken van het College van procureurs-generaal wordt twee keer per jaar geüpdatet. We kunnen dus gegevens verstrekken van de jaren 2006 tot 2010.

4) Het computersysteem biedt de mogelijkheid een voornaamste tenlastelegging en secundaire tenlasteleggingen te registreren. De in de tabellen opgenomen beklaagden zijn betrokken bij zaken waarin de mis drijven enkel worden vastgesteld op grond van de voornaamste tenlasteleggingscodes.

5) Het computersysteem biedt de mogelijkheid een contextcode 'militair' toe te kennen aan een zaak die bij het parket wordt ingeleid. De gegevens in dit document zijn geëxtraheerd op grond van die code. Indien die contextcode niet correct is geregistreerd in het computersysteem kan dit leiden tot een onderschatting van het aantal zaken dat ons interesseert. Indien de zaak daarentegen een militair aspect vertoont dat geen betrekking heeft op de functie van de beklaagde en de militaire context van de zaak is aangegeven, wordt de zaak wel opgenomen in de onderstaande gegevens hoewel de bij de zaak betrokken beklaagde geen militair is. In het laatste geval kan dit leiden tot een overschatting van de cijfers. Voorts biedt het REA-systeem de mogelijkheid om het beroep van een beklaagde te registreren; het veld dat deze codering mogelijk maakt is echter niet bruikbaar omdat het om een vrij veld gaat, maar ook omdat het veld niet stelselmatig wordt ingevuld.

6) De zaken met betrekking tot misdrijven bedoeld in het Militair Strafwetboek kunnen eveneens worden opgenomen op grond van de volgende tenlasteleggingscodes:

i. 35V: insubordinatie

ii. 35W: desertie

iii. 35X: verduistering, diefstal gepleegd door militairen

iv. 35Y: verraad, spionage, capitulatie, postverlating, belediging van de Koning, gezag van de kamers, bindende kracht van de wetten, gewelddaden, smaad, toezicht over het krijgsdomein, vernietiging, beschadiging

v. 35Z: schending van buitenlandse wetsbepalingen door Belgische militairen

7) Bovendien kunnen bepaalde verkeersovertredingen begaan door militairen in het buitenland en ingeleid bij het Federaal Parket worden getraceerd dankzij de tenlasteleggingscodes 81 tot 89.

8) Tabel 1 geeft het aantal en het percentage zaken weer waarin een militaire context werd vermeld en die tussen 1 januari 2006 en 31 januari 2010 werden ingeleid, volgens het instroomjaar van die zaken en volgens het soort tenlastelegging.

Tabel 2 geeft dezelfde zaken weer volgens het instroomjaar van de zaken bij het parket en volgens

- het gegeven dat aan deze zaken een militaire context werd toegekend in het REA-computersysteem.

- het gegeven dat om misdrijven opgenomen in het Militair Strafwetboek gaat.

- het gegeven dat het om verkeersovertredingen begaan door militairen in het buitenland gaat.

Tabel 3 geeft het aantal en het percentage zaken weer waarin een militaire context werd vermeld volgens het instroomjaar en volgens de laatste stand van zaken van de zaak op 10 januari 2011 (datum van de laatste gegevensextractie uit de gegevensbank van het College van procureurs-generaal).

Tabel 4 geeft het aantal en percentage zaken weer dat binnen een militaire context werd geseponeerd, volgens het instroomjaar en volgens de reden voor sepot (datum van de laatste gegevensextractie uit de gegevensbank van het College van procureurs-generaal).

Tabel 5 geeft het aantal en percentage vonnissen weer op 10 januari 2011, volgens het instroomjaar van de zaak bij het parket en het soort gevelde vonnis.

9) Zo is de strafzaak de rekeneenheid voor alle hierna volgende tabellen. Iedere zaak kan betrekking hebben op een of meer personen en op een of meer strafbare feiten, er moet dus worden benadrukt dat iedere zaak slechts een keer is opgenomen.

