Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11064

van Veerle Stassijns (N-VA) d.d. 5 februari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de behandeling van kinderen met aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit

ziekte van het zenuwstelsel
kind
ziekteverzekering
psychologie

Chronologie

5/2/2014Verzending vraag
24/2/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4703

Vraag nr. 5-11064 d.d. 5 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Kinderen die kampen met de gedragsstoornis ADHD krijgen te snel pillen voorgeschreven. Dat komt omdat medicatie wordt terugbetaald en therapie niet. Meteen is duidelijk dat er veel sneller voor medicatie wordt gekozen dan voor therapie.

Eerder dan medicatie te geven aan de kinderen, zijn laagdrempelige oudertrainingsprogramma's en therapie de aangewezen behandelingsmethodes. Dat stellen zowel de Hoge Gezondheidsraad als het expertisecentrum 'Zit Stil'. Als er dan toch nood is aan diagnose, moet die worden gesteld door een multidisciplinair team van de tweede en derde lijn, en niet door de huisarts.

Mocht een milde vorm van ADHD worden vastgesteld, dan zou moeten worden ingezet op psycho-educatie, psychotherapie en groepstrainingen voor de ouders. Pas als die niet helpen, kan medicatie worden voorgeschreven.

Betreffende de behandeling van kinderen met ADHD heb ik volgende vragen:

1) Zult u nog beleidsinitiatieven nemen die de therapeutische behandeling van kinderen met ADHD veranderen?

2) Zult u initiatieven nemen die psycho-educatie, psychotherapie en groepstrainingen voor de ouders bevorderen? Zo ja, hoe ziet u dat concreet?

3) Zult u psychotherapie voor ouders en kinderen terugbetaalbaar maken?

Antwoord ontvangen op 24 februari 2014 :

De aanbevelingen van het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) met betrekking tot methylfenidaat worden in België al jaren strikt gevolgd.

Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) plaatste in januari 2009 op zijn website een mededeling met de aanbevelingen van het Comité voor de geneesmiddelen voor menselijk gebruik (CHMP) voor een veiliger gebruik van geneesmiddelen die methylfenidaat bevatten.

De Belgische bijsluiter van de geneesmiddelen die methylfenidaat bevatten, die de voorschrijvers geacht worden te volgen, vermeldt vandaag duidelijk de door u aangehaalde aanbevelingen van het CHMP.

Om die aanbevelingen nog beter te doen toepassen, werden de gezondheidswerkers regelmatig geïnformeerd over de tenlasteneming van adhd, in het bijzonder via de transparantiefiche van het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI) die in december 2010 en september 2012 naar alle artsen en apothekers werd gezonden.

Ingevolge het specifieke verzoek van het CHMP op dat punt hebben de bedrijven in november 2013 het educatief materiaal om de risico's te beperken ter goedkeuring aan het FAGG voorgelegd. Dat materiaal omvat een voorschrijfgids voor de artsen, een lijstje met elementen die vóór en tijdens de behandeling moeten worden nagegaan en een tabel om de behandeling permanent te controleren. Dat materiaal zou snel moeten worden goedgekeurd en daarna aan de artsen worden bezorgd.

Wat de correcte tenlasteneming van de aandachtstoornissen betreft, heb ik het wetenschappelijk platform psychotropen inderdaad gevraagd om mij een plan voor te stellen en om het informatieve deel uit te voeren.

De werkgroep belast met de psychostimulantia bij kinderen werkt er sinds 2013 aan. Op 7 februari zal een vergadering plaatsvinden, waaraan de deelgebieden voor het eerst zullen deelnemen. Aangezien de bevoegdheden voor de betrokken actoren zoals het onderwijs, de jeugdbijstand, de preventie of de geestelijke gezondheid versnipperd zijn, is het immers onmogelijk om alleen op federaal vlak op te treden.

In de komende maanden zullen er aanbevelingen worden geformuleerd en ook snel kunnen worden uitgevoerd aangezien er voor de opleidings- en informatie-activiteiten van dat platform in een budget is voorzien.

Wat uw meer gerichte vraag over een terugbetaling van de psychotherapie aangaat, zullen, zoals u weet, de erkenning van de psychotherapie en de bescherming van de titel binnenkort bij wet geregeld zijn. Daarna zal men het aanbod moeten in kaart brengen om de zorgverleners te kennen. Vervolgens zal men over een eventuele terugbetaling kunnen discussiëren. Ik verhul u niet dat het wellicht een moeilijk budgettair debat zal zijn.