Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10908

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 16 januari 2014

aan de minister van Justitie

Onttrekking van een zaak aan een rechter - Nieuwe bepaling - Overzicht - Evaluatie

hogere rechtspraak
rechtsvordering
rechter
officiële statistiek

Chronologie

16/1/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-10908 d.d. 16 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In artikel 652 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd door de wet van 6 december 2005, wordt voorzien in een vereenvoudigde onttrekking van de zaak aan de rechter die gedurende meer dan zes maanden verzuimt de zaak te berechten. Zo kan elke partij optreden tegen de nalatige rechter die in gebreke blijft om een vonnis te vellen binnen de zes maanden nadat hij de zaak in beraad heeft genomen.

Het blijft een aanslepend probleem. Vonnissen en arresten worden soms tergend traag geveld. Het uitblijven van een gerechtelijke beslissing creëert een periode van rechtsonzekerheid en laat partijen in onwetendheid over het verdere verloop van de procedure.

Daarom werd met artikel 652 van het Gerechtelijk Wetboek aan de rechtzoekende het initiatiefrecht verleend om een dossier uit handen van een nalatige rechter te laten nemen via een procedure bij het Hof van Cassatie.

De rechter tegen wie een procedure wordt gevoerd om een dossier te laten onttrekken en zijn korpschef worden door de griffie van het Hof van Cassatie ervan op de hoogte gebracht dat een vraag tot onttrekking werd ingediend. De partij die de onttrekking vraagt en de rechter hebben de mogelijkheid hun opmerkingen via een memorie te verduidelijken.

Er wordt bijgevolg een procedureslag gevoerd binnen de lopende procedure, waarbij een rechtzoekende plots zijn rechter als tegenstander heeft omdat die verzuimt de zaak te berechten die hij in beraad heeft genomen.

Deze nieuwe bepaling van artikel 652 van het Gerechtelijk Wetboek werd ingevoerd bij bovenvermelde wet van 6 december 2005 en is in werking getreden op 23 januari 2006.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen in navolging van de eerder gestelde schriftelijke vraag 5-240 :

1) Kan de geachte minister voor de jaren 2010, 2011, 2012 en 2013 het aantal procedures meedelen waarbij het Hof van Cassatie zich heeft uitgesproken over de vragen tot onttrekking van een zaak volgens de nieuwe bepaling van artikel 652 van het Gerechtelijk Wetboek?

Kunnen de procedures worden opgesplitst per jaar?

2) Hoeveel zaken werden door het Hof van Cassatie in deze jaren dan ook effectief onttrokken aan de rechter en door het Hof van Cassatie uiteindelijk toegewezen aan een andere rechter?

3) Van welke rechtbanken of hoven werden de onttrekkingen van de zaken door het Hof van Cassatie uitgesproken?

Kan hierbij een opdeling worden gegeven voor :

- De rechtbanken van eerste aanleg en nogmaals opgedeeld tussen de burgerlijke kamers, de correctionele rechtbank en de jeugdrechtbank;

- de arbeidsrechtbanken;

- de rechtbanken van koophandel,

- de hoven van beroep,

- de arbeidshoven?

4) Kan de minister eveneens laten weten vanuit welke gerechtelijke arrondissementen de meeste vorderingen tot onttrekking van de zaken worden ingediend?

5) Kan ze ook laten weten of er vorderingen tot onttrekking zijn van zaken die in beraad werden genomen door hoven van beroep?

Mag ik eveneens vragen in hoeveel van die vorderingen tot onttrekking het Hof van Cassatie beslist heeft de zaak te onttrekken?

6) Wordt de procedure tot onttrekking van de zaak positief geëvalueerd ?