Antwoord (zie bijlage)

Verzamelde gegevens en context :

Tabel 1: Aantal en percentage zaken met betrekking tot de strijdkrachten ingeleid bij de parketten tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010, per instroomjaar en soort tenlastelegging (a & % in kolom).

VOORNAAMSTE TENSLASTELEGGING

2006

2007

2008

2009

2010

Totaal


a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

EIGENDOM

82

16,17

79

16,32

88

17,12

128

31,60

57

15,49

434

19,05

  diefstal & afpersing

58

11,44

44

9,09

62

12,06

101

24,94

40

10,87

305

13,39

  gewone diefstal

46

9,07

39

8,06

55

10,70

89

21,98

36

9,78

265

11,63

  diefstal met geweld

1

0,20

.

.

.

.

.

.

2

0,54

3

0,13

  zware diefstal

11

2,17

5

1,03

7

1,36

12

2,96

2

0,54

37

1,62

  vernielingen, beschadigingen & brandstichting

11

2,17

13

2,69

6

1,17

9

2,22

7

1,90

46

2,02

  bedrog

13

2,56

22

4,55

20

3,89

18

4,44

10

2,72

83

3,64

  heling & witwassen

.

.

.

.

.

.

1

0,25

.

.

1

0,04

  Informatica:

.

.

2

0,41

.

.

6

1,48

1

0,27

9

0,40

  andere

13

2,56

20

4,13

20

3,89

11

2,72

9

2,45

73

3,20

PERSOON

84

16,57

74

15,29

91

17,70

49

12,10

62

16,85

360

15,80

  moord, doodslag & onopzettelijk doden

.

.

1

0,21

3

0,58

.

.

2

0,54

6

0,26

  moord & doodslag

.

.

.

.

3

0,58

.

.

1

0,27

4

0,18

  onopzettelijk doden

.

.

1

0,21

.

.

.

.

1

0,27

2

0,09

  slagen & verwondingen

50

9,86

48

9,92

63

12,26

40

9,88

49

13,32

250

10,97

  met opzet

43

8,48

40

8,26

45

8,75

31

7,65

37

10,05

196

8,60

  zonder opzet

7

1,38

8

1,65

18

3,50

9

2,22

12

3,26

54

2,37

  persoonlijke vrijheid

34

6,71

25

5,17

25

4,86

9

2,22

11

2,99

104

4,57

FAMILIE & PUBLIEKE MORAAL

32

6,31

37

7,64

19

3,70

12

2,96

15

4,08

115

5,05

  aanranding & verkrachting

5

0,99

6

1,24

2

0,39

4

0,99

6

1,63

23

1,01

  ontucht en seksuele uitbuiting

2

0,39

5

1,03

5

0,97

1

0,25

1

0,27

14

0,61

  familiale sfeer

25

4,93

26

5,37

12

2,33

7

1,73

8

2,17

78

3,42

OPENBARE VEILIGHEID & OPENBARE ORDE

224

44,18

222

45,87

231

44,94

171

42,22

185

50,27

1 033

45,35

OPENBARE TROUW

3

0,59

6

1,24

3

0,58

3

0,74

3

0,82

18

0,79

VOLKSGEZONDHEID

.

.

.

.

.

.

.

.

1

0,27

1

0,04

DRUGS & DOPING

13

2,56

9

1,86

12

2,33

11

2,72

5

1,36

50

2,19

ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN

2

0,39

1

0,21

.

.

1

0,25

1

0,27

5

0,22

MILIEU & STEDENBOUW

7

1,38

1

0,21

3

0,58

.

.

2

0,54

13

0,57

  milieu

4

0,79

.

.

1

0,19

.

.

2

0,54

7

0,31

  stedenbouw

3

0,59

1

0,21

2

0,39

.

.

.

.

6

0,26

LANDBOUW, JACHT, VISVANGST & DIERENBESCHERMING

1

0,20

1

0,21

.

.

.

.

.

.

2

0,09

ARBEID & SOCIALE ZEKERHEID

3

0,59

4

0,83

4

0,78

2

0,49

4

1,09

17

0,75

FINANCIËLE AANGELEGENHEDEN

.

.

.

.

