Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1526

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 25 februari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten - Ratificatie - Bestrijding van invasieve exoten (Verkwalling)

mariene soort
marien ecosysteem
rijkdom van de zee
biodiversiteit
Noordzee
ratificatie van een overeenkomst
zeevisserij
invasieve soort

Chronologie

25/2/2011Verzending vraag
23/3/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1527
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1528

Vraag nr. 5-1526 d.d. 25 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Midden februari 2011 vernam ik dat het visbestand in de Noordzee in gevaar is door de aanwezigheid van langlobribkwal. In de Zwarte Zee heeft deze Amerikaanse kwal het visbestand reeds gedecimeerd en volgens Instituut voor landbouw en visserijontwikkeling (ILVO) vermenigvuldigt deze kwal zich nu ook in onze vaargeulen en Noordzee zo snel dat ons visbestand effectief in groot gevaar is.

Ik stelde reeds de vraag aan de Vlaams minister-president dringend maatregelen te nemen om deze invasieve exoten weg te houden uit onze wateren. De twee maatregelen die kunnen genomen worden om de verdere uitbreiding van de populatie tegen te gaan, vallen echter niet onder Vlaamse bevoegdheid. Het tegengaan van overbevissing is immers een Europese bevoegdheid en de tweede belangrijke maatregel, de ratificatie van het Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten, valt onder de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid en Leefmilieu. Ook Nederland kampt sinds 2006 met het probleem van verkwalling, maar zowel Nederland als Frankrijk, onze twee buurlanden aan de Noordzee, zagen de noodzaak om zo snel mogelijk dit Verdrag te ratificeren.

Het lijkt mij dan ook onnodig om dieper in te gaan op het feit dat ook wij zo snel mogelijk dienen te volgen. Het Verdrag treedt immers pas twaalf maanden na de ratificatie in werking. Ook in het federaal plan voor de integratie van de biodiversiteit in vier federale sleutelsectoren van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid wordt verwezen naar het probleem van de invasieve exoten die via ballastwater in onze wateren terecht komen. Daar wordt ook duidelijk verwezen naar de ratificatie van het verdrag als maatregel tegen de verkwalling van onze Noordzee. Ik maak mij enkel ernstige zorgen over de termijn waarbinnen de ratificatie van dit verdrag zal gebeuren.

Graag kreeg ik dan ook een antwoord op de volgende vragen:

1) Bent u op de hoogte van het probleem met de langlobribkwal in onze Noordzee?

2) Hoe staat u tegenover een zo snel mogelijke ratificatie van het Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten (Ballastwater Management Verdrag)?

3) Welke stappen zijn reeds genomen in deze ratificatieprocedure? Welke stappen dienen nog genomen te worden?

4) Op welke termijn kan volgens u dit Verdrag definitief geratificeerd worden?

5) Bent u bereid om maatregelen te nemen om de ratificatieprocedure te versnellen aangezien snelle maatregelen zich opdringen in het kader van de bestrijding van de langlobribkwal?

Antwoord ontvangen op 23 maart 2011 :

Ik ben op de hoogte van het voorkomen van de Amerikaanse langlobribkwal (ook bekend als Leidy’s ribkwal) /Mnemiopsis leidyi/ in de Belgische wateren van de Noordzee en de problemen die deze soort met zich mee kan brengen. Deze soort werd bij ons voor het eerst waargenomen in 2007 en komt vooral voor in de havens. Van daaruit verspreidt de soort zich in de kustzone. Een catastrofaal scenario zoals in de Zwarte Zee en de Kaspische Zee, met hoge dichtheden van deze kwallen, valt bij ons niet te vrezen omdat de Belgische Noordzee een zeer open watersysteem zonder zuurstofgebrek is.

Meer in het algemeen vormt de introductie en de proliferatie in de natuur van invasieve soorten een bedreiging voor de biodiversiteit, waarvoor de administratie bijzonder veel aandacht heeft. Minister Magnette is bezig een coherent en doeltreffend beleid uit te tekenen om de introductie van invasieve soorten op ons grondgebied te voorkomen.

Een sleutelkwestie op dit vlak is het probleem van de onvrijwillige introductie van invasieve soorten via ballastwater. Dat is de reden waarom dit aspect specifiek aan bod is gekomen in het “Federaal Plan voor de Integratie van Biodiversiteit in de vier Federale Sleutelsectoren (economie, wetenschap, ontwikkelingssamenwerking en vervoer)”. De eerste actie die in het luik “Vervoer” van dit Plan wordt vermeld speelt rechtstreeks in op deze bekommernis, en deze actie (Ballastwater en sedimenten controleren en beheren) bestaat erin, zo snel mogelijk het Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sidimenten te ratificeren. Het plan zegt dat de federale trekker voor deze ratificatie (het DG Maritiem Vervoer van de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer) de ratificerings-procedure moet lanceren en opvolgen en de mogelijkheden moet onderzoeken om vooruit te lopen op de toepassing ervan.

Wat de stand van zaken van de ratificering van dit verdrag betreft, verwijs ik dus naar de heer Schouppe, Staatssecretaris voor Mobiliteit.