Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10998

van Ahmed Laaouej (PS) d.d. 31 januari 2014

aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken

Federale Overheidsdienst Financiën - Variabel uurrooster - Nieuwe regeling

belastingadministratie
variabele werktijden

Chronologie

31/1/2014Verzending vraag
10/3/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10998 d.d. 31 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

De regeling voor het variabele uurrooster in de Federale Overheidsdienst Financiën werd onlangs aangepast.

Op sommige punten is de toepassing van de regeling zeer vaag, wat tot rechtsonzekerheid leidt.

In het kort krijgt de ambtenaar de keuze tussen twee systemen:

Het regime 1 met vaste en variabele uurroosters. De ambtenaar moet gemiddeld 38 uur per week werken over een periode van vier maanden en beschikt over mogelijke inhaaldagen.

Het regime 2 zonder tijdregistratie en dus zonder vaste werktijden. De ambtenaar moet, buiten de jaarlijkse vakantie, echter elke dag aanwezig zijn (hij heeft geen recht op automatische inhaaldagen aangezien er geen tijdregistratie is). Wel kan hij zijn hiërarchische overste toelating vragen om van het werk weg te blijven.

In het regime 2 wordt de tijd niet geregistreerd, bijgehouden en gecontroleerd (het gaat een beetje om de veralgemening van het regime dat vroeger gold voor de directeurs, de huidige adviseurs).

Praktisch gezien moeten de ambtenaren in het regime 1 prikken, en die in regime 2 niet.

Het regime 2 is gebaseerd op vertrouwen. De uren zijn minder belangrijk, vandaar de afwezigheid van inhaaldagen, prikken en controle.

Voor een deel van de ambtenaren worden de prestaties de facto geregistreerd omdat in sommige gebouwen de ambtenaren toegang hebben tot hun bureau via een elektronische badge. De gegevens worden daarna opgeslagen en bijgehouden en ze kunnen door de ambtenaar en zijn overste (en door anderen?) worden geraadpleegd in het programma Primetime, dat werd gecreëerd om de prestaties en afwezigheden van de ambtenaren te beheren.

Voor die ambtenaren is dus terug een (niet-reglementaire) controle ingericht en valt het verschil in zienswijze tussen de twee regimes dus weg. Dat lijkt tegenstrijdig. Waarom wordt de afwezigheid van registratie en controle expliciet vastgelegd als de praktijk anders is?

Dat geeft aanleiding tot verschillende interpretaties, afhankelijk van de overste.

Veel betrokken ambtenaren vragen zich af welk gebruik zal worden gemaakt van hun gegevens. Ze stellen hierover individueel vragen aan P&O.

De antwoorden zijn vaak ontwijkend en P&O heeft in dit verband geen duidelijke officiële communicatie.

De vraag is belangrijk want ze kan gevolgen hebben voor de carrière van de ambtenaren. Die moeten exact de inhoud van hun rechten en plichten kennen en de filosofie achter het regime waarvoor ze kiezen.

De essentiële vragen zijn de volgende:

1) Wat betekenen de niet-registratie en het niet-bijhouden van de gepresteerde uren in het regime 2?

2) Kan de overste in dat regime rechtstreeks of onrechtstreeks verwijzen naar de uren die via Primetime zijn geregistreerd, in het voordeel of het nadeel van de ambtenaar?

Kunnen die gegevens bijvoorbeeld worden gebruikt tijdens een tuchtprocedure? Kunnen ze worden gebruikt in het kader van ontwikkelingscirkels?

Antwoord ontvangen op 10 maart 2014 :

Er zijn twee arbeidsstelsels mogelijk. Een eerste dat zeer gelijkaardig is aan het vroegere priksysteem en een tweede dat gebaseerd is op wederzijds vertrouwen ingegeven door een nieuw arbeidsconcept, waarbij meer belang wordt gehecht en vertrouwen wordt gegeven aan het individu met het oog op een verbeterde levenskwaliteit op het werk en een beter evenwicht tussen privé-leven en professioneel leven.

Deze nieuwe werkwijze is gericht op “resultaten” en brengt een grotere autonomie met zich mee op het vlak van de organisatie van de arbeidstijd. De sleutelwoorden zijn: dialoog, vertrouwen en flexibiliteit.

1) Dit houdt inderdaad in dat er geen enkele verificatie van gepresteerde uren wordt verricht in het tweede stelsel. In een aantal grotere gebouwen, waarvan de toegang beveiligd is, worden binnenkomst en vertrek inderdaad geregistreerd en wordt dit ter beschikking gesteld van de ambtenaren, opdat deze, indien ze dit wensen, een overzicht kunnen hebben van hun effectieve arbeidstijden

2) Met name in het tweede stelsel zijn de gepresteerde uren ondergeschikt aan het behalen van de in het kader van de ontwikkelcirkels bepaalde doelstellingen. Bij eventuele tuchtprocedures of in het kader van ontwikkelcirkels dient bijgevolg vooral te worden gekeken naar prestaties en resultaten, ontwikkeling, beschikbaarheid, samenwerken, engagement, omgaan met vertrouwen en bijdragen aan teamdoelstellingen. Deze elementen zijn de kern van de bilaterale en vertrouwelijke gesprekken die de ontwikkelcirkels zijn. Het het element «aanwezigheid» is secundair.

De toegangsregistraties gebeuren uit veiligheidsoverwegingen. Zij zijn niet bedoeld om controle uit te oefenen op de arbeidstijden. Dit belet evenwel niet dat een dergelijke registratie zou kunnen worden aangewend als bewijs dat iemand op een bepaald ogenblik wel of niet in het betreffende gebouw aanwezig was, mocht daarover discussie of betwisting ontstaan.