Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-164

van Liesbeth Homans (N-VA) d.d. 20 september 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Vaste Commissie voor Taaltoezicht - Openbare vervoersmaatschappijen - Respect van de taalwetgeving - Klachten

Vaste Commissie voor Taaltoezicht
taalgebruik
openbaar vervoer

Chronologie

20/9/2010Verzending vraag
30/11/2010Antwoord

Vraag nr. 5-164 d.d. 20 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De lijnen van openbaarvervoermaatschappijen die verschillende gemeenten bedienen, moeten als gewestelijke diensten worden beschouwd. Als ze ook naar Brussel-Hoofdstad rijden, dan moet de dienstverlening op die bussen volledig in de twee landstalen gebeuren, zo schrijven de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, kortweg de taalwet bestuurszaken, het voor (art. 35, §1, b). Uiteraard geldt dit niet voor het aanbrengen van boodschappen aan bijvoorbeeld bushaltes in eentalige gebieden waar lijnen doorkomen die ook Brussel-Hoofdstad aandoen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel klachten kreeg de Vaste Commissie voor Taaltoezicht de afgelopen jaren (tot heden) in verband met het niet naleven van de taalwetgeving door openbaarvervoermaatschappijen?

Graag kreeg ik een opsplitsing per vervoersmaatschappij en per gemeente waar de klacht werd ingediend.

2)Welke gevolgen werden aan deze klachten gegeven?

3)Wat gebeurt er als de betrokken vervoersmaatschappij de uitspraak van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht naast zich neerlegt?

Antwoord ontvangen op 30 november 2010 :

In antwoord op haar vraag kan ik de geachte Senator het volgende mededelen:

De Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) ontving de jongste drie jaren, namelijk. in 2007, 2008 en 2009 in totaal 49 klachten, die als volgt kunnen worden onderverdeeld:

2007: 8 klachten in verband met . MIVB (2N – 6F)

6 klachten in verband met De Lijn (4N – 2F)

6 klachten in verband met de TEC (6N)

2008: 11 klachten in verband met MIVB (3N – 8 F)

3 klachten in verband met De Lijn (1N – 2 F)

Daarenboven werden 2 klachten (F)

ingediend zowel tegen De Lijn als

tegen de MIVB.

2009: 9 klachten in verband met MIVB (5N - 4F)

3 klachten in verband met De Lijn (1N - 2F)

1 klacht in verband met de TEC (1N)

Wat de voormelde klachten betreft, werden er in totaal 33 gegrond verklaard.

Alleen de mededelingen aan het publiek aan de bus en/of tramhaltes van de openbare vervoersmaatschappijen kunnen in een bepaalde gemeente worden gesitueerd. Deze klachten (17 in totaal voor 2007, 2008 en 2009), die door de VCT gegrond werden verklaard, hebben betrekking op de volgende openbare vervoersmaatschappijen en gemeenten:

MIVB : 2007 : 1 klacht N – tweetalige informatie aan bushaltes in Zaventem en Tervuren

geen voorrang voor een N-bushalte in Kraainem.

2008: 1 klacht F – ook ingediend t.a.v. De Lijn-Brussel-Noordstation eentalig N.opschrift

2009: 1 klacht N – eentalige Engelse informatie in metrostations Merode en Kunst-Wet.

1 klacht N – tweetalige informatie haltes in Vilvoorde.

De Lijn: 2007 : 1 klacht N – tweetalige bestemmingsaanduiding op de bus te Haacht.

1 klacht N – tweetalige informatie bushalte Meise (Wolvertem).

1 klacht N – Franstalige informatie bushalte Overijse.

2008 : 1 klacht N – eentalige F. informatie Brussel-Noordstation (een klacht werd ook gericht aan de MIVB).

2009 : -

TEC : 2007 : 6 klachten N – eentalige of tweetalige informatie haltes in Overijse.

2009 : 1 klacht N – tweetalige informatie aan een bushalte in Overijse.

2. Wat betreft de gevolgen verleend aan de adviezen van de VCT dient in het algemeen vastgesteld dat n.a.v. het onderzoek van de klachten door de VCT, waarbij ook de betrokken overheidsinstelling wordt ondervraagd, deze vaak zelf reeds aangeeft een vergissing te hebben begaan en aankondigt deze te zullen rechtzetten (bv. eentalig gebruik in het Engels door De Lijn in Antwerpen), wat dan in het advies zelf wordt opgenomen. Andere instellingen kondigen na ontvangst van het advies van de VCT aan de nodige maatregelen te zullen nemen (bijvoorbeeld De TEC in verband met de klachten in Overijse). Aangestipt moet worden dat het in sommige gevallen ook gaat om tijdelijke aanduidingen (bijvoorbeeld Franstalige aankondigingen van De Lijn in Wolvertem nar aanleiding van werken aldaar).

3. Wordt er door de onderscheiden vervoermaatschappijen toch geen gevolg gegeven aan het advies van de V.C.T., dan is aan de toezichthoudende overheid om hiervoor het nodige te doen. In toepassing van artikel 6, paragraaf 1, X, 8°) van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen zijn de Gewesten bevoegd voor het gemeenschappelijk vervoer. Het zijn dus de respectieve Gewestministers die het nodige moeten doen om de uitspraak van de V.C.T. te laten naleven.

De V.C.T. kan zich enkel in de plaats van de ingebreke blijvende overheid stellen in de omstandigheden bedoeld in artikel 61 paragraaf 7 en paragraaf 8 van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken. Deze bepalingen zijn in dit geval niet van toepassing.