Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11338

van Veerle Stassijns (N-VA) d.d. 4 april 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de referentiecentra

kanker
ziekte
geneeswijze
chronische ziekte

Chronologie

4/4/2014Verzending vraag
16/4/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4788

Vraag nr. 5-11338 d.d. 4 april 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Zeldzaam voorkomende kankers of andere zware ziektes worden het best behandeld in enkele gespecialiseerde referentiecentra. Ziekenhuizen die de vereiste ervaring, competentie en infrastructuur hebben. Dat beveelt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg aan en blijkt ook uit uw recent voorgestelde 'Belgisch plan zeldzame ziekten' waarin gepleit wordt om de expertise voor de behandeling van elke zeldzame ziekte te concentreren in één of hooguit enkele referentiecentra. Uit wetenschappelijke studies is immers overtuigend aangetoond dat de overlevingskans groter is wanneer hoogrisico behandelingen worden uitgevoerd in ziekenhuizen die jaarlijks een minimum aantal gevallen behandelen. Buurlanden als Nederland en Frankrijk, maar ook al Denemarken hebben de stap naar referentiecentra reeds gezet met een spectaculaire daling van het aantal sterftegevallen tot gevolg.

Vandaag hangt veel af van de goodwill van dokters en/of ziekenhuizen om patiënten die lijden aan een weinig voorkomende kanker of andere zware ziekte door te verwijzen naar een gespecialiseerd ziekenhuis met veel betere expertise op het vlak van de specifieke behandeling. Deze vrijwillige doorverwijzing wordt tot op heden niet gecontroleerd.

Betreffende de referentiecentra heb ik volgende vraag voor u:

Welke initiatieven heeft u al genomen of zult u nog nemen om de behandeling van zeldzaam voorkomende ziektes te concentreren in referentiecentra?

Antwoord ontvangen op 16 april 2014 :

1) Tijdens een vergadering op 6 februari 2014 heb ik het “Plan voor Zeldzame Ziekten” persoonlijk voorgesteld aan verschillende vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen voor zeldzame ziekten. Zowel de Beleidscel als de diensten van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) en de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid die bij deze problematiek betrokken zijn, hebben verschillende contacten met die patiëntenverenigingen voor zeldzame ziekten gehad.

2) De noodzaak en het belang van de expertisecentra voor zeldzame ziekten moeten niet meer worden aangetoond. Het Belgische “Plan voor Zeldzame Ziekten” bevat drie specifieke acties voor de organisatie van de zorg: de erkenning van een functie “zeldzame ziekte”, van een netwerk voor zeldzame ziekten en van expertisecentra op basis van strikte criteria en met welbepaalde opdrachten. Die acties moeten de zorgkwaliteit garanderen. Momenteel worden de koninklijke besluiten betreffende die acties voorbereid.

In het Plan wordt eveneens in de creatie van nieuwe expertisecentra voorzien. België is bovendien nauw betrokken bij de Europese werkzaamheden betreffende het Europese netwerk van expertisecentra.

3) De expertisecentra kunnen de patiënten, rekening houdende met de gevalideerde medische en wetenschappelijke gegevens, een adequate behandeling garanderen, meer bepaald op basis van de huidige guidelines en een specifieke tenlasteneming door een multidisciplinair team waarvan de expertise is aangetoond.

De tenlasteneming van die patiënten door een multidisciplinair expertisecentrum heeft een bewezen impact op de zorgkwaliteit, op de ontwikkeling van de ziekte, op de toekomst van de patiënten en op hun levenskwaliteit.

Er zijn echter niet veel gegevens of studies beschikbaar waarmee de kosten-bateneffectiviteit van die aanpak kan worden aangetoond.

4) Er bestaan momenteel al referentiecentra voor verschillende zeldzame ziekten: mucoviscidose, stofwisselingsziekten, neuromusculaire ziekten, nieraandoeningen bij kinderen, refractaire epilepsie… Die referentiecentra zullen moeten evolueren om aan de criteria, vereisten en verwachte opdrachten van de expertisecentra te voldoen.

In het kader van het “Plan voor Zeldzame Ziekten” wordt een budget van 1,350 miljoen euro uitgetrokken voor de erkenning van expertisecentra voor hemofilie. Wat hemofilie betreft, zal het RIZIV in april/mei een oproep tot kandidaatstelling doen. Die centra zouden tegen eind 2014-begin 2015 moeten worden gefinancierd.

De oprichting van andere expertisecentra, voor andere zeldzame ziekten, zal gebeuren op basis van een evaluatie van de behoeften en prioriteiten door de werkgroep “Zeldzame Ziekten” van het Observatorium voor chronische ziekten, afhankelijk van de beschikbare budgetten. Aangezien er nog aan die evaluatie wordt gewerkt, kan er momenteel dus onmogelijk in detail worden gepreciseerd hoeveel nieuwe expertisecentra er voor welke ziekten, en binnen welke termijnen, zullen worden opgericht.