Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10421

van Fatiha Saďdi (PS) d.d. 20 november 2013

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Gesloten centra - Klachten van gedetineerden - Commissie en secretariaat belast met de behandeling van klachten - Werking - Aanbevelingen - Stand van zaken

politiek asiel
illegale migratie
sociale voorzieningen
gevangenisstraf
officiële statistiek
asielzoeker

Chronologie

20/11/2013Verzending vraag
20/12/2013Antwoord

Vraag nr. 5-10421 d.d. 20 november 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op basis van artikel 130 van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen toepasbaar op de gesloten centra werden een Commissie en een permanent secretariaat opgericht belast met de behandeling van klachten, teneinde onmenselijke en onterende behandelingen in de mate van het mogelijke te vermijden. De regels inzake de werking van beide instellingen werden gewijzigd door het ministerieel besluit van 23 januari 2009.

De klachtenprocedure is op 9 september 2003 in werking getreden. Gelet op het lage aantal ingediende klachten is de doeltreffendheid van die procedure maar magertjes.

Van 9 september 2003 tot in 2007 werden slechts 173 klachten ingediend door de 30.000 personen die zijn gedetineerd in de vijf centra waarvan de klachten afkomstig zijn. Van de 173 klachten werden er 74 onontvankelijk verklaard. Van de 99 overige werden slechts 4 klachten volledig en 2 gedeeltelijk gegrond verklaard. De Commissie heeft dus in totaal 6 gedetineerde vreemdelingen deels gelijk gegeven.

Uit een nadere analyse blijkt dat die 6 dossiers betrekking hebben op onschuldige incidenten, zoals de inbeslagname van een persoonlijk voorwerp of de kwaliteit van het voedsel. Daarentegen heeft het permanent secretariaat nooit een klacht met betrekking tot geweld gegrond verklaard. Die cijfers tonen aan hoe moeilijk het voor een vreemdeling is om zijn rechten in een gesloten centrum te doen gelden.

Die vaststelling en de cijfers komen uit een rapport van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding (CGKR) uit 2008 met de titel “een ontoereikende maatregel”. Vanuit zijn opdracht om toe te zien op de fundamentele rechten van de vreemdelingen heeft het CGKR een analyse en evaluatie gemaakt van het systeem voor de behandeling van klachten in de gesloten centra.

In het rapport worden meerdere hypothesen naar voren geschoven om die vaststelling te verklaren:

- De onwetendheid bij veel opgesloten vreemdelingen over het bestaan van de procedure, maar vooral het gebrek aan een mondelinge toelichting bij de informatiebrochure die elke vreemdeling ontvangt bij zijn aankomst in een gesloten centrum.

- De rechten, krachtens dewelke een klachtenprocedure kan worden opgestart, staan in het koninklijk besluit van 2 augustus 2002. De vreemdeling kan dat besluit slechts op verzoek raadplegen, maar die mogelijkheid staat in geen enkel document vermeld.

- De opgesloten vreemdelingen vrezen dat de indiening van een klacht het uitwijzingsproces versnelt. 

- De klacht moet worden overhandigd aan de directeur van het centrum (of een ander personeelslid), die ze aan het permanent secretariaat bezorgt. De procedure is niet onafhankelijk genoeg om vertrouwen te wekken.

- Artikel 3 van het ministerieel besluit van 23 september 2002 bepaalt dat de bewoner in de mogelijkheid moet worden gesteld om een klacht in te dienen bij het permanent secretariaat tijdens “een in het centrum georganiseerde permanentie”. In de praktijk doet hij dat bijna nooit omdat die permanentie facultatief en niet verplicht is.

- Opdat een klacht tot bij de Commissie komt en op haar gegrondheid kan worden onderzocht,  moet het permanent secretariaat ze eerst ontvankelijk verklaren (art. 132 van het koninklijk besluit) en moet de poging tot bemiddeling zijn mislukt. Het permanent secretariaat onderzoekt of een klacht aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden beantwoordt. De vormvereisten worden zeer strikt geďnterpreteerd en bieden geen garantie op een ernstig onderzoek.

- De commissie beslist achter gesloten deuren en de betrokkene wordt niet gehoord. Als de betrokkene ondertussen wordt uitgewezen, wordt de procedure stopgezet en wordt de klacht “zonder voorwerp”. De uitwijzing verhindert dat duidelijkheid wordt geschapen over de beweringen van de betrokkene.

- Krachtens het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 stelt het permanent secretariaat het CGKR in kennis van de klacht en het gevolg dat het aan de klacht heeft gegeven, enerzijds, en meldt het of de klacht aan de Commissie werd voorgelegd en welk gevolg die eraan heeft gegeven, anderzijds. In de praktijk stelt het permanent secretariaat het CGKR slechts op beknopte wijze in kennis. Het gaat om een puur statistische kennisgeving zoals “Een bewoner heeft een klacht ingediend, ze is ontvankelijk verklaard”. Het permanent secretariaat stelt het CGKR niet in kennis van het voorwerp en de inhoud van de klacht en de beslissing.  

