Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1858

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 25 maart 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Tijdskrediet opgelegd door de werkgever - Weigering van een werknemer om dat te aanvaarden - Bescherming tegen ontslag - Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis - Bewijslast

loopbaanonderbreking
collectieve arbeidsovereenkomst
arbeidstijdverkorting
ontslag

Chronologie

25/3/2011Verzending vraag
26/4/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1858 d.d. 25 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

De AXA Bank zou willen besparen op de onkosten en haar rendabiliteit willen verbeteren. AXA zou plannen hebben om het aantal arbeidsplaatsen over drie jaar met 10,6% te verminderen. Niemand zou worden ontslagen. Er zouden alleen natuurlijke afvloeiingen zijn, maatregelen voor interne mobiliteit en formules voor vervroegd vertrek.

Er zouden verschillende formules om vroegtijdig te kunnen vertrekken : brugpensioen vanaf zestig jaar met uitkering van een aanvulling door de werkgever, vervroegd pensioen op zestig jaar met een afscheidspremie of halftijds tijdskrediet vanaf zevenenvijftig jaar.

De Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) nr. 77bis bevat drie soorten maatregelen voor de werknemer : het recht op tijdskrediet gedurende een jaar, met de mogelijkheid het uit te breiden tot maximum vijf jaar. Het kan gaan om volledig of halftijds tijdskrediet; het recht op loopbaanvermindering met een vijfde gedurende maximum vijf jaar en het recht op loopbaanvermindering met een vijfde of deeltijdse - maximum halftijdse - prestaties voor onbeperkte duur voor werknemers vanaf vijftig jaar. Die verschillende mogelijkheden staan los van elkaar en kunnen dus, binnen vooraf bepaalde beperkingen, worden gecumuleerd. De werknemer die van dat recht gebruik maakt, kan niet worden ontslagen, behalve om dwingende redenen of om een reden waarvan de aard en de oorsprong niets te maken hebben met de opschorting van de arbeidsovereenkomst of aan de arbeidsduurvermindering. Bij verbreking van de overeenkomst moet de werkgever een forfaitaire vergoeding betalen die gelijk is aan zes maanden loon.

De bepalingen die van toepassing zijn, blijken echter geen rekening te houden met het omgekeerde geval. Kan AXA immers beslissen een werknemer te ontslaan omdat hij weigert zijn arbeidsduur te verminderen?

Is een werknemer die een door zijn werkgever opgelegd tijdskrediet weigert, beschermd tegen ontslag, zoals bepaald in de CAO nr. 77bis? Zo ja, wat zou de situatie zijn voor een onderneming die gebruik kan maken van de crisisvoorwaarden? Zou de bewijslast dan op de werkgever rusten?

Antwoord ontvangen op 26 april 2011 :

Het stelsel van tijdskrediet dat werd ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 kent aan de werknemers die bepaalde voorwaarden vervullen een recht toe om tijdelijk hun arbeidsprestaties te schorsen of te verminderen.

Aangezien het om een recht voor de werknemer gaat, komt de beslissing om gebruik te maken van dit recht en dus eveneens het initiatief om dit te vragen, aan hem toe. Om de uitoefening van dit recht te waarborgen, treedt een bescherming tegen ontslag van de werknemer in werking vanaf het indienen van een aanvraag tot tijdskrediet gericht aan de werkgever.

Wanneer een werkgever zijn werknemers zou aansporen om te zien of ze eventueel zouden geïnteresseerd zijn in een tijdskrediet, blijft de werknemer derhalve vrij om al dan niet te aanvaarden.

De werknemer kan dus niet gedwongen worden om een vermindering van zijn arbeidstijd in het kader van tijdskrediet te aanvaarden.

In het kader van de crisiswetgeving had de wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis, toegelaten om de prestaties van de werknemers individueel en tijdelijk te verminderen, door hetgeen “crisistijdskrediet” genoemd werd.

In dit specifiek systeem dat verschilt van het systeem dat door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis werd ingevoerd, werd aan de ondernemingen in moeilijkheden de mogelijkheid geboden om aan hun voltijds tewerkgestelde werknemers een vermindering van hun prestaties tot de helft of met 1/5 voor te stellen.

De wetgeving inzake het crisistijdskrediet is buiten werking getreden op 31 januari 2011.

Bijgevolg kunnen de ondernemingen na deze datum geen gebruik meer maken van het crisistijdskrediet en derhalve niet het initiatief nemen om deze formule voor te stellen aan hun werknemers.