Schriftelijke vraag nr. 5-115

van Bart Laeremans (Vlaams Belang) d.d. 3 september 2010

aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Armoedebestrijding - Kinderbijslag - Aantal personen onder de armoedegrens

officiële statistiek
armoede
gezinsuitkering
geografische spreiding

Chronologie

3/9/2010	Verzending vraag
6/7/2011	Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-114

Vraag nr. 5-115 d.d. 3 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Veel studies over de oorzaken van de armoede van sommige personen en gezinnen wijzen naar de werkloosheid, het eenouderschap of het feit dat slechts één van de ouders een loon ontvangt.

Ongetwijfeld moet ook gekeken worden naar het aantal kinderen dat ten laste van de ouder(s) valt.

Kunt u me meedelen hoeveel personen (mannen, vrouwen en kinderen) onder de armoedegrens leven, per Gewest (voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest per taalgroep), en naargelang van het aantal kinderen dat het gezin telt?

In welke mate is het huidige bedrag van de kinderbijslag, dat de onkosten van een kind niet dekt, verantwoordelijk voor het vallen onder de armoedegrens?

Tot welk bedrag zou de kinderbijslag moeten worden opgetrokken om geen neerwaarts effect te hebben?

Antwoord ontvangen op 6 juli 2011 :

In antwoord op zijn vragen,

Volgens de EU-SILC-enquête (European Union - Statistics on Income and Living Conditions, inkomens 2007) leeft 14,7 % van de Belgische bevolking in armoede, op basis van hun inkomen1, wat overeenkomt met 1 551 671 personen. Dit percentage wordt berekend op basis van de groep met een inkomen lager dan 60 % van het mediaan inkomen. Per gewest heeft men dus de volgende cijfers: 10 % voor het Vlaams Gewest en 19,5 % voor het Waals Gewest. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de steekproef te klein om betrouwbare cijfers te hebben. Het cijfer voor 2007 (inkomens 2006) werd wel degelijk medegedeeld en bedroeg 28,2 % (bron: http://www.armoedebestrijding.be /cijfers_aantal_armen.htm). De cijfers per taalgroep zijn niet beschikbaar.

De armoedepercentages opgesplitst per gewest en per gezinstype zijn vermeld in onderstaande tabel. De cijfers voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn niet beschikbaar (equivalized disposable household income) en evenmin de opsplitsing per taalgroep.

Gezinstype	België	Vlaams Gewest	Waals Gewest
Eenoudergezin	39,5 %	28,5 %	49,4 %
2 volwassenen met 1 kind ten laste	8 %	2,6 %	10,6 %
2 volwassenen en 2 kinderen ten laste	8 %	5,2 %	10,5 %
2 volwassenen met 3 of meer kinderen ten laste	16 %	9,5 %	23,4 %
alle huishoudens met kinderen ten laste	14,7 %	8,2 %	20,8 %

Aangezien kinderbijslag een niet-belastbaar voordeel is dat toegekend wordt aan gezinnen met kinderen, draagt het positief bij tot armoedebestrijding. Een raming op basis van het MIMOMIS-model geeft aan dat 10,86 % (2010) huishoudens aan armoede ontsnapt door de kinderbijslag.. Het gaat om een microsimulatiemodel op basis van administratieve gegevens met een steekproef uit 2001 van 100 000 individuen. Dit model diende als basis voor de studie “Social Family allowances in Belgium. The impact of potential reforms on child poverty, Claire Maréchal, Sergio Perelman, Ekaterina Tarantchenko (university of Liège) and Guy van Camp (FPS Social Security) European conference of Marche-en-Famenne, September 2-3, 2010”.

Kinderbijslag is echter een van de maatregelen om de kosten die een kind met zich meebrengt te compenseren. Ook de fiscaliteit bijvoorbeeld houdt op verschillende manieren rekening met kinderlast. De nieuwe maatregel die ik ingesteld heb, hulp voor de vorming van kinderen, via het Fonds voor socio-culturele participatie, draagt hier eveneens toe bij.

Uw derde vraag veronderstelt dat voor ieder gezin exact het nodige bedrag zou moeten worden toegekend om aan de armoede te ontsnappen. Een specifiek bedrag voor ieder kind kan echter moeilijk concreet worden uitgewerkt en hangt van talrijke factoren af.