Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11063

van André du Bus de Warnaffe (cdH) d.d. 5 februari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de ziekte van Lyme

infectieziekte
epidemiologie
geneeswijze

Chronologie

5/2/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Voorlopig antwoord (pdf)

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4697

Vraag nr. 5-11063 d.d. 5 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

Een onderzoekster van de UCL heeft een studie gemaakt over de infecties door teken. De studie berustte op de volgende vaststellingen: “De ziekten veroorzaakt door teken nemen in België en de buurlanden toe. Toch is het moeilijk om de omvang van het probleem te kennen want de ziektegevallen worden niet systematisch geïnventariseerd. De kennis van de toestand in België vertoont grote leemten: waar vindt men ziekten en de teken die ze verspreiden? Welke personen, omgevingen en activiteiten vertonen het grootste risico? Welke zijn de symptomen en verschillen ze van de ene regio tot de andere?” (http://www.uclouvain.be/eli tekentiques.html)

Op basis van 1500 getuigenissen doet de onderzoekster verschillende onrustwekkende vaststellingen: de teken die ziekten overdragen zijn in alle provincies terug te vinden (zelfs in steden of aan zee), de ziekte van Lyme wordt vaak zeer laat na de besmetting ontdekt, er zijn zeer veel foute diagnoses en de artsen zijn het niet eens over de beste behandeling tegen tekenbeten. De ziektes die door teken worden overgedragen, zoals borreliose, zijn echter niet altijd onschadelijk.

Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen:

1) Klopt het dat we momenteel niet over informatie beschikken over het aantal mensen in België die door teken zijn besmet?

2) Hebt u weet van studies die momenteel worden gemaakt om de stand van zaken van de ziekte in België op te maken? Kent u meer bepaald de studie waarnaar ik verwijs?

3) De artsen op het terrein dienen bij tekenbeten verschillende behandelingen toe. Kunt u aangeven welke behandelingen in die situatie aangewezen zijn?

4) Denkt u niet dat de artsen moeten worden geïnformeerd over het belang van de opsporing van die ziekte en over de behandeling die moet worden toegediend? Bent u u van plan op dit domein actief op te treden?