Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-122

van André du Bus de Warnaffe (cdH) d.d. 20 september 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Kinesitherapeuten - SELOR - Vergelijkend examen voor het verkrijgen van een RIZIV-nummer - Opportuniteit

SELOR
paramedisch beroep
toegang tot het beroepsleven
aanstellingsexamen

Chronologie

20/9/2010Verzending vraag
24/12/2010Antwoord

Vraag nr. 5-122 d.d. 20 september 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

In de pers van 7 september 2010 konden we lezen dat SELOR op het einde van de maand oktober 2010 een vergelijkend examen organiseert voor het verkrijgen van een RIZIV-nummer (Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering) waarmee men als zelfstandig kinesitherapeut kan werken.

In België is het aantal RIZIV-nummers vastgelegd op 450 per jaar. Aan dat cijfer moet nog het aantal kinesitherapeuten worden bijgeteld dat de laatste drie jaar niet meer dan 500 prestaties per jaar heeft uitgevoerd.

Het is sedert het invoeren van de numerus clausus in 2005 voor het beroep van kinesitherapeut nog nooit nodig geweest een vergelijkend examen te organiseren voor de Franstalige gediplomeerden omdat hun aantal altijd onder het toegelaten quotum lag (40% van het totaal aantal beschikbare RIZIV-nummers).

Bovendien werd vorig jaar een vergelijkend examen uitgeschreven, maar nadien op het laatste moment geannuleerd omdat het aantal aanvragen, op enkele na, overeenstemde met het officiële aantal.

U zegt dat het vergelijkend examen alleszins moet worden georganiseerd, ook al hangt dat af van het aantal gediplomeerden dat een RIZIV-nummer wenst en ook al valt de concurrentie vanwege de buitenlandse studenten weg omdat zij, eens ze hun diploma hebben behaald, onmiddellijk in hun eigen land solliciteren.

Tot slot lezen we in de pers nog getuigenissen die wijzen op een reëel tekort aan kinesitherapeuten in België.

Vandaar mijn vragen :

1. Om welke redenen legt u een dergelijk examen op na het beëindigen van de studies van kinesitherapie, bovenop de numerus clausus die in 2005 werd ingevoerd?

2. Meent u niet dat een dergelijke maatregel enigszins strijdig is met het feit dat er in België een tekort is aan kinesitherapeuten en dat dit talrijke studenten ertoe zal aanzetten naar het buitenland te trekken om er hun beroep uit te oefenen?

Antwoord ontvangen op 24 december 2010 :

Op dit ogenblik zijn er op federaal niveau drie gezondheidszorgberoepen waarvoor de toegang beperkt wordt. Deze beroepen zijn de artsen, de tandartsen en de kinesitherapeuten. De kinesitherapeuten zijn tot op heden de enige groep waarbij er werkelijk een selectie, namelijk via een vergelijkend examen, plaats heeft. Dit examen wordt jaarlijks door het RIZIV in samenwerking met Selor georganiseerd.

Om op uw eerste vraag te antwoorden, kan ik zeggen dat al van bij de aanvang van dit systeem in 2005 het examen door diverse groepen in vraag werd gesteld. De argumenten die men hiervoor aanhaalt zijn divers en kan men in meerdere documenten nalezen. Men vindt het niet rechtvaardig dat er nog een selectie plaats heeft na het behalen van een diploma. Het examen selecteert slechts voor één onderdeel van de kinesitherapie, namelijk de eerstelijns kinesitherapie terwijl men vaststelt dat kinesitherapeuten in meerdere settings tegelijk werken en ook gemakkelijk van setting veranderen. Het betreft een heel dynamische groep. De toegang tot één onderdeel beperken is dus weinig zinvol.

Einde 2009 heeft de Planningscommissie zich, op mijn verzoek, terug over de problematiek gebogen. Dit resulteerde in een advies door de Planningscommissie uitgebracht in de zitting van 18 mei 2010. Zonder een advies van de Planningscommissie kan de minister immers wettelijk gesproken geen beslissing nemen.

