Personenbelasting - Geïnde bedragen
belasting van natuurlijke personen
officiële statistiek
geografische spreiding
inning der belastingen
30/3/2011 | Verzending vraag |
21/10/2011 | Antwoord |
In het kader van mijn werkzaamheden in de Senaat ontving ik graag antwoord op de volgende vragen:
Hoeveel inkomsten afkomstig van de personenbelasting werden in 2010 door de overheid geïnd?
Graag kreeg ik een opdeling per gewest en een vergelijking met voorgaande jaren.
Zoals u weet, wordt de personenbelasting hoofdzakelijk geïnd bij wijze van voorheffingen en voorafbetalingen. Zo hebben de ontvangsten geïnd op vlak van de bedrijfsvoorheffing, de roerende voorheffing en de voorafbetalingen gedurende het begrotingsjaar 2010 voor het overgrote deel betrekking op inkomsten verworven in 2010.
De bovenvermelde belastingsoorten bieden echter geen volledig beeld van de opbrengst van de personenbelasting voor een bepaald aanslagjaar. Bovendien laten de aangiften met betrekking tot deze voorheffingen niet toe de aangegeven bedragen op te splitsen volgens het fiscaal domicilie van de genieter van de inkomsten.
Daarentegen bieden de inkohieringsstatistieken met betrekking tot de personenbelasting wel de mogelijkheid om een inzicht te verwerven in de regionale opdeling van deze belasting. Dit is mogelijk vermits de inkohiering nu eenmaal gepersonaliseerd is. Dit is trouwens ook de reden waarom de bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten zich ook baseert op de notie van de globale personenbelasting van een bepaald aanslagjaar om de toewijzingen aan gewesten en gemeenschappen, voorzien in deze wet, te bepalen.
Met de notie “globale personenbelasting” bedoelt men de belasting vóór toepassing van de belastingverminderingen toegestaan door de Gewesten en vóór toepassing van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting en van de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting.
Hierbij dringen zich de volgende kanttekeningen op :
De bovenvermelde ingekohierde globale belasting bevat niet de belasting met betrekking tot de roerende inkomsten die niet werden aangegeven in het kader van de vrijstelling van aangifteplicht voor bepaalde roerende inkomsten (bevrijdende roerende voorheffing).
De opbrengst van de onroerende voorheffing werd toegewezen aan de Gewesten. De onroerende voorheffing met betrekking tot het eigen woonhuis kan echter nog steeds gedeeltelijk worden verrekend met de personenbelasting, in het kader van het oud stelsel van de onroerende fiscaliteit. Er dient opgemerkt dat het nieuw stelsel van de onroerende fiscaliteit voorziet in een vrijstelling (en dus een bevrijdende onroerende voorheffing) voor het eigen woonhuis.
Daarnaast ondergaat de ingekohierde globale belasting niet de negatieve impact van de vrijstellingen van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing, aangezien deze niet-gestorte bedrijfsvoorheffing nog steeds kan worden verrekend met de personenbelasting.
Teneinde een inzicht te bieden in de omvang van de globale personenbelasting evenals van de regionale spreiding ervan is de onderstaande tabel opgemaakt.
De gegevens voor de twee recentste aanslagjaren (2009 en 2010) zijn weerhouden in de tabel. Er dient in dit verband wel opgemerkt dat het nog over voorlopige cijfers gaat gezien voor beide aanslagjaren de aanslagtermijn van drie jaar, voorzien in artikel 354, 1ste lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, nog steeds loopt.
Impôt global pour les exercices d'imposition 2009 et 2010 (chiffres provisoires) - |
||
Globale belasting voor het aanslagjaren 2009 en 2010 (voorlopige cijfers) |
||
Régions/ Gewesten |
Exercice d'imposition 2009 – Aanslagjaar 2009 |
Exercice d'imposition 2010 – Aanslagjaar 2010 |
Région flamande - Vlaams Gewest |
22 519 609 160,33 € |
22 420 419 589,81 € |
Région de Bruxelles-Capitale - Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
3 027 935 405,27 € |
3 004 146 707,35 € |
Région wallonne - Waals Gewest |
10 110 369 606,67 € |
10 144 271 987,99 € |
Total - Totaal |
35 657 914 172,27 € |
35 568 838 285,15 € |
En Euro - In Euro. |
|
|