Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10587

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 11 december 2013

aan de minister van Justitie

Partnergeweld - DAPHNE II-programma - Studie - Kost - Belgische gegevens - Dataverzameling - Maatregelen

huiselijk geweld
seksueel geweld

Chronologie

11/12/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-10587 d.d. 11 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Met de steun van het DAPHNE II-programma werd een studie uitgevoerd naar de schatting van de kost van partnergeweld in Europa.

Het onderzoek verliep per niveau en in verschillende fasen: op macro-economisch niveau werden de uitgaven in vier grote domeinen gegroepeerd (directe medische kosten, justitie- en politiekosten, maatschappelijke kosten en economische kosten).

De auteurs van het onderzoek erkenden dat een groot deel van de kosten van partnergeweld niet in monetaire termen te meten is. Daarom moesten ook niet-materiële kosten in rekening gebracht worden: dit kon opgevolgd worden in een micro-economische context door het analyseren van de levenstrajecten van slachtoffers en hun naasten.

In een volgend onderzoek werd een schatting gemaakt van het sterftecijfer in Europa als gevolg van partnergeweld en de jaarlijkse kost van dat sterftecijfer. In de EU27 zouden er elk jaar 2.500 overlijdens zijn als gevolg van partnergeweld, zijnde ongeveer 9 per dag (waarvan 7 vrouwen) met een kost van 5.7 miljard euro.

België laat zich spijtig genoeg opmerken in afwezigheid in het domein van fundamenteel onderzoek en het opstellen van cijfergegevens. Onlangs nog maakte de United Nations Entity for Gender Equality and the Empowerment of Women een overzicht van de beschikbare gegevens over geweld tegen vrouwen in 86 landen. Van België geen spoor.

Ook voor het onderzoek werd iedere lidstaat van de EU naar behoren schriftelijk bevraagd en werden er ontmoetingen georganiseerd met officiële instellingen en verenigingen om gegevens over partnergeweld te verkrijgen en de kosten ervan. België beschikt hier niet over.

Zo is het natuurlijk onmogelijk om doeltreffende beleidsmaatregelen te treffen en te meten of we effectief doeltreffend bezig zijn. Er is dus nood aan een objectieve dataverzameling en analyse om goed beleid te kunnen voeren en zo de kostenposten (orde en veiligheid, gezondheid, sociale bescherming en economische kost) van dit probleem te kunnen laten dalen.

Graag had ik volgende vragen gesteld:

1) Is de geachte minister het eens dat er vanuit Europa kritiek komt op onze dataverzameling ? Namelijk veel te gebrekkig of gewoonweg niet. Zo nee, kan zij bewijzen dat er wel degelijk aan (goede) dataverzameling gedaan wordt?

2) Erkent de geachte minister dat beleid niet gevoerd kan worden zonder eerst een objectie verzameling van gegevens en analyse? Niet alleen voor de mensen in de situatie, maar ook voor de maatschappij in het algemeen is dit zeer belangrijk voor welzijn en kosten.

3) Zal zij bijgevolg dan ook maatregelen treffen deze situatie te veranderen?