Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11046

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 5 februari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De informele overlegorganen van de farmaceutische industrie

farmaceutische industrie
belangengroep
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Chronologie

5/2/2014Verzending vraag
13/2/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4436

Vraag nr. 5-11046 d.d. 5 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Nederland ontstond ophef toen bleek dat de overheid een nogal bedenkelijk overlegplatform subsidieerde dat door de farmaceutische industrie was opgericht. Dat platform, het zogenaamde Apollo-Netwerk, kreeg jaarlijks ongeveer 24.000 euro van de overheid.

Ook bleek dat topambtenaren van het ministerie van Volksgezondheid en leden van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen deel uitmaken van de club. Bovendien zijn enkel de grote farmareuzen zoals GlaxoSmithKline, Janssen Cilag, enzovoorts vertegenwoordigd, maar niet de producenten van goedkopere generieke geneesmiddelen.

De werking van het netwerk is ook bijzonder ondoorzichtig. In een reactie kon het ministerie van Volksgezondheid niet zeggen wat het netwerk allemaal heeft opgeleverd. Sterker nog, de deelnemers aan het Apollo Netwerk hebben een aantal principes onderschreven, op basis waarvan het ministerie verslagen van de bijeenkomsten niet openbaar kan maken.

Hierover de volgende vragen.

1) Kan de minister mij verzekeren dat er in België geen sprake is van een netwerk - noch formeel, noch informeel, noch sporadisch - tussen de overheid en een deel of het geheel van de farmaceutische industrie? Hoe beoordeelt ze het bestaan van een dergelijk netwerk in Nederland waarin alleen de grote farmareuzen zetelen, verzameld met de top van de ambtenarij van Volksgezondheid, de ziekenhuizen en apothekersverenigingen?

2) Welke officiële en informele overlegorganen bestaan er desgevallend met de farmaindustrie? Wie zetelt in die organen, met welke doelstellingen, welke methodes, welk ritme enzovoort? Op welke wijze ontvangen ze dan ook middelen van de overheid?

3) Kan de minister hardmaken dat er geen ambtenaren of topambtenaren van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid en van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten betrokken zijn bij zulke schimmige netwerken? Kan ze me hetzelfde verzekeren voor de leden van de Commissie tegemoetkoming van geneesmiddelen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering ? Wordt er toezicht uitgeoefend? Zo ja, op welke wijze en door wie?

Antwoord ontvangen op 13 februari 2014 :

Er bestaan bij mijn weten geen "duistere" netwerken van hoge ambtenaren of regeringsleden en leden van de farmaceutische nijverheid. Ik ben er zeker van dat de overheid in ieder geval geen "duistere" netwerken financiert. De banden tussen de farmaceutische nijverheid en de politieke of administratieve overheden zijn in België transparant.  

Naast de talrijke formele overlegmomenten in de besturen bestaan er meer informele maar even transparante uitwisselingen. Het lijkt mij een kwestie van goed bestuur dat een industrie die goed is voor 32.000 banen en in het kader van de door de regering besliste budgettaire beperkingen regelmatig diep in de buidel moet tasten rechtstreeks door de regering kan worden gehoord. 

Wat de overlegorganen op regeringsvlak aangaat, is er het overlegplatform tussen de regering en de farmaceutische bedrijven die in België investeren en waar de vice-eerste ministers en de CEO's van de grootste werkgevers uit die bedrijfstak elkaar ontmoeten. Dat overleg bestaat al sinds 2006. Dat "bio-farma" platform is nog op 29 januari 2014 samengekomen, en de pers werd daarvan vooraf op de hoogte gebracht.   

Als minister van Volksgezondheid en van Sociale Zaken ontmoet ik op geregelde tijdstippen de koepelorganisatie van de farmaceutische nijverheid van originele geneesmiddelen, pharma.be. We hebben in oktober 2012 een kaderovereenkomst onderhandeld en ondertekend, en er is daarover een persbericht gemaakt, opnieuw om de transparantie te garanderen. 

Op het vlak van de besturen zijn de leden van de diverse commissies in het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) of in Volksgezondheid die over de belangen van de farmaceutische nijverheid moeten beslissen, zoals de machtiging voor of de terugbetaling van een nieuw geneesmiddel, verplicht om een eventueel belangenconflict te melden. De afgevaardigd-bestuurders maken bovendien hun mandaten bekend. Opnieuw zijn de banden gekend. 

Ik zou er tevens aan willen herinneren dat men in alle bestaande overlegorganen altijd op een evenwichtige vertegenwoordiging van de betrokken partijen hamert, hetzij de onafhankelijke wetenschappelijke deskundigen, de gezondheidszorgbeoefenaars of de verzekeringsinstellingen.