Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1035

van Inge Faes (N-VA) d.d. 28 januari 2011

aan de minister van Justitie

Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen - Voogdij - Profiel van de voogden

politiek asiel
illegale migratie
kind
minderjarigheid
rechten van het kind
voogdijschap
asielzoeker

Chronologie

28/1/2011Verzending vraag
29/4/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1036

Vraag nr. 5-1035 d.d. 28 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het grote aantal vreemdelingen dat in België toekomt is schrijnend, maar wat de situatie echt zorgwekkend maakt, is het feit dat er bij die illegale immigranten steeds meer niet-begeleide minderjarige vreemdelingen zijn die hier hun geluk komen zoeken. Om tegemoet te komen aan de nood van deze kinderen, die niet voldoen aan de voorwaarden inzake toegang en verblijf op het grondgebied, heeft de wetgever voorzien in een speciaal stelsel van vertegenwoordiging en bijstand. Dat bestaat in de vorm van de dienst Voogdij, met als algemene opdracht de ondersteuning van de uitwerking van een duurzame oplossing in het belang van de niet-begeleide minderjarige vreemdeling.

Concreet krijgt het kind dus een voogd toegewezen. De opdracht van de voogd bestaat uit de ondersteuning van de juridische, culturele en menselijke aspecten van het ouderlijke gezag, met het oog op de uitwerking van een duurzame oplossing in het belang van de betrokken minderjarige vreemdeling. De voogd treedt op met de steun van de dienst Voogdij en onder toezicht van de vrederechter. De voogd is een belangrijk persoon en de potentiële kandidaat moet bereid zijn een opleiding te volgen, die georganiseerd wordt door de dienst Voogdij. Die opleiding heeft betrekking op aspecten van het vreemdelingenrecht en het jeugdrecht, aspecten van het burgerlijk recht in verband met het beheer van goederen, elementen uit pedagogie, psychologie en multiculturele opvang.

Personen die met de minderjarige op grond van hun ambt een belangenconflict hebben, kunnen niet worden ingeschreven op de lijst van kandidaat-voogden. Dat is bijvoorbeeld het geval voor een persoon die ten aanzien van de minderjarige een andere functie uitoefent, bijvoorbeeld advocaat, of een personeelslid van het opvangcentrum waar de minderjarige is gehuisvest. Personen van wie onweerlegbaar wordt vermoed dat zij een dergelijk belangenconflict hebben, zijn de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken, van de algemene directie Dienst Vreemdelingenzaken, van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, en van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Op de website van de FOD Justitie zie ik dat het laatste jaarverslag inzake de voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen dateert van 2005. Zijn er geen recentere verslagen beschikbaar? Kan de minister ons die cijfers bezorgen?

2) Welke categorieën en / of beroepsgroepen worden sinds 2000 voornamelijk als voogd aangesteld?

3) Hoewel de taken van de voogd goed zijn afgebakend in het vademecum voor voogden, vraag ik me toch af in welk soort aangelegenheden / dossiers de voogden worden aangesteld.

Antwoord ontvangen op 29 april 2011 :

1. Er bestaat geen recenter jaarverslag. De cijfers op de website omvatten de periode van 2005 tot 2009.

In 2010 werden er 2 510 minderjarige vreemdelingen gemeld bij de dienst Voogdij, waarbij de 300 minderjarigen die al vóór 1 januari 2010 gekend waren moeten worden geteld. Het totale aantal meldingen in 2010 bedraagt dus 2 810. Het aantal meldingen blijft dus stabiel in vergelijking met het jaar 2009.

In de loop van 2010 heeft de dienst Voogdij 1005 identificatiegesprekken gehad met de minderjarigen. Onder toezicht van de dienst Voogdij werden er 392 medische onderzoeken uitgevoerd met het oog op de bepaling van de leeftijd van de minderjarigen.

Als bijlage gaan de geüpdatete cijfers voor het jaar 2010 (Tabel 1). Die cijfers zullen ook worden gepubliceerd op de website van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie.

