Schriftelijke vraag nr. 5-10898

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 16 januari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging

Defensie - Getalsterkte - Evolutie - Streefdoel - Streefleeftijd - Geografische spreiding - Taalverhoudingen

militair personeel
taalgebruik
geografische spreiding
legercontingent

Chronologie

Vraag nr. 5-10898 d.d. 16 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In navolging van de eerdere schriftelijke vraag 5-393 graag volgende verduidelijking over de doorgevoerde reorganisatie van Defensie.

Graag een antwoord op de volgende vragen :

1) Wat is de evolutie van de getalsterkte van de strijdkrachten voor de jaren 2010, 2011, 2012 en 2013? Graag een overzicht per component met de graad als parameter.

2) Wat is het aandeel hierin van de volgende categorieën : vertrekken in pensioen, vertrekken in volledige omschrijving, vertrekken van jonge vrijwilligers, de verschillende soorten rekrutering, promotie? Zo mogelijk een overzicht per component.

3) Wat is het streefdoel voor de getalsterkte voor 2015? Graag kreeg ik een overzicht per component met de graad als parameter.

4) Wat is de huidige gemiddelde leeftijd ?

5) Verloopt de planning nog in overeenstemming met het door u eerder vooropgestelde streefcijfer voor 2015, zoals blijkt uit het antwoord op de vraag 5-393 met name dat een streefcijfer wordt vooropgesteld van 32 000 militairen?

6) Wat is de ideale gemiddelde streefleeftijd voor 2015? Graag kreeg ik een overzicht per component met de graad als parameter.

7) Wat is, in percentage, de huidige geografische spreiding van de militairen per provincie en wat is het streefdoel voor 2015? Gelieve ook te voorzien in een overzicht met de component als parameter.

8) Wat zijn de verhoudingen per taalrol (Nederlandstalig, Franstalig en Duitstalig) in Defensie? Graag kreeg ik een overzicht per component, met het wapen en de graad als parameters.

Antwoord ontvangen op 24 februari 2014 :

1. Binnen de diensten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken die onder mijn bevoegdheid vallen, zijn er twee syndicale vaste afgevaardigden.

2. Vanaf 1 november 1997 is het Algemeen Christelijk Vakverbond van de Openbare Diensten (ACV-Openbare Diensten) vrijgesteld van de terugbetaling van de wedden van de vaste syndicaal afgevaardigde die met syndicaal verlof is, overeenkomstig art. 4, §2, van het koninklijk besluit (KB) van 20 april 1999 tot uitvoering van artikel 18, derde lid, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

Voor de syndicaal afgevaardigde van het Vrij Syndicaat van het Openbaar Ambt (VSOA – Overheidssector), hebben wij geen terugvordering van zijn wedde voor de jaren 2011 en 2012 uitgevoerd. Voor het jaar 2013 werden de desbetreffende instructies gegeven.

3. Niet van toepassing.