Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10859

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 14 januari 2014

aan de minister van Justitie

Fonds voor de financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden - Uitbetaling - Termijnen - Maatregelen

slachtoffer
vergoeding
officiële statistiek

Chronologie

14/1/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-10859 d.d. 14 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds 1 augustus 1985 kunnen slachtoffers van opzettelijke gewelddaden of hun verwanten onder bepaalde voorwaarden om een financiële hulp van de federale staat verzoeken. Hulp is mogelijk wanneer de dader onbekend is of wanneer de dader onvermogend is. Het is niet de bedoeling om over te gaan tot een integrale schadeloosstelling, maar om de geleden schade wat te verzachten.

Verschillende soorten hulp zijn mogelijk: hoofdhulp, noodhulp en aanvullende hulp. De bedragen voor de totale hulp gaan van minimaal 500 euro tot maximaal 62.000 euro.

Er gaan stemmen op dat de procedure zeer lang duurt waardoor slachtoffers vaak met de kosten blijven zitten voor een lange tijd, zeker als het ziekenfonds of de verzekering niet tussenkomt. Zo hebben de slachtoffers van het delict Kim De Gelder na vijf jaar nog steeds niets ontvangen.

Graag had ik de geachte minister volgende vragen gesteld:

1) Kan zij cijfers geven van het aantal mensen dat in de jaren 2007 tot en met heden financiële hulp gekregen hebben? Graag vernam ik ook het overeenkomstige bedrag en binnen welke categorie de hulp viel.

2) Graag voor vraag 1) ook een overzicht van de termijnen, hoelang het duurde vooraleer de financiële hulp toegekend werd en of de dader gekend was of onbekend.

3) Wat is de gemiddelde termijn waarbinnen financiële hulp toegekend wordt?

4) Hoe zou de organisatie of de procedures verbeterd kunnen worden opdat de termijnen korter zouden zijn? Zal de geachte minister maatregelen nemen op dat vlak? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?