Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10551

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 9 december 2013

aan de minister van Justitie

Bezoeken van buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders - Kostprijs - Delegaties van categorie A en B

officiële statistiek
officieel bezoek
staatsveiligheid
beveiliging en bewaking
regeringsleider
staatshoofd

Chronologie

9/12/2013Verzending vraag
4/2/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10551 d.d. 9 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Voor de talrijke bezoeken van staatshoofden, regeringsleiders en hoogwaardigheidsbekleders aan Brussel zijn diverse veiligheidsdiensten betrokken.

De Veiligheid van de Staat (VSSE) wordt hiervoor betrokken en maakt het onderscheid tussen personen of delegatie van categorie A en categorie B.

Uit antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken werd me doorverwezen naar uw overheidsdienst.

Mijn vragen aan de geachte minister zijn:

1) Wat is het verschil tussen beide categorieën?

2) Hoeveel bezoeken van deze categorieën hebben er jaarlijks plaatsgevonden, voor de voorbije vijf jaar?

3) Wat is de kostprijs van de beveiligingsmaatregelen die jaarlijks werden uitgegeven en dit voor de voorbije vijf jaren voor beide categorieën?

Antwoord ontvangen op 4 februari 2014 :

1. Eerst en vooral wens ik er de aandacht op te vestigen dat de Veiligheid van de Staat geen onderscheid maakt tussen personen of delegaties van categorie A en categorie B.

Wel bestaat er een onderscheid tussen permanente beschermingsopdrachten (bijvoorbeeld de permanente bescherming van de Amerikaanse en de Israëlische ambassadeur) enerzijds en de bescherming van personen tijdens hun officiële bezoeken aan ons land anderzijds.

Daarenboven zijn er verschillende regimes van toepassing naar gelang het niveau van de dreiging ten opzichte van de te beschermen persoon of delegatie. Deze dreigingniveaus worden toegekend door het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse (OCAD) en variëren van 1 (laag) tot 4 (zeer ernstig). Het aantal mensen en middelen dat moet ingezet worden verschilt naargelang de aard van de beschermingsopdracht.

2. De Veiligheid van de Staat beschikt niet over informatie over het exacte aantal bezoeken van staatshoofden, regeringsleiders en hoogwaardigheidsbekleders. Evenmin kan een onderverdeling gegeven worden naargelang de categorie A of B (zie vraag 1).

Wel kan een overzicht gegeven worden van het aantal beschermingsopdrachten dat de Veiligheid van de Staat gedurende de vijf laatste jaren uitgevoerd heeft, onderverdeeld per dreigingsniveau:

2009

Niveau 1 (laag): 1

Niveau 2 (gemiddeld): 97

Niveau 3 (ernstig): 55

Niveau 4 (zeer ernstig): 0

2010

Niveau 1 (laag): 0

Niveau 2 (gemiddeld): 48

Niveau 3 (ernstig): 78

Niveau 4 (zeer ernstig): 0

2011

Niveau 1 (laag): 0

Niveau 2 (gemiddeld): 12

Niveau 3 (ernstig): 88

Niveau 4 (zeer ernstig): 0

2012

Niveau 1 (laag): 2

Niveau 2 (gemiddeld): 94

Niveau 3 (ernstig): 62

Niveau 4 (zeer ernstig): 0

2013

Niveau 1 (laag): 0

Niveau 2 (gemiddeld): 97

Niveau 3 (ernstig): 75

Niveau 4 (zeer ernstig): 0

3. Het is onmogelijk om een berekening te maken van de werkelijke kostprijs van de beveiligingsmaatregelen en dit per jaar en per beschermingscategorie. Voor de berekening moet immers rekening gehouden worden met tal van factoren zoals:

Om u een idee te geven van de orde van grote, vindt u hierbij een overzicht van de kosten van de verbruiksgoederen voor het jaar 2013:

Onkosten gemaakt tijdens opdrachten niveau 3: euro 24.292,90

Onkosten gemaakt tijdens opdrachten niveau 2: euro 2.179,02

Huurwagens voor de opdrachten niveau 2: euro 100.654,80

Tot slot moet opgemerkt worden dat niet alleen de Veiligheid van de Staat instaat voor de beveiligingsmaatregelen maar dat ook de federale en lokale politiediensten hierbij betrokken worden.