Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11123

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 13 februari 2014

aan de eerste minister

Overheidsopdrachten - Non-discriminatieclausule - Invoeging

overheidscontract
racisme
bestrijding van discriminatie
overheidsopdrachten

Chronologie

13/2/2014Verzending vraag
20/3/2014Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-11124

Vraag nr. 5-11123 d.d. 13 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Overheden beschikken over de mogelijkheid om binnen de kaderwet op de overheidsopdrachten bepaalde clausules toe te voegen die een extra accent leggen op de toepassing van bijvoorbeeld de wetgeving tegen discriminatie en racisme of de bevordering van de diversiteit. Die clausules vragen van de bedrijven die meedingen om zich op dit terrein te bewijzen als actief en overtuigd actor in het voordeel van deze wetgeving of doelstellingen. Tegelijkertijd bieden die clausules een wettelijke basis om mededingers te weren die duidelijk zondigen tegen het wettelijk verbod op discriminatie en racisme en/of onvoldoende de diversiteit nastreven. Uiteraard dienen die clausules sterk geoperationaliseerd te worden, om zeker het misbruik daarvan zoveel mogelijk uit te sluiten… maar die bekommernis geldt voor elk criterium dat bij de gunning als opschortend geldt. Die benadering wordt onder andere vermeld in het memorandum van het Vlaams Minderhedenforum naar aanleiding van de komende verkiezingen.

Hierbij de volgende vragen.

1) Is de geachte premier een voorstander van het invoegen van opschortende clausules inzake het respecteren van de wetgeving tegen racisme en discriminatie of in het voordeel van een actieve bevordering van de diversiteit, bij het afwegen en selecteren van mededingers aan overheidsopdrachten?

2) Zo niet, op basis van welke argumenten wijst u de toepassing van dit voorstel af?

3) Zo ja, hoe en wanneer, met welke maatregelen en methodes zult u dit advies concretiseren?

Antwoord ontvangen op 20 maart 2014 :

De vraag behoort tot de bevoegdheid van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, aan wie zij eveneens werd gesteld.