de obesitas
voedingsziekte
chirurgie
18/12/2013 | Verzending vraag |
4/3/2014 | Rappel |
28/4/2014 | Einde zittingsperiode |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4360
Binnen de heelkundige behandelings-mogelijkheden voor obesitas vinden we de restrictieve ingrepen. Hierbij wordt een volumereductie van het voedsel beoogd. Type-voorbeelden zijn de gastric banding en de sleeve gastrectomy. Andere ingrepen zijn de malabsorptieve ingrepen, ook wel bilio-pancreatische ingrepen genoemd: deze zijn gericht op een verminderde calorieopname door de dunne darm. Tussen deze twee grote groepen in, is er nog de gastric bypass welke voornamelijk restrictief en minder malabsorptief werkt.
De gastric bypass, waarbij de maag wordt verkleind en het spijsverteringsstelsel omgeleid, is met stip de populairste operatie in de strijd tegen obesitas. Op vijf jaar tijd is het aantal operaties met 40 % gestegen van 3 342 in 2004 tot 4 663 in 2008. Volgens de cijfers van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) was de maagring lange tijd de meest gangbare ingreep. Maar in vijf jaar tijd daalde het aantal geplaatste maagringen met 60 %. In 2008 lieten 2 242 mensen een maagband plaatsen, in 2004 waren dat er nog 5 495. Redenen voor het succes van de gastric bypass zijn de garantie op gewichtsverlies en het behoud van levenskwaliteit. Iemand met een gastric bypass kan nog vast voedsel eten.
Gezien het voorgaande kader dat ik schetste, kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:
1. Wat zijn de verschillende voor- en nadelen van de restrictieve ingrepen en de malabsorptieve ingrepen? Hoe vaak, in absolute cijfers, worden deze ingrepen uitgevoerd? Kan de minister cijfers geven voor 2010, 2011 en 2012 en deze opdelen naar soort ingreep (gastric bypass, maagring, enz.)? Verwacht zij dat het aandeel van de gastric bypass nog zal toenemen binnen deze ingrepen? Waarom?
2. Heeft de minister cijfers over de evolutie van het aantal Belgen met obesitas (met een Body Mass Index hoger dan 40)? Heeft zij cijfers over de evolutie van het aantal Belgen met morbide obesitas? Kan zij deze cijfers geven voor respectievelijk 2010, 2011 en 2012? Kan zij deze evolutie verklaren en duiden?
3. Waarom wordt obesitas in België niet erkend als chronische ziekte? Wat zijn de implicaties aangaande de kostprijs voor patiënten die heelkundige behandelingsmodaliteiten ondergaan? Kan ze een realistische schatting van de kostprijs voor de verschillende operaties geven?
4. Klopt het dat het voedingspatroon van de eerste vijf jaren bepalend is voor de latere constitutie van de mens? Zo ja, wordt het belang hiervan voldoende door de verschillende medische en sociale sectoren aangekaart?
5. Kampen de ziekenhuizen met wachtrijen voor deze ingrepen? Kan de geachte minister dit duiden met cijfers?