Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1698

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 7 maart 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Uitzendkrachten - Belastingvoet

tijdelijk werk
uitzendbureau
loonbelasting
aftrek vooraf

Chronologie

7/3/2011Verzending vraag
30/3/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1698 d.d. 7 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

De wet bepaalt dat de bedrijfsvoorheffing voor uitzendkrachten wordt geïnd tegen het wettelijke minimumtarief, namelijk 11,11%. Dat betekent dat het nettoloon van een uitzendkracht hoger is dan dat van een loontrekker. Later zal hij daarentegen nog een aanvullende belasting moeten betalen.

Om dergelijke onaangename verrassingen te voorkomen, stellen sommige uitzendkantoren hun werknemers voor een hogere, aan hun situatie aangepaste, bedrijfsvoorheffing in te houden

Veel uitzendkrachten zijn te weinig op de hoogte van de sociale wetgeving en zijn dus bijzonder verrast als ze aan de fiscus een bedrag moeten terugbetalen.

Kunnen de uitzendkantoren niet verplicht worden rekening te houden met de dagen die de uitzendkracht in eenzelfde fiscaal jaar heeft gepresteerd en hem beter te informeren over zijn fiscaal statuut?

Antwoord ontvangen op 30 maart 2011 :

De vraag betreffende de bedrijfsvoorheffing op de lonen van de uitzendkrachten valt, zoals alle vragen inzake fiscaliteit, onder de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Financiën.