Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1084

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 31 januari 2011

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking

Buitenlandse contacten - Reizen - Ontvangst van delegaties

diplomatieke betrekking
internationale bijeenkomst
officieel bezoek

Chronologie

31/1/2011Verzending vraag
10/5/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1083
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1085

Vraag nr. 5-1084 d.d. 31 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op tal van conferenties en onderhandelingen vertegenwoordigt de geachte minister de federale regering in het buitenland.

De Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken verwerkt ook constant aanvragen van landen die een onderhoud met een vertegenwoordiger van de federale regering wensen. De onderhandelingen om deze buitenlandse bezoeken te regelen kunnen soms lange tijd in beslag nemen.

Parallel hiermee ontvangt de geachte minister, net als de andere regeringsleden met bevoegdheden in het kader van buitenlandse betrekkingen, vele buitenlandse Staatshoofden, regeringsleiders, ministers en hoge functionarissen.

Zonder tendentieus te willen overkomen, ben ik er van overtuigd dat het Federale Parlement met deze informatie ter beschikking gemakkelijker en nauwkeuriger over de opvolging van dossiers zal kunnen waken.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan u een overzicht geven van al de missies en bezoeken aan het buitenland die u heeft gedaan sinds zijn intrede als minister?

2) Zou u eveneens een overzicht kunnen geven van de buitenlandse bezoeken en missies die voorlopig nog gepland staan, of waarvoor er voorbereidingen aan de gang zijn?

3) Kan u ook een overzicht geven van de bezoeken aan ons land van buitenlandse Staatshoofden, regeringsleiders, ministers en hoge functionarissen met wie u contact heeft gehad?

Antwoord ontvangen op 10 mei 2011 :

Als antwoord op de vraag van het geachte lid, wil ik hem meedelen dat het voor mij moeilijk is om een antwoord te formuleren voor rekening van een oud-minister (in casu Charles Michel).

Het enige antwoord dat ik hem kan geven is dat betreffende mijn beleidscel en mijn secretariaat toen ik de functie van Staatssecretaris voor Europese zaken uitoefende. In dit geval verwijs ik het geachte lid naar het antwoord dat werd meegedeeld op uw vraag nr.5-1085.