Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1269

van Inge Faes (N-VA) d.d. 9 februari 2011

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Traject Oostende-Brugge - Oostende - Vertragingen - Stopzetting van het treinverkeer voor het oppakken van illegalen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
illegale migratie
politie
reizigersvervoer
vervoersduur

Chronologie

9/2/2011Verzending vraag
20/6/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1269 d.d. 9 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Begin februari 2011 heb ik via de media vernomen dat er de voorbije drie weken heel wat problemen op de treinlijn tussen Brugge en Oostende waren.

Deze problemen werden veroorzaakt door illegalen. Het gaat om mensen die langs de treinsporen in de aanpalende haven proberen te komen om zich daar in een vrachtwagen richting Groot-Brittannië te verstoppen. Ze worden er afgezet door mensensmokkelaars bij een bosje in de omgeving van het Heilig Hart ziekenhuis. Dan proberen ze om ter hoogte van de Brandariskaai de Oostendse haven binnen te geraken. Daarvoor moeten ze echter de treinsporen over. Elke keer wanneer deze wanhopige mensen een poging ondernemen om de haven te bereiken en ze de spoorlijn oversteken leidt dit tot uren vertraging, een resem afgeschafte treinen en een pak ontevreden reizigers.

Om deze illegalen op een veilige manier op te pakken laat de politie immers, volledig terecht, het treinverkeer op deze lijn stilleggen. Dit probleem zorgt niet alleen voor vertraging op de lijn Oostende-Brugge, maar heeft een heus domino-effect op het hele net.

Aangezien het treinverkeer in België al genoeg te kampen heeft met vertragingen allerhande, zou ik graag volgende cijfers krijgen:

1) Hoeveel vertragingen zijn er op de lijn Oostende-Brugge te wijten aan de acties van de politie om deze illegalen op te pakken? Graag kreeg ik deze cijfers per maand vanaf januari 2005.

2) Graag had ik ook geweten wat de duur van elke vertraging was.

Antwoord ontvangen op 20 juni 2011 :

Ik heb de eer het geachte lid hiervoor te verwijzen naar het antwoord medegedeeld op haar mondelinge vraag nr. 5-465, gesteld in de Senaatscommissie Financiën en Economische Zaken van 23 februari 2011 (Annalen 5-42COM blz. 24 en 25) .