Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10502

van Inge Faes (N-VA) d.d. 3 december 2013

aan de minister van Justitie

Geschillencommissie Reizen vzw - Reisgeschillen - Werking - Subsidies

bescherming van de consument
reisbureau
reis
arbitrage
alternatieve geschillenbeslechting
officiële statistiek

Chronologie

3/12/2013Verzending vraag
29/1/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10502 d.d. 3 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Geschillencommissie Reizen vzw werd in december 1983 opgericht, op initiatief van consumentenorganisaties en beroepsverenigingen van de reissector. Zij is officieel erkend en wordt ondersteund door de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie en gesubsidieerd door de Federale Overheidsdienst Justitie. De Geschillencommissie Reizen (GCR) is bevoegd om geschillen te behandelen tussen de reiziger en de reisorganisator, die zijn algemene voorwaarden aanwendt, en/of de reisbemiddelaars die de modelbestelbon van de Geschillencommissie gebruiken. Men kan dus een beroep doen op de Geschillencommissie Reizen indien er een geschil is over het verloop van een reis met een reisbemiddelaar en/of een reisorganisator, voor zover men bepaalde termijnen heeft gerespecteerd.

De beslissingen van de Geschillencommissie hebben in principe dezelfde rechtskracht als de uitspraken van gewone rechtbanken. In de schoot van de vzw Geschillencommissie Reizen zetelt immers een arbitraal college. Dit college bestaat uit vertegenwoordigers van de consumenten en van de reissector.

Betreffende de Geschillencommissie Reizen had ik graag antwoord op volgende vragen:

1) Hoeveel reisgeschillen worden jaarlijks bij de Geschillencommissie Reizen aangekaart?

a) In hoeveel van deze gevallen wordt het geschil door middel van verzoening opgelost?

b) In hoeveel van de gevallen wordt het geschil door middel van arbitrage opgelost?

2) Hoe groot is het bedrag aan subsidies dat de FOD Justitie jaarlijks aan de Geschillencommissie Reizen overmaakt?

Graag deze cijfers per jaar sinds 2008.

Antwoord ontvangen op 29 januari 2014 :

Deze parlementaire vraag valt niet onder mijn bevoegdheid maar wel onder de bevoegdheid van mijn collega de vice-eerste minister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee.