Schriftelijke vraag nr. 5-10990

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 januari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

De BOB-controles

verkeersveiligheid
alcoholisme
politiecontrole
verkeerscontrole

Chronologie

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4325

Vraag nr. 5-10990 d.d. 29 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De BOB-controles zijn een verankerd begrip. Ze slaagden erin om vele automobilisten te disciplineren in hun alcoholgebruik. Zeker tijdens de eindejaarsfeesten, traditioneel overgoten met heel wat drankjes, vormen ze een tastbare barrière tegen het onheus mengen van alcohol en autorijden. Toch lijkt dit concept, ondanks alle succesvolle beeldvorming, in de loop van de jaren veel van z'n slagkracht verloren te hebben. Het aantal controles neemt af en - misschien wel het meest beangstigend - de controles lijken zich quasi volledig te beperken tot de klassieke werkuren, dus tussen 8 en 16 uur. De reden daarvoor ligt voor de hand: de kostprijs van het personeel buiten de gewone arbeidsuren, zeker op feestdagen en tijdens avonden en nachten. Toch weet zowat iedereen dat de gevaren van dronken automobilisten zich vooral voordoen in de late avond- en nachtelijke uren. Anderzijds worden politieagenten geconfronteerd met een quotum aan bekeuringen, dat als een molensteen rond hun nek hangt… met als gevolg dat er alsmaar meer controles worden gecumuleerd tijdens de klassieke werkuren. Daarbij komen nog eerder absurde regels, bijvoorbeeld dat agenten op vijf jaar van hun pensioen geen nachtdiensten meer mogen kloppen, wat nog een oorzaak vormt van het wegvallen van steeds meer nachtelijke controles. Men vraagt zich steeds meer af of de ganse BOB-campagne nog wel z'n succesvolle status verdient. De pakkans blijkt in België ook drastisch te variëren, met als Vlaamse kampioenen Antwerpen en Oost-Vlaanderen en een beduidend lager aantal - ook relatief - controles in Wallonië, hoewel daar het aantal nachtelijke controles hoger ligt.

Bevestigt de minister dat in het kader van de BOB-campagne steeds minder controles kunnen worden uitgevoerd in de late avond en de nacht, onder andere wegens de hoge kostprijs en de te beperkte beschikbaarheid van agenten… terwijl de grootste problemen met dronken automobilisten zich duidelijk laat 's avonds en 's nachts stellen? Hoe evalueert de minister die evolutie? Wil en kan zij daaraan verhelpen en zo ja, over welke instrumenten en bevoegdheden beschikt zij om daaromtrent succesvol op te treden? Wanneer zal zij welke maatregelen treffen?