.

.

1

0,25

.

.

1

0,04

  fiscale fraude

.

.

.

.

.

.

1

0,25

.

.

1

0,04

VERKEER

29

5,72

28

5,79

31

6,03

8

1,98

18

4,89

114

5,00

ANDERE

27

5,33

22

4,55

32

6,23

19

4,69

15

4,08

115

5,05

TOTAAL

507

100,00

484

100,00

514

100,00

405

100,00

368

100,00

2 278

100,00

Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten

Toelichting :

Het totaal aantal zaken met betrekking tot de strijdkrachten ingeleid tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010 bedraagt, zoals deze eerste tabel al aangeeft, 2 278. Er blijkt een afname te zijn van dat aantal zaken tussen 2008 en 2010 (-28,40 %) Bij al deze zaken zijn 2 241 beklaagden betrokken.

45,35 % van deze zaken heeft betrekking op misdrijven tegen de openbare orde en de openbare veiligheid, 11,63 % op gewone diefstallen (met een piek in 2009) en 8,60 % op opzettelijke slagen en verwondingen. Deze drie soorten tenlastelegging komen het vaakst voor.

De zaken met betrekking tot misdrijven tegen de openbare orde en de openbare veiligheid omvatten eveneens de tenlasteleggingscodes die verband houden met misdrijven bedoeld in het Militair Strafwetboek; aangezien er 905 zaken onder deze codes ressorteren, is het logisch dat onder deze rubriek een hoger percentage wordt opgemerkt. Voor een meer gedetailleerd overzicht van de inhoud van de rubrieken van tabel 1 verwijzen wij u naar de website van de statistisch analisten die u een conversietabel van die codes biedt (http://www.just.fgov.be/statistique_parquets/index.html).

Tabel 2: Aantal zaken met betrekking tot de strijdkrachten ingeleid bij de parketten tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010, per instroomjaar en naargelang deze zaken een militaire context toebedeeld kregen, verband houden met misdrijven opgenomen in het Militair Strafwetboek of verband houden met verkeersovertredingen begaan door militairen in het buitenland (a en % op een lijn).


Zaken met een militaire context

Zaken met betrekking tot verkeersovertredingen begaan door militairen in het buitenland

Zaken met betrekking tot misdrijven opgenomen in het Militair Strafwetboek

Totaal


a

%

a

%

a

%

a

%

2006

278

54,83

12

2,37

217

42,80

507

100,00

2007

287

59,30

13

2,69

184

38,02

484

100,00

2008

319

62,06

8

1,56

187

36,38

514

100,00

2009

219

54,07

5

1,23

181

44,69

405

100,00

2010

228

61,96

4

1,09

136

36,96

368

100,00

Totaal

1 331

58,43

42

1,84

905

39,73

2 278

100,00

Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten

Toelichting :

Deze tabel geeft een overzicht van het percentage zaken naargelang deze een militaire context toebedeeld kregen, verband houden met misdrijven opgenomen in het Militair Strafwetboek of verband houden met verkeersovertredingen begaan door militairen in het buitenland.

Bij 39,73 % van de geselecteerde zaken gaat het om misdrijven opgenomen in het Militair Strafwetboek (insubordinatie, desertie, verduistering, verraad, spionage, enz.); 1,84 % zijn verkeersovertredingen begaan door militairen in het buitenland. Ten slotte werd minstens 58,43 % van deze zaken in het REA-computersysteem geregistreerd met een militaire context. Er moet worden onderstreept dat indien een zaak met betrekking tot misdrijven opgenomen in het Militair Strafwetboek of een verkeersovertreding begaan door militairen in het buitenland met een dergelijke context werd gecodeerd, die zaak niet kan worden opgenomen in de eerste kolom van de tabel, maar wel in de twee andere kolommen van deze tabel.

De daling tussen 2008 en 2010 is hoofdzakelijk te wijten aan een daling van het aantal zaken met betrekking tot misdrijven opgenomen in het Militair Strafwetboek.

