Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1979

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 4 april 2011

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Asielzoekers - Nakende opvangcrisis - Maatregelen en ontrading - Effect van de gebeurtenissen in Tunesië en Libië

politiek asiel
sociale voorzieningen
controle van de migraties
verwijdering
Dienst Vreemdelingenzaken
remigratie
Tunesië
Libië
asielzoeker

Chronologie

4/4/2011Verzending vraag
10/5/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1980

Vraag nr. 5-1979 d.d. 4 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Momenteel bedraagt de bezettingsgraad van de opvangplaatsen voor asielzoekers bijna 97 %. Dit hoge cijfer maakt een voorspelling van een nakende crisis heel gemakkelijk. Onvermijdelijk belanden we weerom in een verhaal van overbezetting met alle gevolgen van dien: mensen op de straat, misschien inschakeling van hotels en alle ellende die we de voorbij maanden al zo vaak observeerden. De gebeurtenissen in Libië en Tunesië hebben hier ongetwijfeld hun effecten. Anderzijds wezen we de staatssecretaris al maanden geleden op het hoge risico dat er eind maart 2011 opnieuw een asielopvangcrisis zou ontstaan.

Asielmanager Peter De Roo spreekt over het dringend herbekijken van instroom- en ontradingcampagnes. Hij stelt ook vast dat in- en uitstroom onvoldoende op elkaar zijn geënt. Daarbij geldt een eenvoudige logica: de uitstroom moet groter zijn dan de instroom, anders vergroot het probleem systematisch. Voorlopig overwoekert de instroom.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Bevestigt de geachte staatssecretaris het nakende probleem en zullen we op heel korte termijn terug worstelen met een tekort aan opvangplaatsen?

2) Met welke concrete beleidsmaatregelen zal deze nakende crisis worden beheerst en opgelost?

3) Op welke wijze zal België erin lukken om de uitstroom groter te maken dan de instroom? Welke instrumenten zijn daartoe noodzakelijk en wanneer zullen deze werkzaam zijn?

4) In welke mate zullen de gebeurtenissen in Libië en Tunesië, onder andere zichtbaar door de invasie van het eiland Lampedusa, de instroom vergroten? Werden er hieromtrent Europese maatregelen genomen?

Antwoord ontvangen op 10 mei 2011 :

1) en 2) De aangehaalde problematiek van het tekort aan opvangplaatsen in de open centra behoort tot de bevoegdheid van mijn collega van Maatschappelijke Integratie.

3) Er worden serieuze inspanningen geleverd om de uitstroom van vreemdelingen gevoelig te verhogen :

1. de administratieve opvolging van bevelen om het grondgebied te verlaten (BGV’s) wordt gevoelig verhoogd;

2. de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) heeft het initiatief genomen om meer dossiers via een pre-identificatiedossier bij de herkomstlanden aanhangig te maken;

3. er lopen diverse initiatieven om het identificatieproces voor de Maghreb-landen te verbeteren alsook te komen tot een re-admissie-akkoord.

Weldra wordt gestart met het project SEFOR (“sensibilisation, follow-up and return”) met als doel het sensibiliseren van de gemeenten en de politie in het kader van de opvolging van een BGV. Er zal ook een omzendbrief verschijnen die naar alle burgemeesters zal worden verstuurd met de te volgen procedure wanneer een vreemdeling een bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) betekend krijgt. In het kader hiervan wordt de cel adrescontrole bij de dienst Clandestienen een apart bureau om hieraan sturing te kunnen geven. Dit bureau zal worden uitgebreid met sensibiliserings- en verbindingsambtenaren die op het terrein zullen worden ingezet. Naar de toekomst toe zullen de BGV’s dus meer systematisch worden opgevolgd.

De effectieve opvolging van de BGV’s kan op twee wijzen gerealiseerd worden : enerzijds zullen alle partners de vreemdelingen ervan overtuigen vrijwillig terug te keren (al dan niet met ondersteuning). Anderzijds zullen vreemdelingen in het geval van niet vrijwillige terugkeer en die geen gevolg geven aan hun BGV, sneller het voorwerp kunnen uitmaken van een gedwongen verwijderingsmaatregel met opsluiting met het oog op repatriëring.

Ik kan U overigens meedelen dat de ministerraad onlangs nieuwe middelen aan de DVZ heeft toegekend. De versterking betreft twaalf nieuwe ambtenaren voor het contact met de gemeenten en de pre-identificatie.

Door aan pre-identificatie te werken, tracht de DVZ zo veel mogelijk personen vóór opsluiting te identificeren teneinde de opsluitingstermijn in een gesloten centrum zo kort mogelijk te houden en het aantal effectieve verwijderingen te doen stijgen. Het aantal plaatsen in de gesloten centra is inderdaad beperkt en aangezien er een groepsregime in de centra bestaat, is het belangrijk het evenwicht tussen de nationaliteiten te behouden.

Inzake identificatie en re-admissie, onderhandelt de DVZ bijvoorbeeld. met de Marokkaanse overheden om via digitale weg vingerafdrukken over te maken, teneinde het identificatieproces te versnellen. Er worden nog een aantal technische en praktische zaken onderzocht, alvorens dit effectief in de praktijk kan worden omgezet. De DVZ zal ook in de komende weken gesprekken voeren met de consulaire en diplomatieke vertegenwoordigers. Europese initiatieven op niveau van re-admissie zitten op dit ogenblik vast aangezien de Marokkaanse kant ook eisen inzake visumfacilitering verwacht. Voorts hebben er lopende onderhandelingen plaats tussen de Belgische en de Algerijnse overheden om een bilateraal re-admissie-akkoord af te sluiten. Dit akkoord moet het identificatieproces en het terugkeerproces vergemakkelijken. De Europese unie is op dit ogenblik nog geen stap dichter bij een akkoord met Algerije. Om die reden kwam er een Belgisch initiatief.

4) Voor Tunesië heb ik reeds enkele weken geleden aangekondigd dat er verscherpte controles op vliegtuigen vanuit Italië moeten uitgevoerd worden teneinde te vermijden dat Tunesiërs met Italiaanse verblijfsvergunning zonder bestaansmiddelen België binnen reizen. Deze verscherpte grenscontrole kan tijdelijk in toepassing van artikel 23 van de Schengengrenscode ingevoerd worden. Daarnaast zal de DVZ nagaan in hoeverre afspraken met het nieuwe regime in Tunis kunnen gemaakt worden met het oog op de verbetering van de identificatie- en terugkeerprocedure.