Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10363

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 november 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee

Mediahuis - Oprichting - Fusie - Gevolgen - Controle - Sanctiemogelijkheden

personderneming
krant
persvrijheid
economische concentratie
fusie van ondernemingen

Chronologie

8/11/2013Verzending vraag
12/12/2013Antwoord

Vraag nr. 5-10363 d.d. 8 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Eerder ondervroeg ik de geachte minister hierover in een vraag om uitleg (5-3852). Het antwoord stelde me enigszins gerust. Toch rijzen er nog enkele bijkomende vragen, rekening houdend met de alarmerende berichtgeving die recent in de media verscheen over de impact van deze fusie. De gevolgen voor hat aantal journalistieke jobs blijkt veel groter dan gedacht. Daarbij heeft ook de Vlaamse Minister van Media haar bezorgdheid geuit.

De geachte minister stelde in zijn vorige antwoord dat er met betrekking tot deze fusie er verbintenissen zijn aangegaan voor vijf jaar. Het betreft een engagement om gedurende deze periode alle titels te behouden met elk een goed uitgebouwde redactie.

Hierover de volgende vragen.

1) Wie controleert of deze verbintenissen worden nageleefd? Gebeurt dit op proactieve wijze?

2) Een dagblad is niet zomaar een consumptieproduct. Ik hoop dus dat er ook andere (meer kwalitatieve) overwegingen meespeelden, louter dan enkel het economische, bij het goedkeuren van deze fusie. Deze concentratie mag niet tot "grabbelton journalistiek" leiden. Werden er naast het behoud van de titels en de grote van de redactie, andere specifieke engagementen aangegaan met betrekking tot de kwaliteit de titels?

3) Over welke instrumenten beschikt de Belgische mededingingautoriteit (of een andere instelling) om ook na de goedkeuring van de fusie afspraken rond kwaliteit, onafhankelijkheid en het al dan niet voorbestaan van krantentitels te controleren en te doen naleven? Over welke sanctiemogelijkheden beschikt zij bij een niet-naleving? Van welke (financiële) grootorde zijn deze sancties?

Antwoord ontvangen op 12 december 2013 :

Ik heb de eer het geachte lid vooreerst te verwijzen naar het antwoord dat ik heb verstrekt op de schriftelijke vraag nr. 5-3852 waar er gedetailleerde informatie werd verstrekt over de verbintenissen die in het concentratiedossier Het Mediahuis door de betrokken partijen aan de Belgische Mededingingsautoriteit zijn gegeven.

1) Het toezicht op de uitvoering van de door het Mededingingscollege van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) genomen beslissingen inzake mededingingsregels, en dus ook inzake concentratiecontrole, dient te gebeuren door de auditeur-generaal van de BMA (artikel IV.26, § 2). De auditeur-generaal heeft dus de bevoegdheid om te controleren of de verbintenissen in de concentratiezaak Het Mediahuis worden nageleefd. De auditeur-generaal kan dit op een proactieve manier doen, maar er kunnen ook klachten ingediend worden door derden om de BMA op de hoogte te brengen dat de verbintenissen niet gerespecteerd worden.

2) Ik kan enkel verwijzen naar het pakket verbintenissen zoals vermeld in mijn antwoord op de schriftelijke vraag nr. 5-3852. In de beslissing van de BMA zijn er geen andere specifieke verbintenissen door de partijen aangegaan met betrekking tot de kwaliteit de titels.

Nochtans heeft de BMA in de beslissing gesteld dat het niet aannemelijk is gemaakt dat een samenbrengen van de titels van Corelio met de Gazet van Antwerpen en het Belang van Limburg zou kunnen leiden tot een verlies van de kwaliteit van de berichtgeving in beide laatste titels of in Het Nieuwsblad. Het is evenmin waarschijnlijk gemaakt dat een synergie die vooral titels uit het segment van de meer populaire of regionale kranten betreft, zal leiden tot een verlies van kwaliteit van de berichtgeving in de Standaard.

3) Ik heb reeds verwezen naar de bevoegdheid van de auditeur-generaal van de BMA die erop dient toe te zien dat de verbintenissen in het concentratiedossier Het Mediahuis in de toekomst nageleefd worden door de partijen.

Indien de betrokken ondernemingen de voorwaarden en verplichtingen die gekoppeld werden aan de goedkeuringsbeslissing van de BMA niet naleven dan kan de BMA via een afzonderlijke beslissing geldboetes opleggen met een maximum van 10 % van de omzet van de betrokken ondernemingen. (artikel IV.70, § 1)

Bovendien kan de BMA bij dezelfde beslissing, op vraag van de auditeur, wegens niet-naleving van haar beslissing dwangsommen opleggen aan elke van de betrokken ondernemingen, tot beloop van 5 % van de gemiddelde dagelijkse omzet per dag vertraging te rekenen van de dag die zij in de beslissing bepaalt.

De Belgische mededingingswet heeft dus voorzien in voldoende instrumenten inzake opvolging en sanctie teneinde gedane verbintenissen in concentratiedossiers te laten respecteren.