Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10416

van Fatiha Saïdi (PS) d.d. 19 november 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Tyfoon Haiyan - B-Fast - Europese snelle- interventiemacht - Stand van zaken

cycloon
Filipijnen
noodhulp

Chronologie

19/11/2013Verzending vraag
26/3/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4252

Vraag nr. 5-10416 d.d. 19 november 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

De tyfoon Haiyan heeft enorm veel slachtoffers gemaakt en het hele land in een chaos gestort.

Volgens de pers heeft ons land gewacht op de vraag van de autoriteiten in Manilla alvorens te overwegen om het hulpteam B-Fast te sturen. Het vertrek van ons team liep vervolgens vertraging op omdat er gewacht moest worden op hulpverleners uit Luxemburg en Frankrijk. Ons snel interventieteam is in de nacht van zondag op maandag vertrokken. De hulpteams liepen daardoor vertraging op, maar B-Fast was als eerste op het terrein.

Zoals vaak bij rampen en noodsituaties wordt onmiddellijke actie afgeremd wegens de diversiteit van de hulpverleners en de coördinatie van de middelen.

Er bestaat wel degelijk een Europees gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, maar inzake dringende humanitaire hulp werd geen enkel initiatief genomen.

Heel wat experts bevestigen dat extreme klimaatfenomenen zich in de toekomst steeds meer zullen voordoen door de opwarming van de aarde, die in hoofdzaak te wijten is aan menselijke activiteit en vooral aan de ontwikkeling van de Westerse landen sinds de industriële revolutie.

Mijnheer de minister, hoe staat het met de dringende hulp en de coördinatie ervan op Europees niveau en de houding van ons land ter zake?

Antwoord ontvangen op 26 maart 2014 :

1) In verband met de omstandigheden waarin het B-Fast-team is vertrokken naar de Filippijnen, zou ik eerst, in antwoord op de vraag van mevrouw Saïdi, volgende elementen willen verduidelijken.

Eén van de criteria voor een interventie door B-Fast is dat er een hulpvraag moet zijn door de overheid van het land dat werd getroffen door een ramp. De hulp die de Verenigde Naties hadden aangeboden, werd door de Filippijnen aanvaard op de avond van 9 november. Het planningscomité voor B-Fast operaties is op zondagochtend 10 november bijeengekomen om een interventie voor te stellen aan de regering. Dat voorstel werd dezelfde dag goedgekeurd door het beleidsniveau, en als een gevolg daarvan werden twee modules ingezet: een veldhospitaal en een waterzuiveringsstation. Een team van 37 personen werd met die twee modules meegestuurd om de operationaliteit ervan te verzekeren.

B-Fast, dat vertrok vanuit Brussel, heeft de Europese partners de mogelijkheid geboden om met dezelfde vlucht mee te vertrekken. Zo hebben Luxemburgse en Franse hulpverleners en twee leden van het Europese team (EUCPT) zich bij B-Fast in Brussel gevoegd, zonder dat dit heeft geleid tot een vertraging bij het opstijgen (of in elk geval slechts een heel kleine vertraging).

Het klopt dat de toevloed van hulp heeft geleid tot coördinatieproblemen bij de VN en bij de Filipijnse overheid, waardoor er enige vertraging is ontstaan bij het transport van de internationale hulpverleningsteams. Ondanks die problemen was B-Fast echter wel het eerste Europese team dat ter plaatse aanwezig en operationeel was. Tijdens zijn missie heeft B-Fast meer dan 1.200 patiënten met verschillende verwondingen kunnen behandelen en grote hoeveelheden water kunnen zuiveren. Het veldhospitaal zal minstens nog twee maanden nadat het B-Fast-team zich heeft teruggetrokken operationeel blijven. Een Duitse ngo heeft immers aangeboden om onze voorziening over te nemen. Het waterzuiveringsstation werd overgedragen aan de plaatselijke autoriteiten.

Het efficiënte optreden van B-Fast werd in het bijzonder erkend door de Europese Commissaris voor Humanitaire zaken, mevrouw Georgieva.

2) Aangezien het om algemene vragen van mevrouw Saïdi gaat, wil ik eerst uitleggen dat noodhulp twee vormen kan aannemen: ofwel financiële hulp ofwel ondersteuning met materiaal en personeel, via B- Fast.

De financiële humanitaire hulp wordt gecoördineerd op het niveau van de Europese Unie, door een werkgroep voor humanitaire en voedselhulp waarin de verantwoordelijken voor humanitaire hulp van de Lidstaten zetelen, evenals de humanitaire dienst van de Europese Commissie (ECHO).

De hulpverlening door B-Fast past ook binnen een Europese coördinatie. Het instrument dat hiervoor wordt gebruikt, is het "mechanisme voor civiele bescherming", dat werd ingevoerd in 2001. Dat mechanisme biedt de Lidstaten een samenwerkingskader bij rampen, zowel binnen als buiten de Europese Unie. Het is gebaseerd op een netwerk bestaande uit crisiscentra van alle Lidstaten, maar ook van Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Het is in het kader van dit mechanisme dat de Europese hulpverlening bij de ramp met de tyfoon Haiyan werd gekanaliseerd en gecoördineerd.

De bijdrage van de Lidstaten aan de Europese actie wordt financieel aangemoedigd door de Unie. Concreet kon B-Fast bijvoorbeeld genieten van een subsidie van bijna 100 000 euro voor zijn interventie in operatie Haiyan.

Het operationeel orgaan van dit mechanisme is het Centrum voor Noodmaatregelen dat 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 operationeel is. De drie belangrijkste functies van dit Centrum zijn: monitoring en vroegtijdig waarschuwen, uitwisseling van informatie en coördinatie.

Voor het einde van dit jaar zou een nieuw besluit moeten worden aangenomen door Europa, om de coördinatie van noodhulp en rampbestrijding nog te versterken. Hierover is er al een akkoord tussen de Europese Raad en het Europees Parlement. Het besluit zal met name de landen die deelnemen aan het mechanisme voor civiele bescherming van de Unie toelaten om vooraf, op vrijwillige basis, een deel van hun interventiecapaciteiten te engageren zodat een capaciteitsreserve kan worden gevormd die, wanneer dat nodig is, binnen zeer korte termijn kan worden ingezet in het kader van een gecoördineerde actie van de Unie. Dat engagement zou worden aangemoedigd door een financiële steun van de Unie.

België verheugt zich over die evolutie, die een stap vormt in de richting van de oprichting van een echt Europees korps voor civiele hulpverlening van het type EUFAST, iets waar ons land blijft voor pleiten.

Het verheugt mij ook dat in de conclusies over het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid die de Raad Buitenlandse Zaken heeft aangenomen op 18 november, zij, op initiatief van België, het voorbereidend werk om de samenwerking op het vlak van humanitaire noodhulp te bevorderen wil voortzetten, in overeenstemming met de aangenomen richtsnoeren op internationaal niveau.