In het advies van 18 mei 2010 van de Planningscommissie wordt gevraagd het vergelijkend examen af te schaffen. Natuurlijk ben ik bereid dat advies te volgen.

Maar intussen werd de regering ontslagnemend. Het afschaffen van het vergelijkend examen kan enkel via een koninklijk besluit dat via de ministerraad passeert. Zulk besluit is een nieuwe beslissing. Het kan niet beschouwd worden als een lopende noch dringende zaak, zo hebben mijn juristen me verzekerd. Dus kan de huidige regering van lopende zaken het examen niet afschaffen.

Om niets onwettelijk te doen had ik dan ook alles voorbereiden om het examen te laten plaatshebben. De praktische organisatie van het examen liep dit jaar zoals voorzien in het KB van 20 juni 2005 (gewijzigd met het KB van 18 september 2008 en14 oktober 2009) als volgt:

Op basis van het aantal ingeschrevenen, is het examen niet doorgegaan voor de kinesitherapeuten van de Vlaamse Gemeenschap maar wel voor die van de Franse Gemeenschap (drempel van 293 inschrijvingen, aantal ingeschrevenen met Belgische nationaliteit 392).

Wat betreft vraag 2 is het onduidelijk of het hier gaat om een tekort aan kinesitherapeuten dan wel aan een relatieve onaantrekkelijkheid van de eerstelijnszorg voor kinesitherapeuten. We stellen immers vast dat het relatief aantal kinesitherapeuten dat na selectie niet-actief blijkt te zijn relatief groot is. Het is ongeveer 60% van de geselecteerden uit de Franse taalrol en een 35% voor die van de Vlaamse taalrol. Bovendien blijkt dat cijfer merkwaardig stabiel te zijn in de tijd. Men kan dit op twee manieren interpreteren: er is te weinig werk in de eerste lijn om het er vol te houden. Maar de mensen van het terrein spreken dit tegen. Ofwel is het werkveld voor kinesitherapeuten buiten de eerste lijn aantrekkelijker. De verschuivingen van de budgetten binnen het RIZIV lijken eerder in die richting te wijzen.

Ook het ontbreken van de kinesitherapeut in de lijst van knelpuntberoepen wijst in die richting.

Verder hebben mijn diensten geen aanwijzingen dat er massaal veel Belgische kinesitherapeuten, dus met Belgische nationaliteit, naar Frankrijk zouden emigreren. De Franse cijfers die men ziet gaan doorgaans om Fransen die na het behalen van hun Belgisch diploma teruggaan naar het vaderland.

Om te concluderen, kan ik wel stellen dat er een consensus was om de contingentering van de kinesitherapeuten grondig te herzien, maar dat de politieke realiteit de beslissing wat betreft het examen heeft ingehaald.

Maar omdat er recent toch verschillende initiatieven, waaronder parlementaire, zijn genomen om het examen in de toekomst af te schaffen, heb ik de Ministerraad voorgesteld om de voorlopige RIZIV-nummers tot na 31 december 2010 te verlengen, en in afwachting dat we een zicht krijgen op de oplossingen die in de volgende weken zullen worden voorgesteld.

Tableau 1 : pourcentage de kinésithérapeutes non actifs (moins de 500 prestations) par an qui ont participé au concours et année de l'évaluation des prestations : Communauté française

Année de prestations

Année de sélection


2005

2006

2007

2006

63 %



2007

58 %

62 %


2008

57 %

57 %

56 %

Tabel 2 : percentage niet-actieve kinesitherapeuten (minder dan 500 verrichtingen) per jaar die aan het examen hebben deelgenomen en jaar waarin de verrichtingen zijn geëvalueerd : Vlaamse Gemeenschap

Prestatiejaar

Selectiejaar


2005

2006

2007

2006

36 %



2007

34 %

39 %


2008

36 %

35 %

39 %