een recente ontwikkeling in het onderzoek naar de bende Van Nijvel
georganiseerde misdaad
misdaadbestrijding
gerechtelijk onderzoek
27/3/2014 | Verzending vraag |
28/4/2014 | Einde zittingsperiode |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4798
Twee jaar geleden werd het onderzoek naar de Bende Van Nijvel toevertrouwd aan een nieuwe onderzoeksrechter en speurdersteam in Charleroi.
Tot verbazing van velen richtte dit nieuwe team zich op het formuleren van een ernstige beschuldiging van het oorspronkelijke team uit Dendermonde.
Zo beweerde het nieuwe team in 2012 - en maakte dit ook zo bekend via een webstek - dat het oude team zelf bewijsmateriaal in het kanaal Charleroi-Brussel zou gedumpt hebben. Voor die beschuldiging zou er forensisch bewijsmateriaal beschikbaar zijn, geleverd door het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek.
Daaromtrent werden speurders van het oude team, soms al gepensioneerd, met ernstige beschuldigingen geconfronteerd, namelijk over geknoei met belangrijk bewijsmateriaal, en probeerde het nieuwe team die speurders of ex-speurders tegen elkaar op te zetten.
Die laatsten reageerden echter fors en weerlegden blijkbaar alle aantijgingen.
Zo lijken twee jaar onderzoekswerk, op de valreep van de verjaring in 2015, opnieuw verknoeid.
Bevestigt de minister dat de hypothese dat voormalige speurders in het onderzoek naar de Bende Van Nijvel knoeiden met het bewijsmateriaal door objecten in het kanaal Charleroi-Brussel te dumpen, helemaal werd verlaten? Dat daarom de eerdere informatie waarin dat werd beweerd, opgenomen op de officiële webstek van het nieuwe speurdersteam met de indrukwekkende naam killersbrabant.be, recent ook werd verwijderd? Hoe verklaart de minister dat door het opperen en uitspitten van dat spoor alweer twee jaar onderzoekstijd werd verknoeid, terwijl het hele dossier zal verjaren in november 2015? Zijn er aan de beschuldigde ex-speurders in dit dossier al verontschuldigingen aangeboden? Zal de minister de betrokken verantwoordelijken op dit tijdverlies aanspreken en op welke wijze zal dit onderzoek de laatste maanden voor de verjaring worden verder gezet?