Federale Raad voor duurzame ontwikkeling - Verslag - Energieverbruik van gebouwen - Beleidsmaatregelen
duurzame ontwikkeling
energieverbruik
isolatie van gebouwen
verbetering van woningen
16/3/2011 | Verzending vraag |
4/4/2011 | Antwoord |
Net nu de brandstofprijzen alle records breken, krijgt ons land de meer dan dubieuze eer de grootste energievreter ter wereld te zijn. Per inwoner verbruiken wij het meeste energie in de wereld. Er zijn vele oorzaken, maar onder andere de slechte isolatie van onze grote huizen speelt een belangrijke rol. Daarbij speelt ook de ouderdom van de meerderheid van onze woningen mee, want bijna 80 % is vóór 1981 gebouwd.
De voorzitter van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO), professor van Ypersele, beklemtoonde deze analyse. Het energieverbruik in de Belgische woningen ligt 72 % hoger dan in onze buurlanden. Dit heeft te maken met de lage en weinig efficiënte normen voor isolatie (een gewestelijke materie), maar ook met de onontwarbare reeks maatregelen die een betere isolatie zouden moeten stimuleren. De aanbevelingen zijn dan ook concreet en omvangrijk: groene leningen, éénloketsysteem voor subsidies en premies, gestroomlijnde fiscale maatregelen, verplichte energiecertificaten voor huurwoningen, …
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Hoe reageert de minister op de adviezen van de FRDO? In welke mate worden deze vertaald in concrete beleidsmaatregelen, op welke termijnen?
2) Pleegde hij al overleg met zijn collega's van de gewesten met het oog op een meer geïntegreerd, complementair en daardoor ook efficiënter en effectiever beleid ter zake?
3) Pleegde hij al overleg met zijn federale collega van Ondernemen teneinde de uitzonderlijk kansen voor een groene industrietak, gespecialiseerd in het isoleren van oude woningen, te exploreren en hier een speerpuntbeleid te ontwikkelen?
Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden:
Ik heb met veel belangstelling kennis genomen van het advies van de (Federale Raad voor duurzame ontwikkeling (FRDO) over het energieverbruik van de gebouwen dat als een strategische nota wordt voorgesteld.
Het is steeds waarderend een zeer gestoffeerd advies te ontvangen op basis van becijferde studies wanneer het gaat om een problematiek rondom alle aspecten van duurzame ontwikkeling. Wat dit betreft, levert het een toegevoegde waarde en kan het de overpeinzingen voeden met name bij de omzetting die aan de gang is van de Europese richtlijn over energiebelasting.
Het vervolledigt tevens het advies over het CO2 prijssignaal door voorstellen van concrete maatregelen die door de bevoegde federale diensten zullen kunnen worden geanalyseerd.
Er worden tal van interessante pistes naar voren geschoven zowel inzake voorrang voor renovatie van het bestaande bouwpark (gegevens over het verbeteringspotentieel) als met betrekking tot de instrumenten:
de normalisering: de normalisering en de certificering onder meer en de band met de fiscale instrumenten dienaangaande;
de fiscale en economische instrumenten;
de maatschappelijke aspecten worden niet vergeten: evaluatie van de maatschappelijke weerslag van de klimaat/energie beleidsvormen om de maatschappelijke aanvaardbaarheid te verzekeren en begeleidingsmaatregelen te overwegen, proportionaliteit van de premies/aftrek;
nood aan statistieken: verzoek om een inventaris van maatregelen die door de verschillende overheden genomen worden om de doeltreffendheid te meten en de samenwerkingsverbanden te optimaliseren.
Een merendeel van de overwogen pistes betreft evenwel gewestelijke bevoegdheden met name met betrekking tot de volgende thematiek:
Energie-efficiëntie van de gebouwen
Opleiding/werkgelegenheid
Ontwikkeling van nieuwe woonvormen (ecowijken enz.) en lokalisatie van de gebouwen
Versnelling van de smart-grids
Energie-efficiëntie van de maatschappelijke woningen
Economische ontwikkeling en steun aan nieuwe groene ketens
Het advies dringt aan op de coördinatie van het beleid inzake ruimtelijke ordening en mobiliteit met name in de strijd tegen de woonverspreiding.
Voor deze aspecten verwijs ik u naar mijn collega’s van de gewestregeringen.
Tenslotte vallen de aanbevelingen betreffende de federale bevoegdheden in wezen onder de bevoegdheid van mijn collega’s van Financiën en Justitie met uitzondering van de aanbeveling tot het versterken van FEDESCO en het Fonds ter reductie van de globale energiekost (FRGE).
Ik heb steeds gepleit en mezelf ingezet voor de versterking van de coördinatie ter zake. Deze coördinatie verloopt met name via ENOVER-CONCERE en het advies van de FRDO zal worden geïntegreerd in het redactiewerk van het tweede Belgisch plan energie-efficiëntie dat in juni 2011 bij de Europese Commissie zal worden neergelegd.