Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-163

van Guido De Padt (Open Vld) d.d. 20 september 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Tandartsen - Tekort - Erkenning van mondhygiënisten

tandarts
tekort aan arbeidskrachten
tandheelkunde
beroepsopleiding
officiële statistiek

Chronologie

20/9/2010Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4050

Vraag nr. 5-163 d.d. 20 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het is algemeen gekend dat de werkdruk van de tandartsen in de laatste jaren sterk is toegenomen.

Het tekort aan hulppersoneel (tandartsassistenten en mondhygiënisten) zou hier aan de basis van liggen. Vanuit de sector wordt er dan ook al enige tijd op aangedrongen opleidingen van hulppersoneel in de tandheelkunde te organiseren, opdat het takenpakket van de tandartsen op die manier verlicht zou kunnen worden. De Vlaamse Onderwijsraad adviseerde op 30 maart 2006 reeds het volgende: “De Algemene Raad stelt dat het opportuun kan zijn om een opleiding tot tandartsassistent en op latere termijn van mondhygiënist mogelijk te maken in het onderwijs.” In hetzelfde advies staat vermeld dat “het eventuele beroep van mondhygiënist pas later mogelijk zal zijn omdat voor de vooropgestelde bevoegdheden een federale wetswijziging noodzakelijk is (wijziging van het KB 78) omwille van een aantal medische handelingen. Een aanvulling in de federale wetgeving (via een Koninklijk Besluit of een uitvoeringsbesluit) kan het creëren van een nieuw beroep van mondhygiënist mogelijk maken.“

Het beroep van tandartsassistent is sinds kort erkend en er is ook een degelijke opleiding, maar voor de mondhygiënisten (die onder toezicht van een tandarts beperkte medische handelingen in de mond uitvoeren) is dat nog niet het geval. Een andere oorzaak van dit fenomeen kan ook terug te vinden zijn in de sociale omgevingsfactoren. Veel Belgische tandartsen gaan in Frankrijk of in Nederland aan de slag. De sociale randvoorwaarden als uurregeling en pensioenen blijken er vaak gunstiger te zijn dan in eigen land. Het is duidelijk dat de kwaliteit van de mondverzorging kan lijden onder een overbelasting van de tandartsen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1.Erkent de minister dat er in ons land momenteel te weinig tandartsen zijn en wil zij in dat verband alle cijfers en gegevens verschaffen, met zo mogelijk een opdeling per gewest?

2. Is er momenteel een federaal wettelijk en reglementair kader voorhanden dat de gemeenschappen de mogelijkheid biedt een opleiding tot mondhygiënist te organiseren? Zo neen, op grond van welke motieven en overwegingen werd dat in de voorbije vier jaar dan nog niet aangepast? Zo ja, hoever staan de onderhandelingen, inzichten en initiatieven om die opleiding effectief te organiseren?

3.Wil zij cijfers geven over de uitstroom van Belgische tandartsen en de instroom van buitenlandse tandartsen (met een opdeling volgens nationaliteit) voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010?