Sinds de publicatie van dat rapport is er vijf jaar verlopen. Kan de staatssecretaris mij meedelen:

1) of een van de vele aanbevelingen uit het rapport van 2008 eventueel wordt ten uitvoer gelegd?

2) Kan ze mij ook een overzicht geven, opgesplitst per jaar en vanaf 2007, van het aantal ingediende klachten, het aantal ontvankelijke klachten, het aantal klachten dat na bemiddeling werd gesloten, het aantal klachten dat volledig gegrond werd verklaard, het aantal klachten dat gedeeltelijk gegrond werd verklaard?

3) Kan de staatssecretaris mij de grote lijnen van het voorwerp van die klachten meedelen en, opgesplitst per jaar, het aantal en aandeel van de klachten die betrekking hebben op geweldfeiten, en de gevolgen die het permanent secretariaat en de commissie aan die klachten hebben gegeven?

4) Hoeveel permanenties werden er in de gesloten centra georganiseerd, opgesplitst per jaar en vanaf 2007?

5) Hebben de diensten van de staatssecretaris sinds haar aantreden een evaluatieverslag opgesteld over die commissie en het permanent secretariaat? Zo ja, wat zijn de resultaten?

6) Ten slotte, kan de staatssecretaris mij informatie geven over de samenstelling en de recente vernieuwing van de leden van de klachtencommissie?  

Antwoord ontvangen op 20 december 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

1) Het rapport van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR) stelt voor om een vernieuwd klachtensysteem in te voeren dat zo veel mogelijk gebaseerd is op dat voor de personen die in strafinrichtingen vastgehouden worden. Het systeem van een verblijf in een gesloten centrum is nochtans fundamenteel verschillend van het systeem van het vasthouden van personen in strafinrichtingen. Vooral het korte verblijf in een gesloten centrum is een doorslaggevende factor.

Aan volgende aanbevelingen werd wel gevolg gegeven:

Ik geef u ook mee dat ik, in overeenstemming met het Regeerakkoord, bezig ben met het uitbouwen van een verbetering van het klachtensysteem in de gesloten centra.

2)

 

Ingediende

klachten

Ontvankelijk

verklaard

Afgesloten via bemiddeling

Volledig

Gegrond

Gedeeltelijk gegrond

2007

59

42

18

3

2

2008

40

23

13

0

1

2009

30

15

5

0

0

2010

35

24

5

1

0

2011

17

12

2

1

0

2012

17

11

3

0

0

2013

31

22

2

-

-

Voor 2013 zijn van de tweeëntwintig klachten nog zeven klachten in behandeling.

3) Het gaat om klachten over de medische dienst, het verdwijnen van persoonlijke bezittingen, de maaltijden en over de isolatie en de bewakers.

 

Totaal

onontvankelijk

ontvankelijk

 

 

 

GARB

Bemiddeling

Niet gegrond

Volledig gegrond

Gedeeltelijk gegrond

2007

7

1

1

3

2

0

0

2008

4

1

2

0

0

0

1

2009

1

0

1

0

0

0

0

2010

3

1

1

0

1

0

0

2011

0

0

0

0

0

0

0

2012

0

0

0

0

0

0

0

2013

2

0

1

0

1

0

0

Alle klachten worden ten gronde bekeken en wordt geprobeerd de klachten op te lossen door bemiddeling tussen beide partijen. Indien deze bemiddeling niet slaagt, wordt de klacht door de Commissie ten gronde bekeken ook al werd de bewoner ondertussen gerepatrieerd. Ook indien de bewoner het centrum reeds heeft verlaten, kan de commissie een aanbeveling formuleren.

4) Er worden geen permanenties georganiseerd in de gesloten asielcentra.

5) Sinds mijn aantreden is er geen dergelijk evaluatierapport opgesteld.

6) Artikel 130 van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 bepaalt dat de commissie is samengesteld uit drie leden, met name:

1° een magistraat, een gewezen magistraat of een lid of een gewezen lid van een administratief rechtsorgaan, die het voorzitterschap waarneemt;

2° een advocaat of een houder van een leeropdracht rechtswetenschappen aan een Belgische universiteit;

3° de voorzit(s)ter van het directiecomité van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken of diens gemachtigde, met uitsluiting van een personeelslid van de Dienst Vreemdelingenzaken.

De huidige samenstelling van de commissie vindt u terug in het ministerieel besluit van 30 juni 2010 houdende hernieuwing van het mandaat van sommige leden van de Commissie belast met de behandeling van de individuele klachten van de bewoners van de gesloten centra (B.S. 20 juli 2010) en het ministerieel besluit van 11 september 2013 houdende hernieuwing van het mandaat van sommige leden van de Commissie belast met de behandeling van de individuele klachten van de bewoners van de gesloten centra (Belgisch Staatsblad van 20 september 2013).