Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10561

van Inge Faes (N-VA) d.d. 10 december 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Directie van criminaliteit tegen goederen-autocriminaliteit - Tussenkomsten - Cijfergegevens - Kosten - Personeel

misdaadbestrijding
diefstal
registratie van een voertuig
zwarte handel
automobiel
gerechtskosten
officiële statistiek
geografische spreiding
gerechtelijke politie

Chronologie

10/12/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-10561 d.d. 10 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Directie van criminaliteit tegen goederen-autocriminaliteit (DGJ/DJB/Autocrim) richt zich op de illegale handel in voertuigen met prioritaire aandacht voor de diefstal van inschrijvingsbewijzen.

De dienst staan in voor analyse en opvolging van deze fenomenen, de opvolging en coördinatie van onderzoeken, alsook het leveren van expertise rond autozwendel in het algemeen, en in het bijzonder betreffende de identificatie van vervalste voertuigen en onderdelen.

Teneinde de werking van de DGJ/DJB/Autocrim op dit vlak te kaderen in het opsporingsonderzoek en zijn actoren, had ik u reeds een schriftelijke vraag (nummer 5-7912) gesteld. In uw antwoord op deze vraag verwijst u naar een wetsontwerp betreffende de optimalisatie van de politiediensten en dat de Wet op de Geïntegreerde Politie gestructureerd op twee niveaus wijzigt en dat uw beleid in essentie steunt op de versterking en de verbetering van de werking van de gedeconcentreerde operationele politiediensten. De gevraagde cijfers worden echter niet gegeven.

Alsnog had ik dus graag antwoord op volgende vragen:

1) Hoe dikwijls werd in 2012 en 2013 een beroep gedaan op deze dienst? Wat is de geografische spreiding (arrondissementeel/provinciaal)?

2) Kunnen deze gegevens worden uitgesplitst per soort tussenkomst, zoals hierboven beschreven?

3) Zijn aan deze tussenkomsten kosten verbonden in het kader van een gerechtelijk onderzoek? Worden deze aangerekend als gerechtskosten?

4) Kan u duiding geven over de samenstelling van deze dienst wat de opleiding en de taalrol van het personeel betreft?

5) Wat was in 2012 en 2013 het budget van deze dienst onderverdeeld in personeelskosten, werkingskosten en investeringen?