Tabel 3: Aantal en percentage zaken met betrekking tot de strijdkrachten, per instroomjaar en volgens de laatste stand van zaken op 10 januari 2010, datum van de laatste gegevensextractie uit de gegevensbank (a en % in kolom). De gevoegde zaken worden weergegeven volgens de stand van zaken die hun respectievelijke moederzaak heeft gekregen.


2006

2007

2008

2009

2010

Totaal


a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

opsporingsonderzoek

17

3,35

20

4,13

30

5,84

23

5,68

119

32,34

209

9,17

sepot

344

67,85

350

72,31

377

73,35

267

65,93

204

55,43

1 542

67,69

terbeschikkingstelling

72

14,20

46

9,50

64

12,45

42

10,37

16

4,35

240

10,54

minnelijke schikking

1

0,20

1

0,21

4

0,78

31

7,65

12

3,26

49

2,15

strafbemiddeling

.

.

2

0,41

3

0,58

1

0,25

6

1,63

12

0,53

onderzoek

1

0,20

1

0,21

1

0,19

10

2,47

1

0,27

14

0,61

raadkamer

3

0,59

3

0,62

2

0,39

4

0,99

1

0,27

13

0,57

dagvaarding & vervolg

69

13,61

61

12,60

33

6,42

27

6,67

9

2,45

199

8,74

Totaal

507

100,00

484

100,00

514

100,00

405

100,00

368

100,00

2 278

100,00

Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten

Toelichting :

9,17 % van deze zaken (209 van de 2 278) is op 10 januari 2011 in de fase van het opsporingsonderzoek. Het gegeven dat deze tabel cohorten van zaken weergeeft naar de stand van zaken op 10 januari 2011, verklaart het hoge percentage zaken dat in 2010 nog in het fase van het opsporingsonderzoek verkeert (32,34 %), wat betekent dat de stand van zaken verschilt naargelang het bestudeerde cohort. Het is bijvoorbeeld logisch om verhoudingsgewijs een groter aantal zaken in opsporingsonderzoek aan te treffen bij de dossiers ingeleid in 2010 dan bij die ingeleid in 2008. Omgekeerd zal een groter aantal 'dagvaardingen' worden aangetroffen bij de oudste zaken.

67,69 % van al deze zaken werd gesepondeerd, (1 542 zaken), 10,54 % werd voor beschikking naar een andere instantie overgezonden (240 zaken), voor 2,15 % werd een voorstel tot minnelijke schikking gedaan (49 zaken) en voor 0,53 % een voorstel tot strafbemiddeling (12 zaken), 10,01 % was het onderwerp van vervolging (onderzoek, raadkamer, dagvaarding en vervolg; 226 zaken).

294 gevoegde zaken in deze tabel hebben op 10 januari 2011 de stand van zaken gekregen van de moederzaak ervan. 23 ervan bevonden zich in de fase van het opsporingsverzoek, 176 werden geseponeerd, 3 werden voor beschikking naar een andere instantie overgezonden, voor 4 werd een voorstel tot strafbemiddeling gedaan en 88 waren het onderwerp van vervolging (onderzoek, raadkamer, dagvaarding en vervolg).De verschillende voortgangsfasen kunnen zijn :

opsporingsonderzoek

Deze categorie omvat alle zaken die op 10 januari 2011 nog in het stadium van het voorafgaand opsporingsonderzoek verkeerden.

sepot

Het sepot is de voorlopige beslissing om af te zien van vervolging en maakt een einde aan het opsporingsonderzoek. De beslissing tot sepot is altijd voorlopig. Zolang de strafvordering niet is vervallen, kan de zaak worden heropend.

beschikking

Deze rubriek bevat de zaken die op 10 januari 2011 ter beschikking waren overgezonden. Zolang de overgezonden zaken niet worden teruggestuurd naar de parket-verzender, blijven zij in deze stand van voortgang bij het parket van oorsprong, waar zij dan ook als afgesloten worden beschouwd. Deze zaken worden bij het doelparket onder een ander nummer heropend.

