Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1275

van Jurgen Ceder (Vlaams Belang) d.d. 9 februari 2011

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Overlijdensakten uit Marokko - Legalisatie - Gebrek aan samenwerking

officieel document
Belgen in het buitenland
dubbele nationaliteit
dood
Marokko

Chronologie

9/2/2011Verzending vraag
17/3/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1273
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1274

Vraag nr. 5-1275 d.d. 9 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik werd ingelicht over een situatie in Sint-Niklaas, meer bepaald over een man die daar ingeschreven staat en in Marokko overleed.

De familie van de man overhandigde een uittreksel uit de overlijdensakte, op officieel papier, ondertekend door de Marokkaanse ambtenaar voor burgerlijke stand en voorzien van een originele zegel en stempel. De dienst bevolking van Sint-Niklaas weigerde dit document echter te aanvaarden omdat het niet zou zijn gelegaliseerd.

De familie contacteerde daarop het Belgische consulaat in Marokko. Dat liet weten dat legalisatie onmogelijk is aangezien de Marokkaanse overheid elke medewerking weigert omdat de betrokkene de dubbele Belgisch-Marokkaanse nationaliteit had.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen.

1) Aan welke vormvereisten moet een buitenlandse overlijdensakte voldoen om door de burgerlijke stand van een stad of gemeente te worden aanvaard?

2) Welke meerwaarde biedt een legalisatie? Is ze wettelijk verplicht? Welke vorm moet ze aannemen en door wie moet ze gebeuren?

3) Is de Belgische regering op de hoogte dat de Marokkaanse autoriteiten medewerking weigeren?

4) Vindt de Belgische regering het aanvaardbaar dat die weigering ertoe leidt dat de registers van de burgerlijke stand onbetrouwbaar worden?

5) Hoe zal de Belgische regering dat probleem oplossen? Zal het minstens ter sprake worden gebracht in eventuele contacten met de Marokkaanse regering?

Antwoord ontvangen op 17 maart 2011 :

De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheid van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Binnenlandse Zaken.