Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-118

van Bart Laeremans (Vlaams Belang) d.d. 3 september 2010

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

China - Handelsbalans - Opwaardering van de yuan

China
deviezen
handelsbalans
handelsverkeer
monetaire aanpassing

Chronologie

3/9/2010Verzending vraag
1/2/2011Antwoord

Vraag nr. 5-118 d.d. 3 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de Verenigde Staten wordt zwaar getild aan de zware onderwaardering van de Chinese munt, waardoor de Verenigde Staten een gigantisch handelstekort hebben met dat land.

Vooral door het Congres wordt zwaar aangedrongen op een opwaardering van de yuan. Ook onze handelsbalans, en dus onze werkgelegenheid, zou wel varen bij een opwaardering van de yuan die door China kunstmatig ongeveer vijftig procent te laag wordt gehouden om de uitvoer te bevorderen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel bedraagt ons handelstekort met China? En dat van de Europese Unie?

2. Wat heeft de regering gedaan om China aan te zetten tot een evenwichtig muntbeleid?

3. Heeft België daarop reeds aangedrongen bij de Europese Unie (EU), nu het het voorzitterschap van de EU waarneemt?

Antwoord ontvangen op 1 februari 2011 :

In antwoord op de vraag heb ik de eer het geachte lid volgende informatie te verschaffen.

De volgende tabel geeft de cijfers weer van de Belgische goederenhandel met China (zonder Hongkong) voor de jaren 1999 tot en met 2009. De laatste kolom bevat het saldo van onze goederenhandel met China. Dit saldo is tijdens deze periode ieder jaar negatief geweest. Het tekort is ieder jaar in omvang toegenomen, tot bijna 10 miljard euro in 2008. In het jaar 2009 deed zich een opmerkelijke daling voor, tot 6,1 miljard euro. Deze daling van het tekort is te verklaren door zowel de achteruitgang van onze goedereninvoer vanuit China, van 13,4 miljard euro tot 10,5 miljard euro als de toename van onze goederenexport naar dat land, van 3,4 miljard euro tot 4,3 miljard euro.

Jaar

De Belgische goederenuitvoer naar China, waarde in miljoen euro

De Belgische goedereninvoer vanuit China, waarde in miljoen euro

Handelsbalans (goederen), saldo in miljoen euro

1999

887,85

2 952,29

-2 064,44

2000

1 339,96

4 010,63

-2 670,67

2001

1 691,01

4 315,67

-2 624,66

2002

2 009,63

4 746,62

-2 736,99

2003

2 273,80

5 480,81

-3 207,01

2004

2 362,62

6 851,23

-4 488,61

2005

2 703,78

8 722,00

-6 018,21

2006

2 930,80

10 307,86

-7 377,06

2007

3 340,56

12 622,74

-9 282,18

2008

3 424,21

13 401,58

-9 977,38

2009

4 338,17

10 468,75

-6 130,58

Bron: Instituut voor de Nationale Rekeningen.

De volgende tabel geeft de overeenkomstige cijfers weer voor wat betreft de goederenhandel tussen de Europese Unie(EU) en China (zonder Hongkong). In 2009 bedroeg het tekort op de goederenbalans 133,1 miljard euro.