2. Een eerste indeling kan gemaakt worden volgens het fiscaal statuut van de voogd: enerzijds de voogd die een privé-activiteit uitoefent en het statuut van zelfstandige bezit («particuliere voogd» of «vrijwillige voogd») en anderzijds de voogd die personeelslid is van een vereniging actief in het veld, en die de begeleiding van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen op zich neemt en het statuut van werknemer bezit («werknemer-voogd»).

«Vrijwillige voogden» en «particuliere voogden» combineren meestal een andere hoofdactiviteit met hun activiteit als voogd, terwijl «werknemers-voogden» enkel die activiteit voltijds uitoefenen.

Voogdij kan dus een nevenactiviteit zijn voor de «vrijwillige voogden» die niet meer dan twee voogdijen tegelijkertijd op zich nemen. Daarentegen oefent een bepaald aantal «particuliere voogden» deze activiteit uit als hoofdactiviteit, vermits zij een maximum van 40 voogdijen tegelijkertijd op zich kunnen nemen

«Werknemers-voogden» nemen minimum 25 voogdijen tegelijkertijd op zich.

De werklast van de voogd varieert dus naargelang het aantal voogdijen maar ook volgens het complexe karakter van de toestand van de de minderjarige.

Een tweede indeling kan gemaakt worden naargelang de voogd definitief, voorlopig of «ad hoc» is aangewezen.

Een definitieve voogd wordt aangewezen zodra een minderjarige door de dienst Voogdij geïdentificeerd is als niet-begeleide minderjarige vreemdeling.

In de meeste gevallen oefent de voogd dus een definitieve functie uit.

In uitzonderlijke gevallen en bij twijfel omtrent de identificatie van een minderjarige kan de dienst Voogdij overgaan tot de aanwijzing van een voorlopige voogd.

Wanneer de minderjarigen documenten voorleggen (geboorteakten, identiteitsdocumenten, schoolrapporten, enz.) vraagt de dienst

Voogdij een advies over de authenticiteit van de documenten bij de FOD Buitenlandse Zaken en de Centrale dienst voor de Bestrijding van Valse documenten van de federale politie.

Die gevallen zijn zeldzaam en betreffen vooral minderjarigen die aan de grens worden aangetroffen en ten aanzien van wie blijvende twijfel is over de leeftijd die zij hebben opgegeven.

Een ad-hocvoogd wordt aangewezen wanneer een verzoekschrift is ingediend bij de vrederechter wegens een conflict tussen de voogd die door de dienst Voogdij aanvankelijk was aangewezen en de minderjarige, of omdat de voogd in gebreke blijft om zijn opdracht met de nodige zorg te vervullen.

Thans telt de reserve van voogden 95 Franstalige en 109 Nederlandstalige actieve voogden.

Tabel 2 (zie bijlage) geeft een overzicht van het aantal erkenningen in de loop van de jongste 7 jaar.

Er is geen enkel specifiek diploma vereist voor de uitoefening van de functie van voogd. Wel heeft de dienst Voogdij een onderhoud met de kandidaat-voogd om na te gaan hoe hij omgaat met de specifieke problemen.

De erkende voogden hebben zeer uiteenlopende profielen: maatschappelijk werkers, opvoeders, leerkrachten, verplegers, openbaar ambt, juridische sector (juristen, griffiers, vrederechters), zelfstandigen (advocaten, psychologen, architecten, verzekeringssector, enz.). Voogden met een opleiding in de sociale wetenschappen en menswetenschappen vormen een derde van reserve aan voogden. De overige voogden hebben een juridische opleiding of oefenen een beroep als zelfstandige uit.

Zie bijgevoegde tabel (Bijlage 3).

3. De migratietrajecten en drijfveren achter de migratie bij de minderjarigen verschillen aanzienlijk van geval tot geval. Bepaalde situaties blijken bijzonder complex en vereisen een grotere beschikbaarheid en flexibiliteit vanwege de voogd.

