Openbaar vervoer - Toenemend geweld - Maatregelen
openbaar vervoer
reizigersvervoer
geweld
lichamelijk geweld
strijd tegen de misdadigheid
22/2/2011 | Verzending vraag |
20/6/2011 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1409
De evolutie van cijfers laat weinig aan de verbeelding over. De gegevens van de Maatschappij voor het intercommunaal vervoer te Brussel (MIVB) illustreren dit. Zo stelde men in 2005 qua fysiek geweld 88 gevallen tegen personeel en 120 gevallen tegen reizigers vast. In 2010 evolueerden deze aantallen tot respectievelijk 193 en 767, of een stijging van respectievelijk 219 % en 640 %! De verslagen van de andere publieke transportbedrijven vertellen een soortgelijke evolutie. Blijkbaar vormen stations, haltes en de treinen, trams en bussen uitverkoren plaatsen voor allerlei crimineel gedrag. Deze vaststelling is zeker niet nieuw, maar blijft voortdurend onheilspellend groeien. Daarmee wordt een uiterst belangrijke gemeenschapsvoorziening, met een bijzondere relevantie voor jonge, oudere en niet zo welstellende landgenoten, bedreigd.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Betekent de criminaliteit in en bij het openbaar vervoer een prioriteit voor het vervolgingsbeleid van de parketten en het optreden van de politiediensten? Zo ja, hoe kan u deze prioriteit bewijzen? Zo niet, op basis van welke argumenten motiveert u deze negatieve keuze?
2) Beaamt u de urgente nood aan een structurele en planmatige aanpak? Beschikken Justitie en politie over een actieplan ter bestrijding van het toenemend geweld in en bij het openbaar vervoer?
3) Verloopt de strijd tegen deze vorm van criminaliteit in hecht overleg met de gewesten en hun transportbedrijven? Hoe is deze samenwerking gestructureerd, hoe verloopt ze en welke effecten sorteert ze?
4) Hoe interpreteert u de inzet van privé veiligheidsdiensten in de strijd tegen deze criminaliteit, vaak gemotiveerd door de ontstentenis aan politiepersoneel? Vindt u dit een verdedigbare ontwikkeling?
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
1, 2 en 3. De politiediensten leveren grote inspanningen voor de veiligheid van het openbaar vervoer.
De inzet van de politie maakt het voorwerp uit van protocollen tussen mijn departement en de vervoersmaatschappijen “De Lijn”, TEC” en “MIVB – STIB), evenals van een ministeriële omzendbrief van april 2002 voor wat betreft de veiligheid op het spoorwegnet en in de treinstations.
Er is een vlotte samenwerking met de Gewesten en op het niveau van de provincies, mede door de inbreng van de DirCo’s van de federale politie. Indien nodig overlegt mijn administratie met de bevoegde gewestelijke diensten.
4. De wetgeving voorziet de mogelijkheid om, mits de inachtname van uitoefeningsvoorwaarden, ten eigen behoeve bewaking te organiseren. Bijgevolg kunnen ook openbare vervoersmaatschappijen zich hier op beroepen.