Jaar

De EU goederenuitvoer naar China, waarde in miljoen euro

De EU goedereninvoer uit China, waarde in miljoen euro

Handelsbalans (goederen), saldo in miljoen euro

1999

19 658,89

52 596,59

-32 937,70

2000

25 863,45

74 631,93

-48 768,49

2001

30 664,77

82 000,01

-51 335,24

2002

35 098,99

90 147,95

-55 048,96

2003

41 472,86

106 219,95

-64 747,10

2004

48 376,22

128 691,78

-80 315,56

2005

51 825,40

160 327,04

-108 501,64

2006

63 794,04

194 932,27

-131 138,22

2007

71 927,81

232 663,65

-160 735,85

2008

78 416,40

247 933,34

-169 516,94

2009

81 631,02

214 755,21

-133 124,19

Bron: Eurostat

Als reactie op het tumult op de financiële markten besloot de centrale bank van China in juli 2008 om de yuan opnieuw te koppelen aan de Amerikaanse dollar. Aan deze koppeling kwam officieel een einde op 19 juni 2010, toen de People's Bank of China de terugkeer aankondigde naar wat een beleid van beheerste vlottende wisselkoersen "managed floating exchange rate regime" werd genoemd. Dit houdt in dat de koers van de yuan tegenover de Amerikaanse dollar op de contantmarkt "spot exchange rate" per dag met plus of min 0,5 procent kan schommelen tegenover een centrale pariteit, die dagelijks wordt vastgelegd.

Toch blijft er een grote bezorgdheid in Europa en in de Verenigde Staten over de lage waardering van de yuan. Op de EU-China Top van 6 oktober 2010, tijdens het Belgische Voorzitterschap van de Europese Unie, is van Europese (en Belgische) zijde sterk aangedrongen op een meer vlottende wisselkoers van de yuan. Europa vindt immers dat het een disproportioneel deel van de herschikking van de internationale wisselkoersen draagt en dat dit de economische heropleving in Europa kan schaden. Men is zich ervan bewust dat internationale druk op China weinig effect zal hebben. Veeleer is men ervan overtuigd dat op termijn de wisselkoers van de yuan zal appreciëren als gevolg van de interne economische ontwikkeling van China.

Bij dit alles moet echter opgemerkt worden dat de wisselkoers van de yuan slechts een van veel elementen is die een invloed kunnen uitoefenen op het verloop van de handel met China. Het valt te betwijfelen of een gevoelige opwaardering van de wisselkoers van de yuan tegenover de euro en de Amerikaanse dollar vanzelf zal leiden tot het wegwerken van de grote tekorten op de Europese en Amerikaanse handelsbalans met China. In de recente financiële geschiedenis is het zogenaamde Plaza Akkoord van 1985 bekend. Onder deze overeenkomst verbonden Japan en Duitsland zich ertoe de koers van hun munt tegenover de dollar te laten stijgen, wat ook inderdaad gebeurde. Dit leidde echter niet tot een drastische inkrimping van het Amerikaanse handelstekort met Japan, waar beleidsmakers in Washington op hadden gehoopt.

Het zou dus verkeerd zijn om zich blind te staren enkel op de wisselkoersen. Dit blijkt indien men de zeer specifieke aard van de economische betrekkingen tussen China en de Verenigde Staten beschouwt. In het kort kan de toestand worden samengevat onder de noemer Chinese spaaroverschotten versus Amerikaanse spaartekorten. Een toevloed van goedkope Chinese invoer heeft de voorbije jaren de inflatie in de Verenigde Staten zeer laag gehouden. Dat heeft op zijn beurt de Amerikaanse centrale bank in staat gesteld de rente laag te houden (wat onrechtstreeks heeft geleid tot de schuldencrisis, door enerzijds Amerikaanse gezinnen aan te zetten goedkoop te lenen en anderzijds beleggers er toe te brengen te beleggen in riskante activa in de hoop aldus een hoger rendement te behalen). Ondertussen belegde de Chinese overheid de grote overschotten op de handelsbalans in Amerikaanse overheidsobligaties, waardoor de regering van de Verenigde Staten zijn grote begrotingstekorten goedkoop kon financieren en er bijkomend neerwaartse druk op de rente ontstond.

Tenslotte moet worden aangestipt dat het bijzonder moeilijk is om te bepalen wat de "correcte" wisselkoers is van een munt. De regelgeving die de Wereldhandelsorganisatie (WHO) hanteert is trouwens nogal vaag wat betreft wisselkoersen. Er is een clausule die de regeringen van de deelnemende landen opdraagt om de provisies van de GATT – General Agreement on Tariffs and Trade – niet te dwarsbomen "frustrate the intent of the provisions" door middel van het wisselkoersbeleid "exchange rate action", maar het is onduidelijk of deze regel concreet genoeg is om te worden toegepast bij een debat binnen de WHO.