Verscheidene scenario's zijn mogelijk :

a. een minderjarige die in België aankomt in het gezelschap van zijn ouders of van een volwassene nadat hij zijn land van oorsprong ontvlucht is wegens een oorlogs- of conflictsituatie. De minderjarige blijft alleen achter in België door het vertrek van zijn ouders wier asielaanvraag is afgewezen.

b. Een minderjarige die van zijn ouders toelating heeft gekregen om naar Europa af te reizen op zoek naar een betere toekomst.

c. Een minderjarige die het slachtoffer is van mensenhandel (seksuele uitbuiting, economische uitbuiting) of van mensensmokkel.

d. Een minderjarige die zijn land van oorsprong is ontvlucht om economische redenen. Het gaat vooral om jongens van 14 tot 18 jaar oud die contact hebben onderhouden met hun familie die in het land is achtergebleven.

e. Een minderjarige die zich «op doortocht» in België bevindt en door de Belgische autoriteiten werd onderschept op zijn weg naar Groot-Brittannië of een van de Scandinavische landen.

f. Een minderjarige die zich kwam voegen bij een van zijn familieleden die gevestigd is in België, zonder dat de voorwaarden voor gezinshereniging waren voldaan.

g. Een minderjarige die in groep met leden van zijn eigen gemeenschap reist, zoals de Romagemeenschap.

In de mate van het mogelijke en afhankelijk van de beschikbaarheid van de voogden houdt de dienst Voogdij rekening met de bijzondere toestand van de minderjarige, alsook met het profiel en de ervaring van de voogd.

In concreto neemt de dienst Voogdij nog voor de aanwijzing contact op met de toekomstige voogd om hem de toestand van de minderjarige en de spoedeisende stappen uiteen te zetten.

Vervolgens wordt van de aanwijzingsbeslissing kennis gegeven aan de minderjarige, de voogd en de vrederechter.

Van de aanwijzingsbeslissing wordt ook kennis gegeven aan de autoriteiten bevoegd voor asiel, toegang en verblijf en aan elke andere overheid die actief is met betrekking tot de minderjarige.

Tabel 1

2010

Januari

Februari.

Maart

April

Mei

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober.

November

Decemb


Eerste melding

221

167

181

166

161

162

231

224

258

251

257

231

2 510

Opvang

215

144

165

147

143

122

188

208

239

201

221

196

2 189

Gesprek met DV

56

96

108

61

79

73

85

88

76

87

82

114

1 005

Resultaat medische test

34

36

40

31

32

34

37

14

38

45

24

27

392

Land van herkomst van de gemelde minderjarigen (Top 15)

Afghanistan

53

34

36

38

37

30

55

30

23

33

51

62

482

Algerije

24

12

25

23

24

16

27

38

20

30

25

25

289

Guinee

19

12

19

11

20

10

21

31

40

36

39

24

282

Marokko

17

25

8

14

7

10

15

22

27

16

22

19

202

Irak

6

5

6

5

8

6

13

6

5

16

22

15

113

Congo (Kinshasa) (R.D.C.)

11

7

8

5

7

9

9

16

15

5

3

5

100

India

4

3

5

8

5

12

9

8

9

6

5

3

77

Vietnam

7

1

0

7

5

6

15

12

13

7

0

1

74

Palestina

8

6

8

1

4

7

4

6

4

6

1

2

57

Roemenië

6

3

8

12

2

4

1

2

4

3

5

6

56

Servië

3

4

4

4

2

3

7

2

8

4

5

10

56

Joegoslavië

9

7

4

6

4

6

0

5

3

3

2

0

49

Somalië

1

4

2

1

1

1

1

4

4

12

11

6

48

Iran

2

0

4

3

1

1

3

2

7

11

6

2

42

Kosovo

0

3

1

1

2

1

4

4

6

4

8

3

37

Tabel 2

Erkenning

Jaar

2004

Jaar

2005

Jaar

2006

Jaar

2007

Jaar

2009

Jaar

2010

Jaar

2011

Voogd FR

26

22

6

17

16

22


Voogd NL

41

19

11

7

11

18

17

Tabel 3

%

Bedrijfssector/Beroep van de voogden

32

Maatschappelijk

15

Menswetenschappen

12

Onderwijs

10

Openbaar ambt

9

Zelfstandigen

6

Gepensioneerden

6

Werklozen

5

Bedienden

5

Varia