minnelijke schikking

Deze categorie bevat de zaken waarvoor een minnelijke schikking is voorgesteld en waarin op een eindbeslissing wordt gewacht (daaronder begrepen de gedeeltelijk betaalde minnelijke schikkingen), de zaken die zijn afgesloten door de betaling van de minnelijke schikking en waarvoor de strafvordering is vervallen en ten slotte de zaken waarvoor de minnelijke schikking geweigerd is, maar die sindsdien nog niet naar een nieuwe voortgangsfase zijn geëvolueerd.

strafbemiddeling

Deze categorie bevat de zaken waarvoor strafbemiddeling is voorgesteld en waarin op een eindbeslissing wordt gewacht, de zaken die zijn afgesloten door het naleven van de voorwaarden van de bemiddeling en waarin de strafvordering is vervallen en ten slotte, de zaken waarvoor de bemiddeling mislukt is, maar die sindsdien nog niet naar een nieuwe voortgangsfase zijn geëvolueerd.

onderzoek

De rubriek onderzoek bevat de zaken ter zake waarvan een gerechtelijk onderzoek is ingesteld en waarvoor voor de raadkamer nog geen rechtsdag is bepaald met het oog op de regeling van de rechtspleging.

raadkamer

De rubriek raadkamer bevat de zaken van de fase van de regeling van de rechtspleging tot op het tijdstip waarop eventueel een rechtsdag voor de correctionele rechtbank wordt bepaald. De zaken waarin is afgezien van vervolging behouden deze stand van zaken.

dagvaarding en vervolg

De rubriek rechtstreekse dagvaarding en vervolg bevat de zaken waarin er sprake is van een dagvaarding of een beslissing na de dagvaarding. Het betreft zaken waarvoor er een dagvaarding is, een rechtsdag voor de correctionele rechtbank bepaald is, een vonnis, verzet, hoger beroep, enz. is.

Tabel 4: Aantal en percentage geseponeerde zaken met betrekking tot de strijdkrachten, per instroomjaar en volgens de reden voor sepot (a & % in kolom). De gevoegde zaken worden weergegeven volgens de reden voor sepot die hun respectievelijke moederzaak heeft gekregen op 10 januari 2011.


2006

2007

2008

2009

2010

Totaal


a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

a

%

opportuniteit

beperkte maatschappelijke weerslag

3

0,87

3

0,86

6

1,59

5

1,87

3

1,47

20

1,30


toestand geregulariseerd

40

11,63

55

15,71

56

14,85

49

18,35

28

13,73

228

14,79


misdrijf van relationele aard

15

4,36

9

2,57

4

1,06

8

3,00

6

2,94

42

2,72


nadeel gering

1

0,29

4

1,14

.

.

.

.

.

.

5

0,32


redelijke termijn overschreden

2

0,58

3

0,86

.

.

1

0,37

1

0,49

7

0,45


afwezigheid van voorgaanden

.

.

.

.

2

0,53

5

1,87

1

0,49

8

0,52


toevallige feiten – specifieke omstandigheden

12

3,49

11

3,14

11

2,92

4

1,50

4

1,96

42

2,72


wanverhouding gevolgen - maatschappelijke verstoring

6

1,74

12

3,43

12

3,18

15

5,62

14

6,86

59

3,83


houding van het slachtoffer

7

2,03

4

1,14

5

1,33

1

0,37

1

0,49

18

1,17


vergoeding van het slachtoffer

2

0,58

1

0,29

2

0,53

2

0,75

.

.

7

0,45


andere prioriteiten

78

22,67

66

18,86

43

11,41

21

7,87

15

7,35

223

14,46


Totaal rubriek

166

48,26

168

48,00

141

37,40

111

41,57

73

35,78

659

42,74

technisch

geen misdrijf

57

16,57

60

17,14

54

14,32

39

14,61

44

21,57

254

16,47


onvoldoende bewijs

50

14,53

64

18,29

92

24,40

60

22,47

44

21,57

310

20,10


verjaring

.

.

1

0,29

.

.

.

.

.

.

1

0,06


overlijden van de dader

.

.

.

.

2

0,53

.

.

