Samenwerkingsakkoord - Federale Staat en gewesten - Coördinatie van het beleid inzake invoer, uitvoer en doorvoer van afvalstoffen
beheer van afvalstoffen
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
uitvoer van afvalstoffen
gewesten en gemeenschappen van België
1/2/2011 | Verzending vraag |
3/5/2011 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1129
Op 26 oktober 1994 sloten de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een samenwerkingsakkoord over de coördinatie van het beleid inzake invoer, uitvoer en doorvoer van afvalstoffen.
Kan de minister mij een stand van zaken over de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord verstrekken, met hierbij onder andere de volgende gegevens.
1) Hoe wordt dit samenwerkingsakkoord aangestuurd, wie zorgt voor de regie? Hoe evalueert de minister de kwaliteit van de synergie? Behoudt dit akkoord de noodzakelijke relevantie?
2) Welke kosten zijn aan dit samenwerkingsverband verbonden inzake personeel, administratieve en technische werkingskosten, investeringen, eventuele subsidies, enzovoort? Hoe evolueerden die kosten jaarlijks sinds 2006? Hoe evalueert en duidt de minister die ontwikkelingen?
3) Tot welke concrete maatregelen, plannen, systemen, enzovoort, leidde dit samenwerkingsakkoord? Kan de minister die in detail toelichten en evalueren?
4) Vervullen de betrokken partners op een gelijkwaardige wijze hun opdrachten binnen dit samenwerkingsverband, of stelt de minister verschillen vast? Zo ja, welke en met welke redenen?
5) Hoe wordt de afbakening van bevoegdheden in die samenwerking gerespecteerd? Beweegt de federale overheid zich niet oneigenlijk binnen de actieradius van de gewesten?
Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden :
1. De Europese Verordening 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen regelt de handhaving met betrekking tot grensoverschrijdende afvaltransporten. Sinds de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 zijn in België de bevoegdheden aangaande deze controles verdeeld tussen federaal en gewesten. De controle op de doorvoer van afvalstoffen ligt op federaal vlak, de controle op in- en uitvoer ligt bij de gewesten. Met het oog op een coherent beleid blijft onderlinge afstemming tussen de verschillende inspectiediensten en samenwerking een noodzaak.
Eind 2008 werd besloten om het samenwerkingsakkoord van 1994 te herzien en te actualiseren. Om dat proces te begeleiden werd een werkgroep opgericht, met vertegenwoordigers van zowel federaal (federale politie, federale milieuadministratie en -inspectie, douane, justitie) als van de gewesten (milieuadministratie en –inspectie van Vlaams, Waals en Brussel Hoofdstedelijk Gewest). Deze werkgroep heeft een ontwerp van een nieuw samenwerkings-akkoord voorbereid dat door de Interministeriële Conferentie Leefmilieu op 24 maart werd aangenomen en sedertdien aan de betrokken regeringen werd voorgelegd. Zodra het nieuw samenwerkingsakkoord er is wordt een permanente coördinatiegroep opgericht, met als taken :
afstemmen van werkprogramma’s en formuleren van voorstellen in verband met controleacties op het terrein ;
opstellen van procedures voor de inspectie van afvaloverbrengingen, de opsporing van frauduleuze afvaloverbrengingen, de vervolging van vastgestelde overtredingen op de Verordening ;
opstellen van een indicatieve lijst van inbreuken en bijhorende afhandelingprocedure voor individuele vaststellingen van illegale overbrengingen ;
optimaliseren van de uitwisseling van informatie, bijvoorbeeld door middel van een beveiligd intranet ;
overleg plegen over elektronische gegevensuitwisseling met betrekking tot vergunningen voor transporten van gevaarlijke afvalstoffen ;
voorafgaand overleg plegen over alle wijzigingen van een regelgeving, alsook het bespreken van vragen betreffende de interpretatie van Europese, gewestelijke of federale wetgeving voor zoverre deze regelgeving en deze vragen betrekking hebben op de handhaving van de Verordening ;
voorbereiden van overleg tussen de bevoegde overheden over de ontwerpen van federale regelingen inzake de doorvoer van afvalstoffen, bedoeld in artikel 6, § 4, 1°, van de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 16 juli 1993 ;
ondersteuning geven aan de CCIM werkgroep Transfer van afvalstoffen bij het bepalen van standpunten die moeten worden ingenomen met betrekking tot alle aangelegenheden in verband met het toezicht op en de controle van grensoverschrijdende overbrengingen van afvalstoffen ;
coördineren van de verplichte rapportering aan de Europese Commissie in het kader van de handhaving van de Verordening, en deze rapportering voorbereiden voor de CCIM werkgroep Transfer van afvalstoffen ;
het bespreken van alle formele vormen van samenwerking met betrekking tot de handhaving van de Verordening die één of meerdere partijen wenst af te sluiten met derden.
2. De kosten verbonden aan het huidige en toekomstig samenwerkingsakkoord hebben betrekking op de werkingskosten van de gebezigde ambtenaren. Het betreft een uitdovend kader van ex-douaniers die tot het personeelskader van Douane en Accijnzen behoren, doch sinds 1993 ingeschakeld worden bij de terreincontroles op de genoemde grensoverschrijdende transporten. Momenteel zijn er nog 8 gebezigde ambtenaren in dienst, waarvan 6 Franstaligen en 2 Nederlandstaligen. Zij werken in opdracht van zowel de federale als van de regionale milieu-inspecties.
De personeelskosten worden door de Federale Overheidsdiensten (FOD) Financiën gedragen.
De werkingskosten worden in verhouding door de bevoegde overheden gedragen en betreffen de huur van de vaste inspectieposten en daarmee verbonden materiële voorzieningen, de kilometervergoeding, verblijfskosten, kosten voor mobiele telefonie en kledingkosten. De evolutie van deze werkingskosten sinds 2006 is de volgende :