Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1721

van Bart Laeremans (Vlaams Belang) d.d. 15 maart 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

NV Delcredere - Overheidssteun - Europese Commissie - Onderzoek

Nationale Delcrederedienst
overheidssteun
toezicht op overheidssteun
klacht aan de Commissie
concurrentiebeperking

Chronologie

15/3/2011Verzending vraag
6/6/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1721 d.d. 15 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit de media mogen wij vernemen dat de Europese Commissie eind februari 2011 een formeel onderzoek heeft geopend omtrent vermeende overheidssteun aan de NV Delcredere door de Nationale Delcrederedienst wegens vermeende concurrentievervalsing.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Wat zijn de concrete bezwaren van de Europese Commissie en wat is het antwoord van de Belgische instanties hierop?

2) Worden er eventueel maatregelen overwogen om de werking van de NV Delcredere in de toekomst veilig te stellen?

3) Bestaan er gelijkaardige systemen bij onze onmiddellijke handelspartners Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Groot-Brittannië? Werden hun systemen eveneens gecontesteerd?

Antwoord ontvangen op 6 juni 2011 :

Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. De Europese Commissie (EC) heeft op 24 februari 2011 aangekondigd een onderzoek in te stellen naar vermeende staatssteun die zou zijn verleend aan Ducroire/Delcredere N.V. Dat deze procedure wordt geopend, betekent nog niet dat dergelijke steun daadwerkelijk is verleend. De Belgische Staat, de Nationale Delcrederedienst en de dochteronderneming Ducroire/Delcredere N.V. nemen nu de beweegredenen van het onderzoek onder de loep en werken aan een dossier voor de EC. Het onderzoek is er gekomen na een klacht van een concurrent.

ONDD is de Belgische openbare kredietverzekeraar die tot opdracht heeft de internationale economische betrekkingen te bevorderen. ONDD oefent deze opdracht uit als een autonome overheidsinstelling die de staatsgarantie geniet. Het heeft in 2004 de maatschappij Ducroire/Delcredere N.V. opgericht om te voldoen aan de Europese regelgeving waarmee de Lidstaten wordt verzocht hun exportkredietstelsel zo aan te passen dat de instanties voor kredietverzekering geen staatssteun meer genieten voor verhandelbare risico's. Onder verhandelbare risico's worden kortlopende commerciële en politieke risico's verstaan (met een duur van minder dan twee jaar) die betrekking hebben op debiteuren die zijn gevestigd in een lidstaat van de OESO.

De EC wil nagaan of België door bemiddeling van ONDD:

1). geen “verhandelbare” risico's heeft gedekt met de garantie van de Belgische Staat tussen 2000 en 2003 terwijl de dekking van deze risico's krachtens de Europese regelgeving inzake mededinging geen overheidssteun meer mocht genieten; en

2). in overeenstemming met het beginsel van de particuliere investeerder in een markteconomie heeft gehandeld door in 2004 Ducroire/Delcredere N.V. op te richten en het te voorzien van een kapitaal van 150 miljoen euro.

De Belgische Staat heeft zijn antwoord nog niet aan de EC bezorgd. De antwoorddeadline is juni, met dien verstande dat de Belgische Staat aan zijn antwoord nog eender welk element kan toevoegen aangaande de technische punten nadat de deadline verstreken is. Het is daarom nog te vroeg om in detail te gaan over de inhoud van het antwoord dat aan de EC zal worden bezorgd.

Toch kunnen we zeggen:

1). Wat betreft het gedeelte “verhandelbare”' risico's die zogezegd zijn gedekt tussen 2000 en 2003 heeft ONDD al laten weten dat het bezwaar van de EC voortvloeit uit het feit dat de EC het dossier verkeerd heeft begrepen, aangezien ONDD tussen 2000 en 2003 geen verhandelbare risico's heeft gedekt.

2). Wat betreft het beginsel van de particuliere investeerder in een markteconomie, zal de Belgische Staat de argumentatie die al aan de EC is meegedeeld verder uitbreiden. Die bestaat erin aan te tonen dat ONDD wel degelijk volgens dit beginsel heeft gehandeld. De argumenten van ONDD zullen onder andere stoelen op een benchmarking van de sector die is aangepast aan de periode waarin de investering tot stand is gekomen, en op een diepgaande analyse van de geldende solvabiliteitsregels.

Los van de technische discussies over de rentabiliteit en de solvabiliteit zal de aandacht van de EC erop worden gevestigd dat de oprichting van Ducroire/Delcredere N.V. een alternatief biedt op een markt waar drie spelers een oligopolie hebben: Eurler Hermes, Atradius en Coface. Het is ook belangrijk om te weten dat de beslissing van de EC om een onderzoek in te stellen, is beïnvloed door het aandringen van Coface.

2. In deze fase zijn nog geen maatregelen nodig. Dat er een onderzoek wordt ingesteld, betekent nog niet dat er onwettige steun is verleend. De EC zal hierover waarschijnlijk geen beslissing nemen voor de indicatieve termijn van 18 maanden verstrijkt. Het is mogelijk een beroep in te stellen voor de Europese rechtbanken.

3. De situatie verschilt van land tot land.

De buurlanden hebben een kredietverzekeraar die de markt domineert. In Frankrijk (Coface), in Duitsland (Euler Hermes) en in Nederland (Atradius) heeft de Staat een exclusief mandaat gegeven aan een privébedrijf om de exportkredietverzekering-activiteit uit te voeren. De drie bedrijven die het oligopolie vormen, krijgen hiervoor een aanzienlijke vergoeding (beheerscommissie). Men kan zich de vraag stellen of de regelgeving inzake mededinging en openbare aanbestedingen in het kader van de toekenning van deze mandaten wordt nageleefd.

Bovendien heeft de EC ook een procedure opgestart tegen Italië over de creatie van de privéonderneming SACE BT door de Italiaanse openbare kredietverzekeraar (SACE SpA).