1

0,49

3

0,19


intrekking van de klacht

2

0,58

2

0,57

.

.

.

.

.

.

4

0,26


onbevoegdheid

13

3,78

8

2,29

22

5,84

10

3,75

7

3,43

60

3,89


kracht van gewijsde

.

.

.

.

.

.

1

0,37

1

0,49

2

0,13


strafuitsluitende verschoningsgrond

1

0,29

.

.

.

.

.

.

1

0,49

2

0,13


gebrek aan klacht

.

.

.

.

2

0,53

1

0,37

.

.

3

0,19


dader(s) onbekend

47

13,66

38

10,86

57

15,12

41

15,36

21

10,29

204

13,23


Totaal rubriek

170

49,42

173

49,43

229

60,74

152

56,93

119

58,33

843

54,67

andere

administratieve geldboete

1

0,29

2

0,57

3

0,80

1

0,37

2

0,98

9

0,58


pretoriaanse probatie

1

0,29

.

.

1

0,27

1

0,37

2

0,98

5

0,32


seining van de dader

6

1,74

7

2,00

2

0,53

2

0,75

8

3,92

25

1,62


Totaal rubriek

8

2,33

9

2,57

6

1,59

4

1,50

12

5,88

39

2,53

onbekend/error


.

.

.

.

1

0,27

.

.

.

.

1

0,06


Totaal rubriek

.

.

.

.

1

0,27

.

.

.

.

1

0,06

Totaal

344

100,00

350

100,00

377

100,00

267

100,00

204

100,00

1 542

100,00

Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten

Toelichting :

Van alle geseponeerde zaken op 10 januari 2011 was dat bij 54,67 % wegens technische redenen; de meest voorkomende technische redenen zijn 'onvoldoende bewijzen' (20,10 %), 'geen misdrijf' (16,47 %) en 'dader onbekend' (13,23 %). Deze percentages evolueren volgens het beschouwde instroomjaar.

De zaken die werden geseponeerd wegens opportuniteitsredenen bedragen 42,74 % (370 op 1 542), de meest voorkomende opportuniteitsredenen zijn 'andere prioriteiten' (14,46 %) en 'toestand geregulariseerd' (14,79 %). Ook deze percentages evolueren volgens het beschouwde instroomjaar.

Tabel 5: Aantal en percentage gevonniste zaken, volgens het type vonnis (a en % in kolom). Toestand op 10 januari 2011. De gevoegde zaken worden weergegeven volgens het type vonnis dat hun respectievelijke moederzaak heeft gekregen.


a

%

Veroordeling

Veroordeling

65

39,39


Veroordeling met uitstel

42

25,45


Veroordeling met probatie-uitstel

7

4,24


Totaal rubriek

114

69,09

Vrijspraak

Vrijspraak

9

5,45


Totaal rubriek

9

5,45

Opschorting

Gewone opschorting

31

18,79


Probatieopschorting

7

4,24


Totaal rubriek

38

23,03

andere

Vonnis alvorens recht te spreken

1

0,61


Vervallen strafvordering

1

0,61


Varia

2

1,21


Totaal rubriek

4

2,42

Totaal

165

100,00

Bron: gegevensbank van het College van procureurs-generaal - statistisch analisten

Toelichting :

In casu worden de laatste soorten vonnissen meegerekend die in een zaak zijn gewezen. Indien eerst een vonnis bij verstek werd uitgesproken en daarna een vrijspraak op verzet werd gewezen, wordt enkel de vrijspraak opgenomen in deze tabel.

In tabel 3 hebben 199 zaken "dagvaarding en vervolg" als laatste stand van zaken. Op 10 januari waren er daarvan 165 uitgesproken en waren 193 beklaagden erbij betrokken.

In 39,39 % van de gevonniste zaken (65 op 165) werd een veroordeling zonder uitstel uitgesproken door de correctionele rechtbank. In 25,45 % van de gevallen (42 zaken) werd een veroordeling met uitstel uitgesproken. Bij 38 zaken was er sprake van gewone of probatieopschorting van de uitspraak en bij 9 zaken van een vrijspraak.