Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1742

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 16 maart 2011

aan de minister van Klimaat en Energie

Eco-landbouw - Belang in het kader van de klimaatverandering - Overleg met de gewesten - Promotie

duurzame landbouw
landbouwbeleid
ontwikkelingshulp
gemeenschappelijk landbouwbeleid
opwarming van het klimaat
levensmiddelenproductie
biologische landbouw

Chronologie

16/3/2011Verzending vraag
10/5/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1741
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1743

Vraag nr. 5-1742 d.d. 16 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ecologische landbouw kan de voedselproductie in sommige regio's in de wereld binnen een termijn van tien jaar verdubbelen en tegelijkertijd de ongewenste klimaatverandering drastisch verminderen. Zo stelt een rapport van de Verenigde Naties (VN), gepresenteerd in Genève op 8 maart 2011. Een snelle overstap naar " eco-landbouw " blijkt de enige manier om de stijgende honger te succesvol te counteren en de opwarming van de aarde doelmatig aan te pakken. Dat vermeldt het jaarlijkse rapport over agro-ecologie en het recht op voedsel van de VN-Mensenrechtenraad.

Agro-ecologie ontwikkelt op natuurlijke wijze, niet via industriële processen. Het vervangt middelen als kunstmest door uitgekiende combinatie van planten, bomen en dieren, waardoor de productiviteit verhoogt. Bij vierenveertig projecten in twintig landen in Afrika ten zuiden van de Sahara, steeg de opbrengst door deze technieken binnen drie tot tien jaar tijd met 214 %. Dit resultaat overtreft alles wat genetisch veranderde gewassen ooit bereikten. Andere recente wetenschappelijke experimenten in zevenenvijftig landen toonden aan dat de opbrengst van kleine boeren die agro-ecologische technieken gebruikten, gemiddeld met 80 % toenam. In Afrika bedroeg deze stijging gemiddeld 116 %. Wetenschappelijk bewijs stelt dat in regio's waar honger heerst, agro-ecologische methoden leiden tot hogere opbrengsten dan het gebruik van chemische meststoffen. Eco-landbouw noodzaakt geen pesticiden, kunstmest, machines of hybride zaden. De methodes zijn daarom uitermate geschikt voor kleine boeren in arme landen. In tegenstelling tot al deze vaststellingen, zorgen de pogingen van regeringen en grote donoren zoals Alliance for a Green Revolution in Africa (AGRA) om kunstmest en hybride zaden te subsidiëren, voor snelle stijgingen in de opbrengst. Ze zijn op lange termijn niet duurzaam en zelfs schadelijk.

De industriële benadering blijft dominant in de landbouw, waarbij het maximaliseren van efficiëntie en opbrengst centraal staan. Dat systeem toont zich echter zeer afhankelijk van goedkope fossiele brandstoffen en legt geen rekenschap af voor degradatie van het milieu en andere negatieve effecten. Een van die effecten is de klimaatverandering. Men kan gerust stellen dat tussen 45 en 50 % van alle menselijke uitstoot van broeikasgassen wordt veroorzaakt door de huidige methoden van voedselproductie.

Eco-landbouw produceert meer voedsel, met een fractie van de huidige uitstoot. Maar agro-ecologie is kennisintensief en momenteel beperken de trainingen van boeren zich tot een paar landen, zoals Brazilië en Benin.

1) Deelt u de zienswijze die de vele voordelen, vooral qua duurzaamheid en leefmilieu, van eco-landbouw en agro-ecologie beklemtoont? Bent u het met me eens dat deze vorm van landbouw essentieel is in de strijd tegen de ongewenste klimaatverandering? Nam u kennis van dit VN-rapport?

2) Plant u hierover een overleg met de gewesten, die een grote verantwoordelijkheid dragen voor het landbouwbeleid?

3) Ondersteunt onze regering projecten die net deze eco-landbouw willen promoten? Kan u dit concreet illustreren?

Antwoord ontvangen op 10 mei 2011 :

Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden:

Vooreerst wens ik het geachte lid er attent op te maken dat ik in mijn hoedanigheid van Minister van Klimaat en Energie niet beschik over bevoegdheden op het vlak van landbouw, ook al is landbouw wel degelijk een belangrijk beleidsdomein in de strijd tegen klimaatverandering.

1) Het recent gepubliceerde rapport van de Verenigde Naties waarnaar u verwijst, is mij inderdaad bekend. Ik onderschrijf de conclusies ervan dat eco-landbouw een productiemethode is die belangrijke voordelen biedt op velerlei vlakken, ook in de strijd tegen de klimaatverandering.

Toepassing van ecolandbouw-productiemethodes resulteert in een kleinere CO2-voetafdruk; dit is onder meer te danken aan de kleinere afhankelijkheid van fossiele energie, aan het minder gebruik van energie-intensieve producten zoals pesticiden, insecticiden en kunstmeststoffen en aan de toename van de koolstofopslag in de bodem.

Verder heeft eco-landbouw een positieve invloed op de resistentie van de landbouwgrond en –gewassen tegen de impact van klimaatverandering. Zo werd bijvoorbeeld aangetoond dat het aanwenden van agro-ecologische technieken resulteert in een grotere droogteresistentie van de teelten, in een betere hemelwaterinfiltratie in de grond, in een grotere capaciteit inzake buffering van hemelwater en in mildere gevolgen van extreme weersfenomenen zoals gronderosie.

Ecolandbouw heeft ten slotte ook een gunstige invloed op de biodiversiteit, wat ten goede komt aan het functioneren van het ecosysteem. Dit leidt tot een verlaging van de risico’s ten gevolge van parasieten en invasieve soorten en in een verbetering van de ziekteresistentie en het rendement van de gecultiveerde gewassen.

2) Daar landbouw als dusdanig niet tot mijn bevoegdheidsdomein behoort, neem ik niet deel aan het overleg met de gewesten in dat specifieke domein. Desalniettemin houd ik de ontwikkelingen ter zake in het oog, voornamelijk wanneer het klimaatrelevante aspecten betreft.

Tijdens de recente voorbereidende discussies over herziening van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB), dat de lijnen voor het landbouwbeleid van de komende tien jaar zal uitzetten, heb ik de aandacht gevestigd op het belang van duurzame productiemethoden en heb ik, met het oog op vergroening van de landbouwsector, op verschillende punten een aanpassing van het beleid gevraagd. Ik zal deze beleidsvoorbereidende discussies in verband met het GLB blijven opvolgen, in overleg met de betrokken ministers.

Landbouw is ten slotte ook een belangrijk thema in de internationale klimaatonderhandelingen die in het kader van het VN-Raamverdrag Klimaatverandering (UNFCCC) gevoerd worden. Zowel in de discussies omtrent adaptatie als in de discussies omtrent emissiebeperking en –reductie (mitigatie) komt landbouw aan bod. De Belgische standpunten voor deze onderhandelingen worden in het kader van het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM) gecoördineerd door de federale Dienst Klimaatverandering, in nauw overleg met de andere bevoegde departementen en de Gewesten.

3) Inzake uw vraag omtrent ondersteuning van ecolandbouw, kan ik u melden dat volgens de 5de Nationale Mededeling van België aan de Verenigde Naties (terug te vinden op de website van de Dienst Klimaatverandering http://www.klimaat.be), in de periode 2005-2008 18 % van de Belgische ontwikkelingssteun in de landbouwsector naar klimaatgerelateerde acties is gegaan. Voor meer details verwijs ik het geachte lid graag door naar de minister van Ontwikkelingssamenwerking.